1 / 55

Hoofdstuk 10: Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie

Economie, een Inleiding. Hoofdstuk 10: Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie. Onvolmaakte mededinging: Tussen perfecte mededinging en monopolie Enerzijds: voorwaarden voor volmaakte mededinging niet voldaan

may
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 10: Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Economie, een Inleiding Hoofdstuk 10:Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie

  2. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie • Onvolmaakte mededinging: • Tussen perfecte mededinging en monopolie • Enerzijds: voorwaarden voor volmaakte mededinging niet voldaan • Voorbeeld geen homogeen product • Voorbeeld imperfecte informatie • Anderzijds: geen monopolie

  3. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  4. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  5. 1. Oligopolie met homogene producten • Oligopolie • Beperkt aantal aanbieders • Enerzijds: aanbieders zijn geen prijsnemers • Anderzijds: aanbieders kunnen rivalen niet over hoofd zien • Hoeveelheid die producent kan aanbieden hangt af van aangeboden hoeveelheden van concurrenten

  6. 1. Oligopolie met homogene producten • Homogeen oligopolie versus heterogeen oligopolie: • Homogeen oligopolie: goederen volledig vervangbaar in ogen van afnemers (perfecte substituten) • Heterogeen oligopolie: goederen onderscheiden van ri-valen via productdifferentiatie • Eigen vraagfunctie • Eigen prijs • Beschouw een (homogeen) duopolie (= 2 aanbieders)

  7. 1. Oligopolie met homogene producten • Beschouw een (homogeen) duopolie (= 2 aanbieders) • Inverse marktvraag naar broodjes: • Bijhorende totale ontvangstenfunctie: • Marginale ontvangsten: • Vertrek van situatie van slechts één aanbieder, totale kosten: • Marginale en gemiddelde kosten = €2

  8. 1. Oligopolie met homogene producten • Optimaal productieniveau voor monopolist • MO = MK = €4 per stuk • Output = 200 broodjes • Winst monopolist = €400 • Veronderstel: tweede aanbieder treedt toe (met zelfde kostenstructuur als eerste aanbieder) • Nieuwe situatie: homogeen duopolie

  9. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten 1. De karteloplossing 2. De prikkel om een afspraak te breken 3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  10. 1.1. De karteloplossing • Eerste mogelijkheid: de karteloplossing • Akkoordje tussen beide ondernemers • Opnieuw monopoliesituatie • Winstmaximaliserende gezamenlijke output: identiek aan die van monopolie • Tenslotte: verdeling winst over beide spelers • Dit is coöperatieve oplossing of karteloplossing • Garandeert maximale winst voor beide ondernemingen samen

  11. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten 1. De karteloplossing 2. De prikkel om een afspraak te breken 3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  12. 1.2. De prikkel om een afspraak te breken • Tweede mogelijkheid: Individuele monopolist heeft er belang bij zich niet aan afspraak te houden • Residuele vraag • Vraagfunctie voor onderneming A gegeven output die onderneming B afzet • Onderneming B houdt zich aan de afspraak • Inverse residuele vraagfunctie:

  13. 1.2. De prikkel om een afspraak te breken • Winstmaximaliserende output voor duopolist A: • Merk op: qA = 150 • Door meer te produceren behaalt duopolist A een grotere winst (€225 i.p.v. €200) • Weliswaar lagere winstmarge (€1,5 i.p.v. €2) • Maar ook (en vooral) meer afzet (150 i.p.v. 100) • Duopolist B is slechter af

  14. 1.2. De prikkel om een afspraak te breken • Belangrijk: • Wederzijdse afhankelijkheid of ‘reactie’ van ene duopolist op keuze van andere • Evenwicht vereist situatie waarbij veronderstelling die A maakt over gedrag van B, tezelfdertijd optimale keuze is voor B, én vice versa

  15. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten 1. De karteloplossing 2. De prikkel om een afspraak te breken 3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  16. 1.3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Inverse vraagfunctie voor duopolist A voor elke mogelijke waarde van qB: • Winstmaximaliserende output voor A:

  17. 1.3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Analoog: • Drukt winstmaximaliserende outputniveau van verkoper B uit als functie van output verkoper A • Dit zijn reactiefuncties • Cournot-evenwicht grafisch: beschouw Figuur 10.2.: • Punt E: wederzijdse consistentie van veronderstellingen • Dit is snijpunt van reactiecurven • Cournot-evenwicht:niet-coöperatieve oplossing voor homogeen duopolie

  18. 1.3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • Cournot-evenwicht algebraïsch: • Marktaanbod = 266 broodjes (A en B identiek) • Prijs = €3,34 per stuk • Totale winst per onderneming = €178,22 • Dit is lager dan €200 (karteloplossing)

  19. 1.3. De reactiefunctie en het Cournot-evenwicht • In realiteit: twee scenario’s • Duopolisten kiezen hun outputniveau simultaan  Cournot-evenwicht • Duopolisten kiezen hun outputniveau sequentieel  Stackelberg-evenwicht • Leider-volgermodel • Eén duopolist heeft meer marktmacht dan andere

  20. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  21. 2. Oligopolie en speltheorie • Homogeen duopolie in speltheoretisch kader • Spelers: duopolisten • Strategie: keuze van winstmaximaliserende output • Cel: winst voor elke duopolist • Niet-coöperatieve oplossing van Cournot = Nash-evenwicht

  22. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie 1. De resultatenmatrix van het homogeen duopolie 2. Is er een dominante strategie voor de duopolisten? 3. De paradox van Bertrand 4. Het Nash-evenwicht bij het homogeen duopolie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  23. 2.1. De resultatenmatrix van het homogeen duopolie • Resultatenmatrix is symmetrisch • Observaties: • Kartelafspraak: cel (s2,t2) • Deze oplossing is echter niet stabiel

  24. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie 1. De resultatenmatrix van het homogeen duopolie 2. Is er een dominante strategie voor de duopolisten? 3. De paradox van Bertrand 4. Het Nash-evenwicht bij het homogeen duopolie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  25. 2.2. Is er een dominante strategie voor de duopolisten? • Dominante strategie levert beste resultaat op ongeacht strategie van andere speler • Beschouw Tabel 10.1.: • Geen dominante strategieën

  26. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie 1. De resultatenmatrix van het homogeen duopolie 2. Is er een dominante strategie voor de duopolisten? 3. De paradox van Bertrand 4. Het Nash-evenwicht bij het homogeen duopolie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  27. 2.3. De paradox van Bertrand • Nieuw uitgangspunt: • Concurrentie via prijs i.p.v. hoeveelheid • Gevolgen voor prijszetting: • Lage prijs zetten is dominante strategie • Beste strategie ongeacht gedrag van concurrent • Finaal leidt dit proces ertoe dat beide ondernemingen prijs laten dalen tot prijs = minimum van gemiddelde kosten • Poging om markt te veroveren

  28. 2.3. De paradox van Bertrand • Indien ondernemingen in homogeen duopolie elkaar beconcurreren via prijs  zelfde uitkomst als perfecte mededinging • Bertrand-paradox:resultaat van perfecte mededinging wordt bereikt terwijl slechts twee ondernemingen aanbieden

  29. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie 1. De resultatenmatrix van het homogeen duopolie 2. Is er een dominante strategie voor de duopolisten? 3. De paradox van Bertrand 4. Het Nash-evenwicht bij het homogeen duopolie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  30. 2.4. Het Nash-evenwicht bij het homogeen duopolie • Nash-evenwicht: combinatie van strategieën waarbij geen enkele speler zijn strategie wenst te wijzigen, gegeven verwachte strategie van andere spelers • Karteluitkomst (s2,t2) is geen Nash-evenwicht • Speler A wil veranderen gegeven t2 • Speler B wil veranderen gegeven s2 • Combinatie (s3,t3) is een Nash-evenwicht

  31. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  32. 3. Productdifferentiatie • Paragrafen 1 en 2: • Marktmacht • Criterium: aantal aanbieders • Merk op: Bertrand-paradox: zelfs met slechts twee spelers  uitkomst van perfecte mededinging • Paragraaf 3: • Marktmacht • Criterium: heterogene versus homogene goederen • Productdifferentiatie: heterogene goederen • Bevredigen dezelfde behoefte maar zijn toch verschillend • Verschillen van allerlei aard zijn relevant

  33. 3. Productdifferentiatie • Monopolistische mededinging • Marktvorm met productdifferentiatie • Vrije toe- en uittreding: veel ondernemingen actief

  34. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie 1. Monopolistische mededinging 2. Het Hotelling model • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  35. 3.1. Monopolistische mededinging • Enerzijds heeft iedere aanbieder eigen deelmarkt voor afzet van zijn product • Productdifferentiatie • Anderzijds vertoont deze marktvorm ook kenmerken van volmaakte mededinging • Veel aanbieders • Weinig invloed op marktgebeuren • Vrije toe- en uittreding

  36. 3.1. Monopolistische mededinging • Korte termijn: • De winstmaximaliserende output q*: MO = MK • MO ≠ GO  Prijs > Marginale kosten bij output q* • ~ Winstmaximalisatie door monopolist • Echter: ondernemingsvraag heeft betrekking op één variant van goed

  37. 3.1. Monopolistische mededinging • Lange termijn: • Toetreding • Bij monopolistische mededinging lokt winst toe-treding van nieuwe ondernemingen uit • Individuelevraagcurve naar links • Individuelevraagcurve prijselastischer • Groot verschil met monopolie • Markt van monopolistische mededinging komt tot rust onder volgende voorwaarden: • (a) iedere onderneming maximaliseert haar winst; • (b) winst van iedere onderneming is nul zodat er geen toe- of uittreding meer is

  38. 3.1. Monopolistische mededinging • Opmerkingen • Prijs • Volmaakte mededinging: P = min (GK) = MK • Monopolistische mededinging: hogere prijs • Productvariëteiten • Grotere keuzemogelijkheid bij monopolistische mededinging

  39. Onvolmaakte Mededinging en Productdifferentiatie - Inhoudstafel • Oligopolie met homogene producten • Oligopolie en speltheorie • Productdifferentiatie 1. Monopolistische mededinging 2. Het Hotelling model • Zoekkosten en asymmetrische informatie

  40. 3.2. Het Hotelling model • Monopolistische mededinging • Geen strategisch gedrag van aanbieders • Aanbieder is te klein om markt te beïnvloeden • Productdifferentiatie in oligopolistische markten • Strategisch gedrag van aanbieders (rekening houden met prijszetting, positionering, …) • Weinig aanbieders • Het Hotelling model

  41. 3.2. Het Hotelling model • Model van Hotelling • Gaat uit van prijsconcurrentie • Paradox van Bertrand? • Nee, omwille van productdifferentiatie • Beschouw Figuur 10.5.: • Twee verkopers van roomijs • Eerste staat op 500 meter van linkerzijde • Tweede staat op 500 meter van rechterzijde

  42. 3.2. Het Hotelling model • Stel: afwezigheid van verplaatsingskosten • Zonder verplaatsingskosten kijken consumenten enkel naar prijs • Bertrand-uitkomst • Meer realistisch: aanwezigheid van verplaatsingkosten • Productdifferentiatie: afstand • Tegengewicht voor prijsconcurrentie • Elke ijsventer bezit eigen cliënteel (niche) en kan winst realiseren

  43. 3.2. Het Hotelling model • Let wel: • Lagere prijs betekent nog steeds uitbreiding van markt- aandeel t.o.v. concurrent • Voorbeeld: consument op punt M is indifferent tussen ijsje aan linker- of rechterzijde • Nash-evenwichtsconcept blijft dus relevant

  44. 3.2. Het Hotelling model • Positionering is (naast prijszetting) ook strategische beslissingsvariabele • Prijs én positionering verklaren • Bij afwezigheid van prijsconcurrentie is er tendens tot minimale differentiatie (punt M) • Product wordt weer homogeen • De ijsventers gaan naar elkaar toe om klanten te winnen • Bij prijsconcurrentie is er tendens tot maximale differentiatie • Bertrand uitkomst vermijden

More Related