1 / 27

Revalidatie Prestatie-indicatoren verslagjaar 2005

Revalidatie Prestatie-indicatoren verslagjaar 2005. NAAR VOLGENDE DIA. BRON: REVALIDATIECENTRA. Inleiding. De revalidatie werkt aan continue verbetering van de kwaliteit van zorg. Verantwoording van de prestaties door middel van prestatie-indicatoren

kamal-huff
Télécharger la présentation

Revalidatie Prestatie-indicatoren verslagjaar 2005

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Revalidatie Prestatie-indicatoren verslagjaar 2005 NAAR VOLGENDE DIA BRON: REVALIDATIECENTRA

  2. Inleiding De revalidatie werkt aan continue verbetering van de kwaliteit van zorg. Verantwoording van de prestaties door middel van prestatie-indicatoren draagt hieraan bij. Bij dezen bieden we u de Revalidatie prestatie- indicatoren 2005 aan. Voor het eerst is vergelijking met een vorig jaar mogelijk. De uitkomsten over 2005 worden op brancheniveau gebruikt om de prestatie-indicatoren voor 2007 verder te verbeteren en geleidelijk toe te werken naar een set van ongeveer twintig indicatoren, waarvan tenminste 50% uitkomstgericht. In 2007 wordt een beperkte set voor patiënten interessante prestatie-indicatoren op www.kiesbeter.nl gepubliceerd. Met dank aan allen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de Revalidatie prestatie-indicatoren 2005 . MEER INFORMATIE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  3. Toelichting N=24 24 aantal revalidatiecentra = 24 groen = 2005 rood = 2004 wit = nee, niet van toepassing of niet ingevuld De rode balk is zichtbaar als de prestatie-indicator ook in 2004 is gemeten. Gebruik de Escape-toets op uw toetsenbord om tussentijds de presentatie te verlaten. NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  4. Inhoudsopgave Tevredenheid Veiligheid Effectiviteit Tijdigheid Doelmatigheid Transparantie Samenwerking Deskundigheid & deskundigheidsontwikkeling Onderwijs, Opleiding en Onderzoek Meer informatie prestatie-indicatoren NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  5. 1. Tevredenheid N=24 22 Uitvoering onderzoek patiëntentevredenheid Beschrijving wijze van onderzoek 22 groen = 2005 rood = 2004 Patiëntentevredenheid 90% van de centra voert een patiënten-tevredenheidsonderzoek uit in 2005. Er worden diverse soorten vragenlijsten gebruikt in de sector. In 2006 wordt een landelijke standaard ingevoerd. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  6. 1. Tevredenheid N=24 22 Respons en resultaten Bekendmaking resultaten Verbeteracties door resultaten 22 22 Patiëntentevredenheid Er blijkt geen relatie tussen een hoge respons en een hoge tevredenheidsscore. Resultaten worden vooral via jaarverslag, directie, leidinggevenden en cliëntenraad bekendgemaakt en leiden tot verbeteracties. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  7. 1. Tevredenheid Cliëntenraad N=24 23 Aanwezigheid van een Cliëntenraad Verhouding gegeven en opgevolgde adviezen Proactieve betrokkenheid cliëntenraad bij beleidsvorming bij verbeteractiviteiten 20 21 18 Het aantal centra met een cliëntenraad conform de WMCZ is in 2005 met 1 toegenomen. De meeste adviezen van cliëntenraden worden opgevolgd. De cliëntenraden worden het meest betrokken bij beleidsvorming. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  8. 2. Veiligheid N=24 15 Aanwezigheid actueel (<3 jaar) reglement basis medische zorg Aanwezigheid beleid infectiepreventie 21 Basismedische zorg Ruim de helft van de centra heeft een reglement basismedische zorg dat niet ouder is dan drie jaar. Zes centra geven aan dat zij in de loop van 2006 wel over het reglement gaan beschikken. Het aantal centra met beleid voor infectiepreventie is met 50% toegenomen. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  9. 2. Veiligheid N=24 6 Structurele registratie decubitusprevalentie Structurele registratie decubitusprevalentie dwarslaesiepatiënten 7 Decubitusprevalentie en -incidentie Eind 2006 wordt een landelijke prevalentie- meting uitgevoerd bij de revalidatiecentra. Het aantal centra dat in 2005 decubitusprevalentie registreerde is gestegen naar een kwart. Het aantal centra dat decubitusincidentie registreerde bij dwarslaesiepatiënten is met twee gestegen. Op basis van de aangeleverde gegevens zijn nog geen conclusies te trekken over het succes van antidecubitusbeleid. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  10. 2. Veiligheid De Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen gaat deze indicator uitwerken Medicatieveiligheid, intern formularium Structurele registratie medicatievoorschiften N=24 16 Complicaties Het aantal centra dat registreert is gelijk gebleven. De toelichting op deze vraag is verbeterd, waardoor centra zich mogelijk beter hebben gerealiseerd wat de vraag inhield. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  11. 2. Veiligheid N=24 10 Aanwezigheid op spreekkamers Aanwezigheid op verpleegafdelingen N=21 17 Medicatieveiligheid, overzicht door revalidatiecentrum voorgeschreven medicatie Het aantal centra met overzichten in spreekkamers is gedaald. Het aantal centra met overzichten op de verpleegafdeling is gestegen. De toelichting op deze vraag is verbeterd, waardoor centra zich mogelijk beter hebben gerealiseerd wat de vraag inhield. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  12. 2. Veiligheid N=24 12 Aanwezigheid op spreekkamers Aanwezigheid op verpleegafdelingen N=21 16 Medicatieveiligheid, overzicht elders voorgeschreven medicatie Het aantal centra met overzichten van elders voorgeschreven medicatie in de spreekkamers nam toe van 33% naar 50%. En van 50% naar 66% op de afdelingen. De aanwezige overzichten zijn een hulpmiddel om ongewenste medicatie-interacties te voorkomen. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  13. 3. Effectiviteit N=24 20 Percentage individuele schriftelijke overeenkomst met patiënten Behandelovereenkomst NAAR INHOUDSOPGAVE Eén centrum sluit schriftelijke behandelovereenkomsten met alle patiënten. Ruim 80% sluit overeenkomsten met een deel van de patiënten. NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  14. 3. Effectiviteit N=24 12 Structurele registratie van de realisatie van behandeldoelen Weergave percentage ontslagen patiënten, dat zelfstandig gaat wonen Registratie van de behandeling op zelfstandigheid 19 10 Realisatie behandeldoelen op individueel niveau De registratie van de behandelingen gebeurt in 50% van de centra. De toelichting op deze vraag is verbeterd, waardoor centra zich mogelijk beter hebben gerealiseerd wat de vraag inhield. Het percentage patiënten dat zelfstandig gaat wonen is ongeveer gelijk gebleven (rond 90%). Bijna de helft van alle centra registreert nu behandeleffecten. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  15. 4. Tijdigheid N=24 21 Tijdig eerste onderzoek < 4 weken Tijdige poliklinische revalidatiebehandeling < 6 weken Tijdige klinische revalidatiebehandeling < 7 weken (N=21) Publicatie op internet 22 19 14 Wachttijden volgens Treek-normen NAAR INHOUDSOPGAVE Het aantal centra dat binnen de normwachttijden zorg verleent is toegenomen, evenals het aantal centra dat wachtlijstgegevens op internet publiceert. NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  16. 4. Tijdigheid N=24 19 Elektronische inzage patiëntgegevens Elektronische gegevens en kennisbestanden NAAR INHOUDSOPGAVE De elektronische inzage van patiëntgegevens bij centra is over het algemeen goed geregeld. De inzagemogelijkheden zijn gelijk gebleven. NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  17. 5. Doelmatigheid Hiervan zijn nog geen betrouwbare gegevens verkregen. Behandelduur zorgtraject klinische revalidatiebehandeling NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  18. 6. Transparantie N=24 22 Weergave laatste scores externe toetsing Weergave voorlaatste scores externe toetsing Weergave laatste visitatie door VIOP of VINOP 17 22 Externe toetsing revalidatiezorg De cijfers van de externe toetsingen in 2005 variëren tussen 6,1 en 7,9. Het gemiddelde cijfer bedraagt 7,3. Een vergelijking van de laatste en voorlaatste toetsing laat zien dat er een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden. De visitaties van artsen in opleidingscentra en niet-opleidingscentra vinden eens per vijf jaar plaats. Dit blijkt ook uit de opgegeven data. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  19. 7. Samenwerking N=24 24 Geformaliseerde afspraken ketenpartners Participatie regionaal revalidatiegenees-kundig netwerk 22 Ketenzorg en netwerken Uitgangspunt is dat afstemming tussen de zorgaanbieders de kwaliteit van zorg ten goede komt. Alle centra zijn actief in de zorgketen. Ziekenhuizen en verpleeghuizen zijn de belangrijkste ketenpartners. Alle centra maken ketenafspraken over CVA-patiënten. 90% van de centra is actief in een regionaal revalidatiegeneeskundig netwerk, vooral samen met ziekenhuizen, soms met verpleeghuizen. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  20. 7. Samenwerking N=24 20 Systematisch overleg met patiënten-verenigingen Samenwerking met patiënten Het aantal centra dat systematisch overlegt met patiëntenvertegenwoordigers is met 13% toegenomen. 79% van de centra heeft nu overleg met patiëntenverenigingen zoals Samen Verder, VSN en Cerebraal. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  21. 8. Deskundigheid en deskundigheidsontwikkeling N=24 22 Participatie in geaccrediteerde werkgroepen VRA Participatie in landelijke werk- groepen van de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen In de meeste centra zijn revalidatieartsen actief in deskundigheidsontwikkeling. Het aantal centra met participerende artsen in werkgroepen is gelijk gebleven ten opzichte van 2004. Per centrum wordt gemiddeld wel aan meer werkgroepen deelgenomen dan in 2004. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  22. 9. Onderwijs, Opleiding en Onderzoek N=24 20 Participatie klinisch onderwijs geneeskunde Participatie andere activiteiten onderwijs geneeskunde Participatie klinisch onderwijs verpleegkunde (N=21) Participatie klinisch onderwijs andere studierichting 14 19 Onderwijs 22 In de meerderheid van de centra is sprake van actieve betrokkenheid in het onderwijs. De participatie in klinisch onderwijs geneeskunde en in andere studierichtingen is toegenomen. Ook het aantal centra met co-assistenten is gestegen van 16 naar 19. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  23. 9. Onderwijs, Opleiding en Onderzoek N=24 19 Participatie in opleiding tot revalidatiearts Participatie in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog 14 Opleiding tot specialist Een ruime meerderheid van de centra participeert in een opleidingscircuit voor de opleiding tot revalidatiegeneeskundig specialist. In 2005 hadden achttien centra 111 AIOS in dienst, waarvan twaalf de opleiding tot klinisch wetenschappelijk onderzoeker volgen. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  24. 9. Onderwijs, Opleiding en Onderzoek N=24 19 Actief eigen geïnitieerd wetenschappelijk onderzoek Participatie onderzoek andere instituten Aanwezigheid academiseringsovereenkomst 24 14 Wetenschappelijk onderzoek 80% van de centra is actief in wetenschappelijk onderzoek. Het actief eigen geïnitieerd onderzoek is in 2005 nagenoeg gelijk gebleven. De centra hebben zich mogelijk beter gerealiseerd wat de vraag inhield. Participatie bij andere instituten is gestegen. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  25. Meer informatie • Revalidatie Prestatie-indicatoren, verslagjaar 2005 • Nadere stap richting verantwoording van prestaties • Met de prestatie-indicatoren 2004 werd een eerste stap gezet naar verantwoording van prestaties van revalidatiecentra. Het tweede jaar heeft veel aanvullende inzichten verschaft over de prestaties, omdat voor het eerst een vergelijking mogelijk was. Er is een aantal belangrijke verbeteringen gesignaleerd: • Het aantal centra met beleid voor infectiepreventie is met 30% toegenomen. • Het aantal centra dat decubitusprevalentie registreert is verdubbeld. • Het aantal centra met overzichten van patiëntgegevens in de spreekkamers nam toe van 33% naar 50%. Op de verpleegafdelingen steeg het van 50% naar 66%. • De registratie van behandeleffecten is met 25% gestegen. • De registratie van wachttijden is toegenomen, evenals de publicatie op internet. • Een vergelijking van de laatste en voorlaatste toetsing laat zien dat een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden. • Het aantal centra dat systematisch overlegt met patiëntenvertegenwoordigers is met 16% toegenomen. • De participatie in klinisch onderwijs geneeskunde en in andere studierichtingen is toegenomen. Ook het aantal centra met co-assistenten is gestegen. Bij enkele indicatoren is de toelichting op de vraag verbeterd of de definitie van de vraag aangescherpt. Hierdoor zijn meer betrouwbare antwoorden gegeven. NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  26. Meer informatie Verder toewerken naar beperkte uitkomstgerichte set De prestatie-indicatoren betreffen structuren, processen en uitkomsten op negen terreinen van het werk in revalidatiecentra, zoals tevredenheid, veiligheid, tijdigheid, transparantie en deskundigheid. Alle 24 revalidatiecentra hebben gegevens aangeleverd. De data van revalidatieafdelingen in ziekenhuizen maken onderdeel uit van de prestatie-indicatoren van de betreffende ziekenhuizen. De uitkomsten over 2005 worden op brancheniveau gebruikt om de prestatie-indicatorenset voor verslagjaar 2007 verder te verbeteren en geleidelijk toe te werken naar een set van ongeveer twintig indicatoren, waarvan tenminste 50% uitkomstgericht. In overleg met de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen wordt gewerkt aan doelgroepspecifieke uitkomstindicatoren. Een aantal structuurindicatoren zal worden opgenomen in de HKZ-certificeringssystematiek, die de revalidatiesector in 2006 en 2007 ontwikkelt. De revalidatie werkt verder aan continue verbetering van de kwaliteit van de zorg voor de patiënt. Een beperkte set voor patiënten interessante prestatie-indicatoren op de website www.kiesbeter.nl worden gepubliceerd. De volledige rapportage is vanaf heden beschikbaar op www.revalidatie.nl. Ir. G.R. (Kick) Visser Drs. M.E. (Marien) van der Meer Voorzitter Directeur NAAR INHOUDSOPGAVE NAAR VORIGE DIA NAAR VOLGENDE DIA

  27. Samenvatting Prestatie-indicatoren revalidatiecentra verslagjaar 2005 Voor meer informatie: www.revalidatie.nl e i n d e

More Related