1 / 23

VVE IN DE KINDEROPVANG Werkconferentie Vversterk Amersfoort, 11 november 2009

VVE IN DE KINDEROPVANG Werkconferentie Vversterk Amersfoort, 11 november 2009. Prof. dr. Louis Tavecchio Universiteit van Amsterdam. WAT IS KWALITEIT? Wat is goede kinderopvang?. Opvang die aan haar doel beantwoordt……. Bewaren? Verzorgen?

berit
Télécharger la présentation

VVE IN DE KINDEROPVANG Werkconferentie Vversterk Amersfoort, 11 november 2009

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. VVE IN DE KINDEROPVANG Werkconferentie Vversterk Amersfoort, 11 november 2009 Prof. dr. Louis Tavecchio Universiteit van Amsterdam

  2. WAT IS KWALITEIT? Wat is goede kinderopvang? Opvang die aan haar doel beantwoordt…… Bewaren? Verzorgen? Educatie? Pedagogische kwaliteit…… Wat is dat??

  3. Pedagogische doelstelling(en) Bevorderen van het welzijn van kinderen en hun ontwikkeling Wat is goed/belangrijk voor kinderen: voor nu en later? 4 Basisdoelen in de Wet

  4. Wat kinderopvang in elk geval moet bieden aan kinderen: • Een gevoel van veiligheid • Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie • Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie • Waarden, normen, cultuur

  5. Onderzoek • 200 groepen uit 200 Kinderdagverblijven • Bezoek hele dag • Training • Observaties en vragenlijsten

  6. Landelijke meting 2008 (200 groepen) Gemeten in 2008 2005 • Structurele kwaliteitskenmerken o.a. groepsgrootte, ratio, opleiding en ervaring • Algemene proceskwaliteit 5 ITERS/ECERS schalen in NCKO-instrument • De zes interactievaardigheden (meer gedetailleerd beeld van proceskwaliteit) X X (6 schalen) -

  7. Interactievaardigheden • Sensitieve responsiviteit • Respect voor autonomie • Structureren en grenzen stellen • Praten en uitleggen • Ontwikkelingsstimulering • Begeleiden van interacties tussen kinderen (Riksen-Walraven, 2004)

  8. Sensitieve Responsiviteit Pikt de pedagogische medewerker de signalen op van de kinderen en reageert ze op een goede manier? Is ze een veilige haven voor het kind?

  9. Respect voor Autonomie Geeft de pedagogische medewerker ruimte aan de kinderen? Stimuleert hij of zij actief dat kinderen zelf iets doen? En op hun eigen manier?

  10. Structureren en grenzen stellen Deze vaardigheid heeft te maken met iemand’s competentie om aan kinderen duidelijk te maken wat er van hun verwacht wordt en ervoor te zorgen dat ze zich daar aan houden. Bij deze vaardigheid gaat het er ook om dat de pedagogische medewerker de situatie of activiteit zo organiseert dat kinderen er optimaal van kunnen profiteren

  11. Praten en uitleggen Deze vaardigheid gaat om de mate waarin iemand praat en uitlegt (kwantiteit) maar ook om hoe iemand dat doet (kwaliteit)

  12. Ontwikkelingsstimulering Dit gaat over de extra dingen die de pedagogisch medewerker doet om kinderen te stimuleren op allerlei vlakken: cognitief, motorisch, taal….

  13. Begeleiden van Interacties Dze schaal heeft betrekking op de mate waarin de pedagogisch medewerker aandacht besteed aan positieve interacties tussen kinderen en deze probeert te bevorderen.

  14. NCKO interactievaardigheden op PM-niveau (N = 323-424) (gemiddelde, +/- 1 standaarddeviatie, minimum/maximum) 7 6 Vold.-goed 5 4 Matig 3 Onvold 2 1 Sensitieve Responsiviteit Respect voor de Autonomie Structuur & Grenzen Praten & Uitleggen Ontwikke-lings Stimulering Begeleiden van Interacties Interactiekwaliteit is het laagst in babygroepen!

  15. Algemene proceskwaliteit is verder gedaald, met name Ruimte/meubilering en Interacties Interactievaardigheden: Conclusies ▪ “Basale” interactievaardigheden zijn relatief goed, vooral “educatieve” vaardigheden kunnen veel beter ▪ Grote variatie in interactiekwaliteit (vaardigheden) ▪ Interactiekwaliteit is het laagst in babygroepen • Groepsgrootte is toegenomen, vooral in verticale groepen • Meer kinderen in de groep  lagere interactiekwaliteit, vooral in verticale groepen

  16. Aanbevelingen • Aandacht voor interactievaardigheden, vooral de “educatieve” vaardigheden • Aandacht voor babygroepen (lagere kwaliteit) • Aandacht voor groepsgrootte (vooral verticale groepen) • Investeren in ruimte, meubilering en materialen • Interventie op basis van NCKO-kwaliteitsmonitor? • Nieuwe landelijke kwaliteitsmeting in 2012

  17. Drievaardigheden staan centraal, alle afgeleid van het NCKO-kwaliteitsmodel • Ontwikkelingsstimulering (cognitieve ontwikkeling) • Begeleiding van interacties (sociale ontwikkeling) en • Praten en uitleggen (taalstimulering) Deze 3 vaardigheden (m.n. 1 en 2) zijn duidelijk zwakker dan sensitieve responsiviteit en respect voor de autonomie van het kind

  18. N.B.: Succesfactoren in VVE-programma’s • Amerikaansonderzoeknaar pre-Kindergarten (pre-K) programma’s:* • Ondersteunende en sensitief-responsieveinteractiesbelangrijkerdanprogrammatischeaanpak en daarinaanwezigestructurelekenmerken (ratio, locatie/duurprogramma, e.d.) • Dus: grootbelang van Human Factor! * Howeset al., (2008): Ready to learn? Children’s pre-academic achievement in pre-kindergarten programs. Early Childhood Research Quarterly, 23, 27-50.

  19. Hoge(re) kwaliteit kinderopvang heeft effect op taalontwikkeling* • Amerikaanslongitudinaalonderzoekbij 60 kinderen (tussen 1 en 3 jaar) • Resultaat op 24 en 36 maanden, maarvooralbij 36 maanden (op woordenschat) • Kinderen in hogekwaliteit KO meerdan 2 x zoveelverschillendewoordenalskinderen in lagekwaliteit KO • N.B.:deelnemende gezinnen waren tweeverdieners uit relatief hoge SES (met verondersteld laag risico op taalontwikkeling achterstand). *Vernon-Feagans, L., et al. (2007). Quality of childcare and otitis media: Relationship to children’s language during naturalistic interactions at 18, 24, and 36 months. Journal of Applied Developmental Psychology, 28(2).

  20. GEEN OPVANG, MAAR OPVOEDING ! De emancipatie van een uniek opvoedingsmilieu

  21. Flexibele, vanzelfsprekende overlegstructuur tussen de verschillende opvoeders • Voorbeeld Zweeds curriculum: - Minder nadruk op cognitieve ontwikkeling - Algemene ontwikkelingsdoelen - Besef ‘wij voeden met z’n allen dit kind op’ • Voorbeeld Nederlands curriculum - Brede school

  22. Als je met meerdere volwassenen intensief bij hetzelfde kind betrokken bent, zou nader overleg over de opvoeding - in de meest brede zin des woords – veel meer dan nu het geval is een vanzelfsprekende zaak moeten zijn.

  23. Dit is het beste te realiseren door het formuleren van een algemeen pedagogisch programma met brede ontwikkelingsdoelen, waarin sociaal-emotionele ontwikkeling een even belangrijke plaats krijgt toebedeeld als de cognitieve (lees: schoolse) ontwikkeling

More Related