1 / 18

Het indirect discriminerende karakter van de franchise

Het indirect discriminerende karakter van de franchise. Emilie Schols Vereniging voor Pensioenrecht Utrecht, mei 2004. Uitspraken CGB 30-03-2004. Uitspraak gaat niet over de hoogte van de AOW maar over de wijze waarop rekening wordt gehouden met de AOW

Télécharger la présentation

Het indirect discriminerende karakter van de franchise

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het indirect discriminerende karakter van de franchise Emilie Schols Vereniging voor Pensioenrecht Utrecht, mei 2004

  2. Uitspraken CGB 30-03-2004 • Uitspraak gaat niet over de hoogte van de AOW maar over de wijze waarop rekening wordt gehouden met de AOW • Valt onder reikwijdte gelijkbehandelings-wetgeving (HvJ EG 29-9-1994, zaak C 7/93, Beune) • Onderscheid wordt in aanmerking genomen vanaf 17 mei 1990, verzoek m.b.t. periode ervoor niet ontvankelijk • Uitvoerder en werkgever kan worden aangesproken (HvJ EG 9-10-2002, zaak C 379/99, Menauer)

  3. Vervolg uitspraak CGB (1) • Hoge franchise (2*) heeft tot gevolg dat tweeverdieners, in tegenstelling tot alleenverdieners, nooit streefpensioen kunnen bereiken • Dit tweeverdienersgat levert een onderscheid op tussen alleen- en tweeverdieners • Dit is geen direct onderscheid ogv geslacht

  4. Vervolg uitspraak CGB (2) • Kan indirect zijn als het significant meer personen van één geslacht treft • Beoordeling adhv cijfers fonds, onderneming of CBS • Vrouwen zijn vaker onderdeel van tweeverdienersrelatie en daar ook vaak de minst verdienende partner

  5. Wanneer (vermoeden van) indirecte discriminatie? • Wanneer verschillende regels worden toegepast op vergelijkbare situaties of wanneer dezelfde regels worden toegepast op verschillende situaties • Vgl.HvJ EG 14-2-1995 zaak C-279/93 r.o. 30 (Schumacker) en 13-2-1996 zaak C-342/93 r.o. 16 (Gillespie) • Diverse oordelen CGB (1999/10)

  6. Indirecte discriminatie: relatief tellen • 40 60

  7. Relatieve telling • HvJ EG, 31-3-1981, zaak 96/80 (Jenkins) • HvJ EG, 13-5-1984, zaak 170/84 (Bilka) • HvJ EG, 27-6-1990, zaak C-33/89 (Kowalska)

  8. Relatieve telling • Er zijn evenveel mannelijke als vrouwelijke tweeverdieners (VB, Opf, v.d. Griend) ✘ • Er zitten procentueel significant meer tweeverdieners in het totale werknemersbestand vrouwen dan in het totale werknemersbestand mannen ✔

  9. Objectieve rechtvaardiging? Is er een legitiem doel? CGB: Ja, het afstemmen van de tweede op de eerste pijler is een legitiem doel waaraan iedere discriminatie vreemd is

  10. VB en Opf in persbericht Doel van franchise is niet om aan te sluiten bij de AOW-uitkering op leeftijd 65 Wat is het doel dan wel? En is dat doel gerechtvaardigd?

  11. Site Duidelijk Pensioen (VB) Het werknemerspensioen is gebaseerd op het salaris van de werknemer. Uitgangspunt is veelal dat het AOW-pensioen en het bedrijfspensioen samen zeventig procent van het laatst verdiende loon moeten opleveren. Als u tussen het 25e en het 65e jaar pensioen hebt opgebouwd, is er dus een opbouwperiode van 40 jaar. Om tot die zeventig procent te komen, wordt elk jaar 1,75 procent van het pensioen opgebouwd (40 x 1,75 = 70). Dit gebeurt overigens niet over uw volledige salaris. U ontvangt later immers ook AOW. Pensioenfondsen houden dan ook rekening met een drempelbedrag, de franchise geheten, waarover geen pensioen wordt opgebouwd.

  12. ABP: • FranchiseHet deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. De 65-plussers krijgen hiervoor in de plaats AOW van de Sociale Verzekeringsbank. Over de franchise betaalt de werknemer dan ook geen pensioenpremie.

  13. Objectieve rechtvaardiging Is het middel passend? Nee: • doordat de AOW voor iedereen verschillend is, is het middel (één uniforme franchise) per definitie ongeschikt • Leefsituatie kan steeds wijzigen

  14. Objectieve rechtvaardiging Is het middel noodzakelijk? M.a.w. Is er een andere, minder benadelende, manier om te zorgen voor afstemming tussen pijler 1 en pijler 2? Ja: elke lagere franchise is minder nadelig Lager opbouwpercentage zonder drempel kan ook! (vgl horeca, shell)

  15. En ter overweging… • Wordt door franchise verwezen naar (fictieve) gezinssituatie? • Is hoge franchise niet terug te voeren op (oude) gewoonten en gebruiken? • Is verwachtingspatroon niet ‘gendered’ omdat het met name gebaseerd is op het leef- en werkpatroon van mannen? • Is derhalve geen sprake van stereotypering?

  16. En hoe verder….. • Met toename aantal werkende vrouwen verdwijnt indirect discriminerende karakter voor tweeverdienende vrouwen • Maar blijft voor laagverdieners zoals: • Jongeren • Allochtonen • Chronisch zieken en gehandicapten • Vrouwen

  17. Oplossing? • Afscheid van nietmachine en plakband • Fundamenteel nadenken over inrichting tweede pijler • Slechten van drempels: Weg met de franchise

  18. Afschaffing franchise • Is niet per definitie kostenverhogend • Zie spoorboekje van de Meetwijzer • Wel herverdeling pensioenmiddelen • Dat is niet nivellerend maar wel afschaffing van extreme denivellering • Maakt eind aan ‘rare’ deeltijdconstructie • Maakt pensioenregelingen minder onbegrijpelijk

More Related