1 / 15

Collectieve sector (heeft niet als doel om winst te maken = overheid )

De overheid: rijksoverheid + provincies + gemeenten. Collectieve sector (heeft niet als doel om winst te maken = overheid ). Ambtenaren: zijn mensen die in dienst zijn bij de overheid. Particuliere sector (willen winst maken =bedrijven). Subsidie (op ‘goede’ zaken). Accijns

ayanna
Télécharger la présentation

Collectieve sector (heeft niet als doel om winst te maken = overheid )

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De overheid: rijksoverheid + provincies + gemeenten Collectieve sector (heeft niet als doel om winst te maken = overheid) Ambtenaren: zijn mensen die in dienst zijn bij de overheid

  2. Particuliere sector (willen winst maken =bedrijven)

  3. Subsidie (op ‘goede’ zaken) Accijns (op ‘slechte’ zaken)

  4. Collectieve goederen Infrastructuur

  5. - het verlaagd BTW-tarief van 6% . Producten die dagelijks nodig hebt zoals water, eten en boeken. - het algemeen BTW-tarief van 21% Inclusief BTW (met) = prijs van product + BTW Exclusief BTW (zonder) = prijs van product

  6. Voorbeeld 1: Inclusief BTW (=21%) kost een stoel €150,-. Hoeveel kost deze stoel exclusief BTW? €150,- = 121%. 1% = €150:121 = €1,239 100% = €1,239 x 100 = €123,97 Hoe schrijft je dit het beste op: €150 : 121 x 100 = €123,97 Voorbeeld 2: 90% van de totale prijs is €40,- Hoeveel is de totale prijs? €40,- = 90% 1% = €40:90 = €0,4444 100% = €0,44 x 100 = €44,44,- Hoe schrijf je dit het beste op: €40 : 90 x 100 = €44,44,-

  7. Onderwerpen economische vaardigheden • ‘normaal procent rekenen’ (opgave 1 + 2 + 6) • Terugrekenen procenten (uitleg) • Deel : geheel x 100 =…% (3, 8)

  8. - het verlaagd BTW-tarief van 6% . Producten die dagelijks nodig hebt zoals water, eten en boeken. - het algemeen BTW-tarief van 21% Inclusief BTW (met) = prijs van product + BTW Exclusief BTW (zonder) = prijs van product

  9. 21% BTW 1,7 x 0,06 = €0,1 1,7 + € 0,1 = € 1,8 34 x 0,06 = €2,04 34 + € 2,04 = € 36,04 45 x 0,21 = €9,45 45+ € 9,45 = € 54,45 108,75x 0,21 = €22,83 108,75+ € 22,83 = € 131,58

  10. Inclusief BTW (121%) = prijs van product (100%) + 21% BTW Exclusief BTW (100%) = prijs van product (100%)

  11. Voorbeeld 1: Inclusief BTW (=21%) kost een stoel €150,-. Hoeveel kost deze stoel exclusief BTW? €150,- = 121%. 1% = €150:121 = €1,239 100% = €1,239 x 100 = €123,97 Hoe schrijft je dit het beste op: €150 : 121 x 100 = €123,97 Voorbeeld 2: 90% van de totale prijs is €40,- Hoeveel is de totale prijs? €40,- = 90% 1% = €40:90 = €0,4444 100% = €0,44 x 100 = €44,44,- Hoe schrijf je dit het beste op: €40 : 90 x 100 = €44,44,-

  12. Inclusief 21% BTW kost een tv €666,- Wat kost de tv exclusief BTW? €666 : 121 x 100 = €550,41

  13. Verkoopprijs (inclusief) = €1,17 Kosten product (exclusief) = € 0,32 Naar de overheid gaat = €1,17 - € 0,32 = € 0,85 Deel = € 0,85 X 100 = 72,6% Geheel = €1,17

  14. Onderwerpen economische vaardigheden • ‘normaal procent rekenen’ (opgave 1 + 2 + 6) • Terugrekenen procenten (uitleg) • Deel : geheel x 100 =…% (3, 8)

More Related