1 / 20

Regeling 4H

Regeling 4H. Het Centrale Zenuwstelsl. Grote hersenen Kleine hersenen Hersenstam Ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel. Bestaat uit alle zenuwbanen die door je lichaam lopen. Een aantal termen. Zintuigcellen = Receptoren (vangen prikkel op) Zenuwcellen = Conductoren (vervoeren impuls)

elroy
Télécharger la présentation

Regeling 4H

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Regeling 4H

  2. Het Centrale Zenuwstelsl • Grote hersenen • Kleine hersenen • Hersenstam • Ruggenmerg

  3. Het perifere zenuwstelsel • Bestaat uit alle zenuwbanen die door je lichaam lopen

  4. Een aantal termen • Zintuigcellen = Receptoren (vangen prikkel op) • Zenuwcellen = Conductoren (vervoeren impuls) • Spier-/kliercellen = Effectoren

  5. Zenuwcellen (of neuronen) • Cellichaam + uitlopers • Cellichaam liggen in of buiten het centrale zenuwstelsel

  6. Een zenuwcel

  7. Uitlopers • Dendriet= geleidt de impulsen naar het cellichaam toe • Axon = geleidt de impulsen van het cellichaam af naar een spier of een klier

  8. Type zenuwcellen • Sensorische zenuwcellen = geleiden de impulsen van de receptoren naar het Centrale Zenuwstelsel • De cellichamen van deze zenuwcellen liggen vlakbij het Centrale Zenuwstelsel • Dit cellichaam heeft 1 lange dendriet en een korter axon

  9. Type Zenuwcellen • Motorische zenuwcellen = geleiden de impulsen van het Centrale Zenuwstelsel naar de effectoren. • De cellichamen van deze zenuwcellen liggen ín het Centrale Zenuwstelsel • Dit cellichaam heeft meerdere korte dendrieten en 1 lange axon

  10. Type Zenuwcellen • Schakelcellen = geleiden impulsen binnen het Centrale Zenuwstelsel. • Impulsen van sensorische zenuwcellen  motorische zenuwcellen • Impulsen van andere schakelcellen of impulsen naar andere schakelcellen • De cellichamen van deze zenuwcellen liggen binnen het Centrale Zenuwstelsel.

  11. Impulsgeleiding

  12. Impulsgeleiding • De impulssterkte is bij een mens overal gelijk  alles of niet wet • Impulsfrequentie bepaalt de sterkte van de prikkel

  13. Synaps • Vindt de overdracht van impulsen plaats van de ene cel naar de andere cel

  14. Hersenen

  15. Hersenen • Grote hersenen: • Linker hersenhelft en rechter hersenhelft. Verbonden door hersenbalk. Axonen lopen hierdoor van ene kant naar andere kant. • Binnenste deel is wit (myeline). • Buitenste deel is grijs: zenuwcellen met korte axonen en sterk vertakte dendrieten. Veel verbindingen mogelijk.

  16. Hersenen • Kleine hersenen: • Handhaving evenwicht, coördinatie en timing van bewegen. Vooral info afkomstig ogen en evenwichtorgaan veroorzaakt activiteit in de kleine hersenen. Signalen naar spieren, goede beweging. • Door optillen van arm, ligging van zwaartepunt verandert in je lichaam. Bepaalde spieren moeten worden aangespannen om te blijven staan.

  17. Hersenen • Hersenstam: • Veel essentiële processen die ervoor zorgen dat je in leven blijft worden geregeld in de hersenstam. • Ademhalen, bloeddruk regulatie, hartwerking, peristaltische beweging maag en darmen en slaap- waak ritme. bijv. Reflexen als hoesten, niezen, pupil, draaien van hoofd in richting van geluid en reflexen van de buikspieren. • In het verlengde merg (onderste deel van hersenstam) kruisen neuronen van linker en rechterhelft van het ruggenmerg elkaar. Sensorische neuronen van linker lichaamshelft zijn verbonden met rechterhersenhelft. En andersom.

  18. Ruggenmerg • Ruggenmerg: • Via ruggenmerg veel informatie verstuurd. Naar en van hersenen. • Tussen de wervels springen telkens een linker- en een rechterzenuw. In totaal 32 paar. • De tak aan de rugzijde heeft een verdikking: spinale ganglion. Hierin liggen cellichamen van sensorische zenuwcellen. • Cellichamen van motorische zenuwcellen liggen in de grijze stof.

  19. Ruggenmerg • In witte deel (buitenste deel ) van ruggenmerg: axonen. Deze lopen in verticale richting door het ruggenmerg. Myeline veroorzaakt deze kleur. • Het binnenste weefsel is grijs: hier liggen cellichamen van motorische zenuwcellen, schakelcellen en dendrieten. • Het ruggenmerg is een belangrijke geleidingsbron.

More Related