1 / 10

Evenwichten

De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!!. Evenwichten. Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant zodat er energie weggaat. Als de temperatuur daalt zal het evenwicht reageren naar de exotherme kant zodat er energie gevormd wordt.

Télécharger la présentation

Evenwichten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Kev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Evenwichten Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant zodat er energie weggaat. Als de temperatuur daalt zal het evenwicht reageren naar de exotherme kant zodat er energie gevormd wordt. mlavd@BCEC

  2. Bij het oplossen van zouten ontstaat een evenwicht tussen het nog op te lossen zout(s) en het al opgeloste zout(aq) Evenwichten bij oplossen van zouten mlavd@BCEC

  3. Bij het oplossen van zouten ontstaat een evenwicht tussen het nog op te lossen zout(s) en het al opgeloste zout(aq) Evenwichten bij oplossen van zouten mlavd@BCEC

  4. Bij het oplossen van zouten ontstaat een evenwicht tussen het nog op te lossen zout(s) en het al opgeloste zout(aq). Evenwichten bij oplossen van zouten Goed oplosbare zouten: evenwicht ver naar rechts  Kev = Ks >>> 1 Bij matig oplosbare zouten zal dit evenwicht naar links Kev = Ks < 1 Slecht oplosbare zouten: evenwicht ver naar links  Kev = Ks <<< 1 mlavd@BCEC

  5. Bij het oplossen van zouten ontstaat een evenwicht tussen het nog op te lossen zout(s) en het al opgeloste zout(aq) . Evenwichten bij oplossen van zouten [Ag+]*[Cl-] = 28 * 7 = 196 [Ag+]*[Cl-] = 14 * 14 = 196 [Ag+]*[Cl-] = 49 * 4 = 196 mlavd@BCEC

  6. Evenwichten bij oplossen van zouten: ionenproduct [Ag+]*[Cl-] = 14 * 14 = 196 [Ag+]*[Cl-] = 49 * 4 = 196 [Ag+]*[Cl-] = 28 * 7 = 196 Het ionenproduct is bij het oplossen van zouten constant. Dit noemen we het oplosbaarheidsproduct en dit bepaalt hoeveel zout er maximaal op kan lossen per L water. Conclusie: mlavd@BCEC

  7. Evenwichten bij oplossen van zouten mlavd@BCEC

  8. Bereken hoeveel gram neerslag ontstaat als 10,00 gram BaSO4 wordt toegevoegd aan 2,000 L water Evenwichten bij oplossen van zouten stap 1: BaSO4 Ba2+ + SO42-Ks = [Ba2+]*[SO42-] stap 2: Ks = 1,1*10-10(zie Binas)[Ba2+] = [SO42-] = 1,05*10-5 M In 2 L  2,1*10-5 mol BaSO4 lost op stap 3: Toegevoegd: 10 g/233,4 g/mol = 0,04284 mol en in 2 L lost 2,1*10-5 mol BaSO4 op neerslag 0,04284 - 2,1*10-5 = 0,04282 mol BaSO4  0,04282 mol * 233,4 g/mol = 9,995 g BaSO4 mlavd@BCEC

  9. Bereken hoeveel gram magnesiumhydroxide maximaal oplost in 2,0 L water Evenwichten bij oplossen van zouten stap 1: Mg(OH)2 Mg2+ + 2 OH- x x 2x stap 2: Ks = [Mg2+]*[OH-]2 = 5,6*10-12 = x*(2x)2 4x3= 5,6*10-12  x3 = 1,4*10-12  x = 1,119*10-4 M stap 3:In 2 L  2,24*10-4 mol Mg(OH)2 lost op  in 2 L lost 1,3*10-2 gram Mg(OH)2 op mlavd@BCEC

  10. Bereken de pH van de oplossing als 2,00 gram ijzer(II)hydroxide wordt toegevoegd aan 1,20 L water Evenwichten bij oplossen van zouten stap 1: Fe(OH)2 Mg2+ + 2 OH- x x 2x stap 2: Ks = [Fe2+]*[OH-]2 = 4,9*10-17 = x*(2x)2 4x3= 4,9*10-17  x3 = 1,225*10-17  x = 2,31*10-6 M  [OH-] = 4,61*10-6 M stap 3: [OH-] = 4,61*10-6 M  pOH = 5,64  pH = 14 –5,64 = 8,36 mlavd@BCEC

More Related