1 / 31

Voedingsstoffen van belang voor huid en vacht energie en eiwit (S houdende AZ) ess. vetzuren Zn Cu

Voedingsstoffen van belang voor huid en vacht energie en eiwit (S houdende AZ) ess. vetzuren Zn Cu Vit. A Vit. E. Samenstelling vacht 85-95% eiwit Keratinefilamenten zijn rijk aan zwavelhoudende aminozuren Langharige rassen Keratinisatie = tot 25% v/d dagelijkse eiwitopname

sadie
Télécharger la présentation

Voedingsstoffen van belang voor huid en vacht energie en eiwit (S houdende AZ) ess. vetzuren Zn Cu

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Voedingsstoffen van belang voor huid en vacht • energie en eiwit (S houdende AZ) • ess. vetzuren • Zn • Cu • Vit. A • Vit. E

  2. Samenstelling vacht • 85-95% eiwit Keratinefilamenten zijn rijk aan zwavelhoudende aminozuren • Langharige rassen Keratinisatie = tot 25% v/d dagelijkse eiwitopname • Haar vertegenwoordigt +/-14% v/h lichaam • Waarschijnlijk meer bij grote rassen.

  3. HAARGROEI • Herstel kan meerdere weken duren • Haar groei na scheren kortharige rassen: 3-4 maanden langharige rassen: tot 18 maanden • Haar groeit in cycli anagene fase: actieve haarproductie in follikels vooral zomer telogene fase: rustperiode winter tot 90% telogeen

  4. HAARGROEI • Door ziekte, stress, of ondervoeding “malnutrition” gaan veel haarfollikels gelijktijdig in telogene fase • Telogeen haar valt gemakkelijk uit • Ondervoeding veroorzaakt Dunne vacht Doffe, ruwe vacht

  5. oligo-elementen • Koper Rol bij de synthese van melanines als deel van het enzyme tyronase Bruin-ros verkleuren van de zwarte haren • Zink parakeratose seborrhea sicca symmetrische locale gele korsten & pelletjes grijs worden

  6. Essentiële vetzuren • Arachidonzuur • Linolzuur - De water barrier v/h epiderm = lamellen van sphingolipiden in the stratum corneum - Linolzuur is ingebouwd in het ceramide-deel van de sphingolipiden - Geeft de specifieke eigenschappen die nodig zijn voor de barrière functie - Een adequate opname van EVZ is noodzakelijk voor het behoud van een gezonde vacht

  7. LINOLZUUR • Tekort aan Linolzuur Hyperproliferatie met seborrhea Verhoogde permeabiliteit voor vocht • Minimum 1% DS.

  8. SHOWHONDEN • 20 - 25 % eiwit • 15 % vet min. 1% linolzuur, meer is beter • Zink 1-2 mg/kg LiG (> 80 mg/kg DS) Vermijd overmaat aan Ca, P, fytaten • Koper > 0.03 mg/kg LiG (>2 mg/kg DS) Geen koperoxide

  9. Ongewenste alimentaire reacties 1.niet immunologisch indiscretion: pica intolerantie: - metabole reactie (lactose intol.) - intoxicatie - farmacologische reactie (vis) - voederidiosynchrasie 2. immunologisch anaphylactische reactie allergie

  10. Prevalentievoedselallergie 10 - 20% van allergische dermatitis Symptomen -leeftijd: H:4m - 14j; meestal begonnen voor 1j (33-51%) K: 6m-12j, 50% jonger dan 2j - pruritis (matig tot erg), niet seizoensgebonden, meestal gegeneraliseerd - distributie letsels: zie atopie - gastro-intestinale Sn: 10 à 15% - AH Sn zelden

  11. Ethiopathogenese: Karakteristieken allergenen: • eiwitten, meestal glycoproteïnen • MG: 10 000 à 70 000 dalton • humane: kruisreacties • diergeneeskunde: minder onderzocht, geen kruisreacties tussen rund en melkprodukten • Overgevoeligheidsreacties type 1, 3 en 4

  12. Welke eiwitbronnen? - Hond: rundvlees, melkprodukten en granen in 66% (244 gevallen) soja, kip, ei, lams- en varkensvlees in 22% - Kat: rundvlees, melkprodukten en vis in 80% (45 gevallen) - conservering en andere additieven: allergische reacties zelden! - neo-allergenen

  13. risico factoren voor het ontwikkelen van voedselallergie • verteerbaarheid eiwit • intestinale permeabiliteit • Ig A deficiëntie • genetische predispositie • leeftijd • andere allergieën: atopie, vlooienallergie,..

  14. Voedingsanamnese: • basisvoeder • snacks • tafelresten • supplementen • kauwbeentjes, enz.. • andere bronnen van voederopname gedurende enkele weken dagelijks bijhouden wat het dier allemaal opneemt

  15. Diagnose - eliminatie dieet - term hypoallergeen dieet: niet correct - diëten op basis van gehydroliseerde eiwitten optimaal MG

  16. Ideale eliminatie dieet • nieuwe eiwitbron • gelimiteerd aantal eiwitbronnen • voldoen aan de eiwitbehoefte doch geen overmaat • goed verteerbaar • zo weinig mogelijk additieven, conserveringsmiddelen en vasoactieve amines • volledig uitgebalanceerd voeder

  17. Commercieel voeder of huishouddieet? Voordelen Huishouddieet: • totale controle van opgenomen voedingsmiddelen • geen conserveringsmiddelen • in theorie 100% diagnose • meestal hoog verteerbare eiwit bronnen • grotere verscheidenheid aan eiwitbronnen

  18. Voordelen commercieel voeder • makkelijk beschikbaar en praktisch • nutritioneel compleet • nu ook grotere verscheidenheid (eiwitbron) • diagnose in groot deel van gevallen (65-90%)* • adequate hoev. eiwit* • zeer verteerbare eiwitbron* * afhankelijke van de gebruikte diëten

  19. Nadelen Huishouddiëten • meestal nutritioneel inadequaat (tekort aan Ca, bep. vit., ess. vetzuren,...) zeker bij groeiende dieren • meestal een te hoog % eiwit • tijdsintensief • grote hoeveelheden bij grote rassen

  20. Nadelen Commerciële diëten • diagnose niet in 100% van de gevallen • conserveringsmiddelen, transformaties • prijs • grote variatie in kwaliteit ‘hypoallergeen’

  21. Diagnose: - Oude dieet gedurende 14d + dagelijks bijhouden alle andere supplementen en Sn - Voorlopige diagnose: Eliminatie dieet gedurende 8 à 12w + geen enkel ander supplement! - Definitieve diagnose: reïntroductie oude dieet + suppl. (7-14d) - Provocatie: introductie van verdachte individuele voedermiddelen (7d)

  22. Behandeling • vermijden van allergeen tolerantie individueel verschillend drempelwaarde - andere allergieën • commercieel of huishouddieet

  23. Gluten enteropathie: • Ierse setter, andere rassen • gluten: eiwitten: gliadine en glutenine • rijst, maïs en aardappel: geen gliadine • pathogenese? volledig gehydrolyseerde gliadine: niet toxisch herhoogde mucosale permeabiliteit delayed hypersensitiviteit • Sn starten op 4-7m, malabsorptie en malassimilatie

  24. Diagnose: • eliminatiedieet: meestal rijst en 1 eiwitbron • reïntroductie vroeger dieet • provocatie: zuivere gluten, of verschillende granen die gluten bevatten • DD allergie tov andere Ag (gluten) in granen Behandeling: gluten vrij dieet, laag vetgehalte pups: gluten vermijden

  25. Evaluatie en formulering van huishouddiëten

  26. HHD:Inleiding • Slechts 16% Belgische dierenartsen adviseert nooit een huishouddieet (De Smet en Poels, 1995) • 90% van huishoud – eliminatie diëten voor hond en kat zijn niet adequaat voor onderhoud (Roudebush et al. 1992)

  27. Frequente problemen • Overmaat aan eiwit • Energie deficiënt • Omgekeerde Ca/P verhouding • Vit. en mineralen deficiënt (Ca, Fe, thiamine) • Kat: te weinig vet taurine

  28. Huishoud diëten: evaluatie van recepten: • zijn de 5 ingrediënten groepen aanwezig? - koolhydraten en vezel bron - eiwitbron - vetbron - mineralenbron Ca - multivitaminen en micromineralen

  29. evaluatie van recepten: • koolhydratenbron (gekookt): energiebron K: kh/eiwitbron: 1 à 2/1 H: 2 à 3/1 • Type en hoeveelheid eiwitbron kwaliteit: dierlijk? H: 25 a 30% van totaal vlees (gekookt) K: 35-50% ev. 1x /week een deel onder de vorm van lever

  30. mager of vette eiwitbron? indien mager extra bron van vet nodig: H: 2%; K 5% energiedensiteit en ess. vetzuren • Mineralenbron: Ca indien eiwitbron ³ kh bron: enkel Ca indien niet: Ca en P suppl.: beendermeel • vitaminen en micromineralen • via gemidd. analyse waarden: berekenen

  31. Aanbevelingen voor eigenaar: • mixen van ingrediënten • koken anders mogelijk pathogenen verhoogt de verteerbaarheid • wegen van de ingrediënten: rauw of gekookt? • vit. mineralen suppl.: niet verwarmen, toedienen juist voor voederen

More Related