1 / 59

JEUGDSPORTFONDS

JEUGDSPORTFONDS. Paula Vanhoovels – 4 juli ‘09. 1. Clubscouting - resultaten Reglement Jeugdsportfonds Indienen van de aanvraag – Timing Bestedingsmogelijkheden Kwaliteitslabel. Facultatieve opdracht JEUGDSPORT. Algemeen Bezorgdheid betreffende de jeugdwerking in de sportverenigingen

may-ratliff
Télécharger la présentation

JEUGDSPORTFONDS

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. JEUGDSPORTFONDS Paula Vanhoovels – 4 juli ‘09

  2. 1. Clubscouting - resultaten • Reglement Jeugdsportfonds • Indienen van de aanvraag – Timing • Bestedingsmogelijkheden • Kwaliteitslabel

  3. Facultatieve opdracht JEUGDSPORT Algemeen Bezorgdheid betreffende de jeugdwerking in de sportverenigingen Specifiek atletiek Jeugdwerking in de verenigingen ondersteunen en optimaliseren Duur: 2009-2012 met mogelijkheid tot verlenging

  4. BUDGET Vooronderzoek (clubscouting) Overheid: 8.500 euro Jeugdsportfonds Overheid: 40.000 euro VAL: 10.000 euro 44.000 euro gaat volledig naar de verenigingen 6.000 euro wordt gebruikt voor overheadkosten

  5. Vooronderzoek: CLUBSCOUTING

  6. Resultaten • Verwerking gegevens • Twee verenigingen komen niet in aanmerking voor het Jeugdsportfonds: • TJAK (jogvereniging) • LAC (geen jeugdleden, zelf afgehaakt) • Eén vereniging werd nog niet verwerkt (scouting op 3/7). • Begrippen • Jeugdleden = tot en met scholier (tot 18 jaar) • Gediplomeerde = beschikt over VTS-diploma of bach LO - master LO • of geassimileerde

  7. Weergave voor de clubs Telkens p10, p25, p50, p75, p90 en gemiddelde p90 = 10% van de clubs haalt de score Clubgegevens worden vergeleken met deze percentielen. Fiche per club, bv. p10 5,2% sterk onvoldoende p25 10,4% onvoldoende p50 15,2% voldoende p75 20,1% goed p90 25,6% zeer goed Gemiddelde 14,8% CLUBSCOUTING - statistieken per club gekleurd.xls

  8. 1. Jeugdleden

  9. % Jeugdleden Jeugdleden tov. totaal aantal leden p10 11,64 % p25 16,97 % p50 22,33 % p75 31,09 % p90 39,66 % gemiddelde 22,6 % bemerkingen: Het % wordt beïnvloed door een al dan niet goede Start to Run werking

  10. % Jeugdatleten = jeugdleden met wedstrijdvergunning Jeugdatleten tov. totaal aantal leden met een wedstrijdvergunning p10 43,63 % p25 54,05 % p50 62,46 % p75 69,74 % p90 74,32 % gemiddelde 62,36 % bemerkingen: Een goede doorstroming/werking in de seniorcategorie kan deze cijfers beïnvloeden

  11. % Jeugdatleten tov. % jeugdleden Aantal jeugdatleten tov. aantal jeugdleden p10 79,37 % p25 87,91 % p50 94,12 % p75 97,86 % p90 100 % gemiddelde 92,67 % Slechts 10 verenigingen maken geen onderscheid tussen jeugdleden mét of zonder wedstrijdvergunning

  12. Deelname PUP-MIN-CAD aan minstens 4 wedstrijden % van de actieve PUP-MIN-CAD dat deelneemt aan minstens 4 wedstrijden tijdens het zomerseizoen        P10 6 %   gemiddelde 31 % P25 20 %   hoogste score 81 % P50 30 %   laagste score 0 % P75 37 % P90 46 % bemerkingen - clubs met een grote allochtonenwerking hebben het moeilijk om kinderen naar wedstrijden te krijgen   - enkel wedstrijden tijdens het zomerseizoen   - BEN niet meegerekend, nog geen behoefte om dit aan te moedigen

  13. Deelname PUP-MIN-CAD aan 3 verschillende disciplinegroepen % van de jeugdleden PUP-MIN-CAD dat deelneemt aan minstens 3 verschillende disciplinegroepen tijdens het zomerseizoen p10 6 % p25 25 % p50 34 % p75 43 % p90 51 % gemiddelde 35 % hoogste score 81 % laagste score 0 % 6 disciplinegroepen bepaald: spurt – horden – afstandlopen – springen – werpen - meerkamp

  14. 2. Jeugdtrainers

  15. Gediplomeerde trainers Gediplomeerde jeugdtrainers p10 20 % p25 37,5 % p50 50 % p75 66,67 % p90 81,25 % gemiddelde 54,05 % Gediplomeerde trainers p10 28,57 % p25 42,11 % p50 50 % p75 64,29 % p90 75 % gemiddelde 52,38 % bemerkingen: - hoger % gediplomeerde jeugdtrainers dan % gediplomeerde trainers ?!  juiste weergave ?

  16. Gediplomeerde jeugdtrainers per jeugdatleet p10 1 VTS-trainer per 106 atleten p25 1 VTS-trainer per 54 atleten p50 1 VTS-trainer per 30 atleten p75 1 VTS-trainer per 20 atleten p90 1 VTS-trainer per 15 atleten gemiddelde 1 VTS-trainer per 28 atleten bemerkingen: aantal VTS-gediplomeerden zal sterk stijgen door organisatie ASP-INI

  17. Diplomaverdeling Jeugdtrainers BEN-PUP-MIN aandeel INI 42,7 %   TB 21,7 %   TA 17,2 %   bach LO 11,6 %   mas LO 6,82 % Jeugdtrainers CAD-SCH aandeel INI 24,3 %   TB 31,9 %   TA 32,2 %   bach LO 6,88 %   mas LO 4,71 %

  18. 3. Jeugdcoördinator - Jeugdbeleid

  19. Jeugdcoördinator Jeugdcoördinator BEN-PUP-MIN 88,10 % hebben een JSC BEN-PUP-MIN 11,90 % hebben geen JSC BPM Jeugdcoördinator CAD-SCH 66,67 % hebben een JSC CAD-SCH 33,33 % hebben geen JSC CAD-SCH

  20. Jeugdcommissie 42,17% heeft een jeugdcommissie 57,83% heeft geen jeugdcommissie

  21. Doelstellingen jeugdcategorieën 39,51% van de clubs heeft omschreven doelstellingen voor de jeugdcategorieën 60,49% van de clubs heeft geen omschreven doelstellingen voor de jeugdcategorieën

  22. Onderscheid recreanten/competitieleden 59,52% van de clubs maakt een onderscheid tussen recreanten en competitieatleten 40,48% van de clubs maakt geen onderscheid tussen recreanten en competitieatleten clubs > 250 actieve leden 69,44% van de clubs maakt een onderscheid tussen recreanten en competitieatleten 30,56% van de clubs maakt geen onderscheid tussen recreanten en competitieatleten clubs < 250 actieve leden 50,00% van de clubs maakt een onderscheid tussen recreanten en competitieatleten 50,00% van de clubs maakt geen onderscheid tussen recreanten en competitieatleten Conclusie: Clubs met meer actieve leden maken meer het onderscheid tussen recreatieve en competitieve leden

  23. Specifieke trainingen miniemen 76,19 % van de clubs biedt sporadisch specifieke trainingen aan voor miniemen, gegeven door hoger opgeleide trainers 23,81 % van de clubs biedt geen specifieke trainingen aan voor miniemen, gegeven door hoger opgeleide trainers gemiddeld aantal specifieke sessies per week  1,38 keer per week (47 clubs hebben aantal sessies doorgegeven)

  24. Talentwerving 47,62 % van de clubs heeft een eigen talentendetectiesysteem   52,38 % van de clubs heeft geen eigen talentendetectiesysteem   83,33 % van de clubs heeft een actie om doelgericht talent te werven   16,67 % van de clubs heeft geen actie om doelgericht talent te werven

  25. Informatiebrochure – Infosessie voor ouders 90,24 % van de clubs heeft een informatiebrochure voor nieuwe leden 9,76 % van de clubs heeft geen informatiebrochure voor nieuwe leden   65,48 % van de clubs organiseert jaarlijks een infosessie voor ouders van jeugdleden 34,52 % van de clubs organiseert niet jaarlijks een infosessie voor ouders van jeugdleden

  26. Incentives voor kansengroepen 36,90 % van de clubs heeft incentives voor kansengroepen 63,10 % van de clubs heeft geen incentives voor kansengroepen

  27. 4. Sportkampen

  28. 54 clubs organiseren 1 of meerdere sportkampen = 64,29 % van de clubs 1 sportkamp 28,57 % 2 sportkampen 17,86 % 3 sportkampen 17,86 % - jaarlijks nemen 2669 kinderen deel aan een sportkamp van één van de atletiekverenigingen   - gemiddeld nemen 58 kinderen deel aan een sportkamp

  29. REGLEMENT JEUDGSPORTFONDS

  30. Wie komt in aanmerking ? • Elke vereniging die • op 31 maart van het kalenderjaar aangesloten is bij de VAL • de financiële verplichtingen heeft vervuld • minstens 30 leden heeft op 31 maart van het lopende kalenderjaar

  31. De criteria • 8 deelaspecten: • Deelaspect 1: Competitief kader – 15% • Deelaspect 2: Funhappenings – 15% • Deelaspect 3: Sportkampen – 10% • Deelaspect 4: Clubclustering – 15% • Deelaspect 5: Interne organisatie – 15% • Deelaspect 6: Talentdetectie en –ontwikkeling – 15% • Deelaspect 7: Maatschappelijke waarden – 5% • Deelaspect 8: Clubparticipatie – 10% Telkens een % van het totale budget bepaald Een maximum per club : 1-7 = 400 euro, 8 = onbeperkt

  32. Een club kan maximaal 1 maal een financiële ondersteuning ontvangen per onderdeel. • Een club kan maximaal voor 8 onderdelen in aanmerking komen per kalenderjaar. • Een club kan vrij kiezen voor welk onderdeel het een aanvraag wil indienen of niet. • Het niet indienen van een aanvraag voor één deelaspect kan geen aanleiding geven tot verminderde subsidie voor andere deelaspecten.

  33. Deelaspect 1 tot en met 7: Behalen van de minimale voorwaarde 50 punten Behalen van de tweede voorwaarde extra 25 punten Behalen van de derde voorwaarde extra 25 punten Deelaspect 8: Extra: behalen van de vierde voorwaarde extra 25 punten

  34. Fondsbepaling • Op basis van punten behaald in de deelaspecten • De club dient een aanvraag in • Het budget wordt bepaald • De club dient kosten in voor het te besteden budget

  35. Kwaliteitslabel Jeugdwerking Gouden – Zilveren – Bronzen jeugdclub Op basis van het aantal malen behalen van de minimumnorm, de tweede voorwaarde en de derde voorwaarde.

  36. Deelaspecten

  37. 1. COMPETITIEF KADER Minimale voorwaarde Minstens 15 % van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 4 wedstrijden tijdens het zomerseizoen Tweede voorwaarde 2009 : minimaal 20% van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 4 wedstrijden tijdens het zomerseizoen én Minstens 5% van de jeugdleden BEN/PUP/MIN neemt deel aan de Jeugddag van de Vlaamse Atletiekliga Derde voorwaarde 2009 : minimaal 25% van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 3 verschillende disciplinegroepen tijdens het zomerseizoen én De club neemt deel aan de Beker van Vlaanderen cadetten en scholieren, zowel bij de jongens als bij de meisjes Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 15 % van clubgedeelte = 6600 euro Maximale bijdrage per club: 400 euro

  38. 2. FUNHAPPENINGS • Minimale voorwaarde: • De vereniging organiseert een Funhappening die voldoet aan de volgende voorwaarden: • de Funhappening wordt gecoördineerd door een VTS- opgeleide of -ingeschaalde • de maximale duurtijd bedraagt 2u • maximale grootte van de groepen: 15 kinderen/groep • de Funhappening wordt uiterlijk 1 maand vooraf bekend gemaakt bij de VAL dmv. een gestandaardiseerd inlichtingsformulier. • Tweede voorwaarde • De Funhappening staat ook open voor leden van andere verenigingen en voor niet-aangeslotenen • Derde voorwaarde • De Funhappening wordt als alternatieve competitievorm voor BEN/PUP georganiseerd en opgenomen in de wedstrijdkalender van de Vlaamse Atletiekliga • 2009: nvt • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 15 % van clubgedeelte = 6600 euro • Maximale bijdrage per club: 400 euro

  39. 3. SPORTKAMPEN • Minimale voorwaarde • De vereniging organiseert een sportkamp dat voldoet aan de volgende voorwaarden: • het sportkamp staat onder leiding van een VTS- opgeleide • de club bepaalt het programma en de invulling van de lesgevers • sportkamp jeugd < 14jaar: het sportkamp staat open voor leden uit andere verenigingen en voor niet-aangeslotenen • sportkamp jeugd > 14 jaar: het sportkamp staat open voor leden uit andere verenigingen • duur: minimaal 3 dagen • staat open voor minimaal 30 deelnemers • Tweede voorwaarde • minstens 40% van de begeleiders zijn VTS- trainers • Derde voorwaarde • De vereniging werkt samen met een andere atletiekvereniging door een gezamenlijke organisatie en/of stelt haar sportkamp open voor leden uit een andere vereniging. • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 10 % van clubgedeelte = 4400 euro • Maximale bijdrage per club: 400 euro

  40. 4. CLUBCLUSTERING • Minimale voorwaarde • De vereniging werkt aan alle bewegingsvaardigheden bij BEN/PUP/MIN door toepassing van speelse atletiekvormen • De vereniging biedt vanaf de cadettencategorie minstens 4 disciplines aan waarbij de begeleiding gebeurt door een VTS-opgeleide van minstens Trainer B-niveau in de betrokken discipline • Tweede voorwaarde • Voor miniemen wordt maximaal éénmaal per week een meer disciplinegerichte training aangeboden door een VTS Trainer B-opgeleide en dit gedurende minimaal 20 weken/jaar. • De vereniging biedt minstens 5 disciplines aan waarbij de begeleiding gebeurt door een VTS-opgeleide van minstens Trainer B-niveau in de betrokken discipline • Derde voorwaarde • Voor miniemen wordt maximaal éénmaal per week een meer disciplinegerichte training aangeboden door een VTS Trainer B-opgeleide en dit gedurende minimaal 20 weken/jaar. • De vereniging biedt minstens 6 disciplines aan waarbij de begeleiding gebeurt door een VTS-opgeleide van minstens Trainer B-niveau in de betrokken discipline. • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 15 % van clubgedeelte = 6600 euro • Maximale bijdrage per club: 400 euro

  41. 5. INTERNE ORGANISATIE • Minimale voorwaarde • de vereniging beschikt over een jeugdsportcoördinator BEN/PUP/MIN die de sporttechnische activiteiten aanstuurt. • de vereniging biedt minstens één nevenactiviteit/jaar aan voor de jeugd • de vereniging beschikt over een informatiebrochure voor nieuwe leden of organiseert jaarlijks een infosessie voor ouders van jeugdatleten • Tweede voorwaarde • De jeugdsportcoördinator beschikt over een VTS-opleiding Trainer B • of een VTS-diploma Initiator + een diploma van VTS-Jeugdsportbegeleider • Derde voorwaarde • de club beschikt over een jeugdsportbeleidsplan met de structuur van de jeugdbegeleiding in de club. • de club past het talentdetectiesysteem toe dat de federatie voorziet (afname clubtests / observatie van jongeren). • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 15 % van clubgedeelte = 6600 euro • Maximale bijdrage per club: 400 euro

  42. 6. TALENTDETECTIE en -ONTWIKKELING • Minimale voorwaarde • de vereniging overhandigt jaarlijks aan de Vlaamse Atletiekliga een lijst van talentvolle jongeren. Op basis van deze lijst worden jongeren uitgenodigd voor provinciale trainingen. • Tweede voorwaarde • minstens 5% van de actieve jeugdleden neemt deel aan de provinciale talentendagen • minstens 50% van de atleten die uitgenodigd werden voor de provinciale trainingen nemen deel aan 50% van de sessies. • Derde voorwaarde • minstens 10% van de actieve jeugdleden neemt deel aan de provinciale talentendagen • minstens 75% van de atleten die uitgenodigd werden voor de provinciale trainingen nemen deel aan 50% van de sessies. • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 15 % van clubgedeelte = 6600 euro • Maximale bijdrage per club: 400 euro

  43. 7. MAATSCHAPPELIJKE WAARDEN Minimale voorwaarde de vereniging neemt minstens één initiatief per jaar om kinderen uit maatschappelijk achtergestelde groepen te integreren en/of om allochtonen te integreren in de werking van de club. Tweede voorwaarde de vereniging neemt minstens drie initiatieven per jaar om kinderen uit de doelgroep te integreren. Derde voorwaarde de vereniging heeft een gestructureerde samenwerking met andere instanties (bv. OCMW) of federaties (bv. VLG) om jongeren uit de doelgroep te integreren. Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 5 % van clubgedeelte = 2200 euro Maximale bijdrage per club: 200 euro

  44. 8. CLUBPARTICIPATIE • 50 punten • minstens beschikken over 45 jeugdleden dd. 31 maart van het lopende kalenderjaar • minstens 1 VTS jeugdtrainer per 35 actieve jeugdleden • 75 punten • minstens beschikken over 90 jeugdleden dd. 31 maart van het lopende kalenderjaar • minstens 1 VTS jeugdtrainer per 25 actieve jeugdleden • 100 punten • minstens beschikken over 145 jeugdleden dd. 31 maart van het lopende kalenderjaar • minstens 1 VTS jeugdtrainer per 20 actieve jeugdleden • 125 punten • minstens beschikken over 230 jeugdleden dd. 31 maart van het lopende kalenderjaar • minstens 1 VTS jeugdtrainer per 20 actieve jeugdleden • Totale besteedbare som voor dit onderdeel : 10% van het clubgedeelte = 4400 euro • Maximale bijdrage per club: per club : onbeperkt • Indien niet al het geld besteed wordt, zal het resterende bedrag verdeeld worden over alle verenigingen die voldoen aan deze algemene instapnorm.

  45. per onderdeel kunnen 87 (clubs) x 100 punten behaald worden = max. 8700 punten

  46. Indien niet alle verenigingen optimaal gebruik maken van het fonds wordt het resterend aantal punten herberekend over de overige verenigingen op basis van het algemeen instapcriterium “clubparticipatie”. Bv. 6500 van de 8700 te verdelen punten werden behaald. 2200 punten kunnen herverdeeld worden onder de clubs die in aanmerking komen voor het jeugdsportfonds:

  47. INDIENEN ANVRAAG TIMING

  48. INDIENEN VAN DE AANVRAAG Op basis van het aanvraagformulier (downloadbaar via extranet) uiterlijk 31 augustus. F:\CLUBSCOUTING\Jeugdsportfonds - aanvraagformulier.doc Het aanvraagformulier dient per e-mail te worden verzonden naar jeugdsportfonds@val.be Afrekening deelaspecten 2 tot en met 7 : uiterlijk 15 oktober op basis van de verantwoordingsstukken (zie document “Bestedingsmogelijkheden”) die ingediend worden voor 1 oktober deelaspecten 1 en 8: berekening door de VAL tegen 15 november. De verenigingen dienen de verantwoordingsstukken voor het resterend bedrag in voor 1 december.

  49. TIMING 31 augustusclub: indienen aanvraag ondersteuning Jeugdsportfonds 30 septemberVAL: berekening eerste deel van de ondersteuning en rapportering naar de clubs 1 oktoberclub: uiterlijke datum indienen verantwoordingsstukken voor eerste deel van de ondersteuning 15 oktoberVAL: uiterlijke datum afrekening eerste deel van de ondersteuning 15 novemberVAL: verwerking bijkomende gegevens door de VAL en rapportering naar de clubs 1 december club: uiterlijke datum indienen verantwoordingsstukken voor tweede deel van de ondersteuning 15 decemberVAL: uiterlijke datum afrekening tweede deel van de ondersteuning

More Related