200 likes | 389 Vues
De Ontwikkeling van het Platonisme. Oude Academie (± eerste 100 jaar na Plato; dogmatisch) II. Nieuwe Academie (aporetisch/Socratisch) III. Midden Platonisme (vanaf ± jaar 0; dogmatisch) IV. Neoplatonisme (vanaf Plotinus; dogmatisch). Opzet College Plotinus.
E N D
De Ontwikkeling van het Platonisme Oude Academie (± eerste 100 jaar na Plato; dogmatisch) II. Nieuwe Academie (aporetisch/Socratisch) III.Midden Platonisme (vanaf ± jaar 0; dogmatisch) IV.Neoplatonisme (vanaf Plotinus; dogmatisch)
Opzet College Plotinus • Plotinus (204/5-270): Grondlegger Neoplatonisme • Het systeem van hypostasen: • (1) Het Ene • (2) Geest/Nous • (3) Ziel • (4) Materie • Tragiek en mystiek: de gevallen menselijke ziel
“Plotinus, de filosoof uit onze tijd, leek zich ervoor te schamen in een lichaam te zijn.” Porphyrius, Het Leven van Plotinus
Plotinus’ Geschriften • De Enneaden (9-tallen): Porphyrius’ editie van Plotinus geschriften in 6 boeken van elk 9 geschriften: thematisch geordend. • Alternatieve ordening: chronologisch • Voorbeeld: Enn. V 1 [10]
Plato’s Metafysica: Zijn en Worden Zijn / Ideeën / onstoffelijke wereld ------------------------------------------------- Worden / materiële wereld
Plotinus’ Ene: Het Zijn voorbij Boven het Zijn: Het Ene ------------------------------ Het Zijn: Ideeën / Goddelijk Intellect/Geest ----------------------------------- Het Worden: de materiële, veranderlijke wereld
Plato over de Idee van het Goede (Politeia 509b) “Je zult wel beamen, denkik, dat de zon niet alleen aan de dingen die gezien worden de kracht geeft om gezien te worden, maar ook wording, groei en voeding, terwijl de zon zelf geen wording is.” “Zeker.” “Evenzo wordt aan de objecten van kennis niet alleen het vermogen om gekend te worden verschaft door het Goede, maar ook het zijn en het zijnde danken zij eraan, terwijl het Goede zelf geen zijnde is, maar aan gindse zijde van het Zijnde staat en dat in eerbiedwaardigheid en kracht overtreft.”
1. Het Ene • Het Ene: de bron van alles, m.n. Het Zijn • Het Ene ‘is’ alles in potentie • De dubbele activiteit van het Ene: • Activiteit 1: Het Ene ‘zijn’ • Activiteit 2: Productie • Beelden: het Ene als eeuwig vloeiende waterbron / eeuwig schijnende zon • Het Ene = het Goede, datgene waarnaar alles streeft (epistrophe)
2. Geest / Nous / Intellect • Product van het Ene • Richt zich op het Ene (epistrophe) • Resultaat: de Ideeën • Geest is alles in actualiteit, dwz. de Ideeën • Denkend subject (Geest) en gedacht object (Ideeën) vallen samen • Activiteit 1: de Ideeën denken • Activiteit 2: Productie (van Ziel)
3. De Ziel • Product van Geest • 1ste activiteit: contemplatie Ideeën • 2de activiteit: bezielen van de materie • Ziel: de link tussen het Zijn (Ideeënwereld) en het Worden (materiële wereld)
4. De Materie • Product van het Ene • Vormloos • Pure materie = het Kwaad • Materie is niet-zijnde (heeft geen deel aan Ideeën/Vormen/Zijnde) is dus niet-Zijnde • Heeft derhalve op geen enkele wijze deel aan het Goede • Heeft uitsluitend parasitair bestaan
De gevallen menselijke ziel • De menselijke ziel: het Narcissus-motief • Plotinus’ gedurfde these: de menselijke ziel daalt niet in haar geheel af • De eerste mystieke ervaring: omkering (epistrophe) tot Intellect • De tweede mystieke ervaring: omkering (epistrophe) tot het Ene
De val van de menselijke ziel (Plotinus Enn. V 1 [10] 1 • “Wat is het toch dat de zielen hun vader, hun god, heeft doen vergeten en heeft gemaakt dat zij, hoewel zij delen uit de hogere wereld zijn en volledig van hem zijn, noch zichzelf noch hem meer kennen? Wel, het begin van het kwaad voor hen was hun overmoed en hun geboorte, het eerste anders-zijn en bovendien de wil om van zichzelf te zijn. Daar ze zich na hun geboorte over hun zelfstandigheid verheugden en in overvloedige mate gebruik maakten van hun eigen beweging ... verloren ze de kennis dat zij zelf ook uit die wereld stamden, net als kinderen die meteen na hun geboorte van hun vaders worden weggerukt en in den vreemde worden opgevoed noch zichzelf noch hun vaders meer kennen.”
Plotinus’ gedurfde these (Enn. IV 8 [6] 8 • “En als wij tegen de mening van de anderen in de moed hebben om wat wij denken duidelijker uit te spreken: zelfs onze ziel is niet in haar geheel in de materie verzonken, maar er is altijd iets van haar in het intelligibile. En als het het deel dat in de zintuigelijke waarneembare is de overhand heeft, of liever als het door de materie wordt overweldigd en in verwarring gebracht, dan laat het ons niet toe waar te nemen wat het hogere deel van de ziel schouwt.”
De gevallen menselijke ziel • De menselijke ziel: het Narcissus-motief • Plotinus’ gedurfde these: de menselijke ziel daalt niet in haar geheel af • De eerste mystieke ervaring: omkering (epistrophe) tot Intellect • De tweede mystieke ervaring: omkering (epistrophe) tot het Ene
Een ‘spirituele oefening’ (1)Enn. V 8 [31] 9 “Laten we nu onze wereld in gedachten nemen, waarbij elk deel blijft wat het is en niet met een ander wordt verward, maar laten we het zo doen dat alles bij elkaar zoveel mogelijk tot een éénheid is gebracht, zodat wanneer één deel, wat dan ook, tevoorschijn komt, bijvoorbeeld het buitenste hemelgewelf, terstond ook de voorstelling van de zon en tegelijk van de andere sterren meekomt, en dat de aarde en de zee en alle andere levende wezens worden gezien, zoals bij bij een doorzichtige bol ook metterdaad alles daarin gezien kan worden.”
Een ‘spirituele oefening’ (2)Enn. V 8 [31] 9 “Neem nu eens in de ziel een lichtend voorstelling van die bol, die alles in zich heeft, hetzij bewegend, hetzij stilstaand, of sommige dingen alleen bewegend en andere aleen stilstaand. Houd die voorstelling vast, maar vorm bij uzelf nog een andere (bol) door de massa eraf te halen. Haal er ook alle ruimtelijkheid af en de voorstelling in u van de materie, en poog niet een andere bol in gedachten te nemen die in omvang kleiner is dan de eerste maar roep de god aan die de bol heeft geschapen, waarvan u de voorstelling hebt, en bidt dat hij komt.”
Een ‘spirituele oefening’ (3)Enn. V 8 [31] 9 “En moge hij komen en zijn eigen wereld meebrengen met al de goden daarin, hij die één en allen tegelijk is, en elk is allen tegelijk, samengesmeed in een eenheid, wel onderscheiden naar hun vermogens, maar door dat ene veelvoudige vermogen toch allen één.”
Eénwording met het Ene(Enn. V 5 [32]) • “Wel, we moeten niet zoeken waarvandaan (het Ene komt), want er is niet een ‘waarvandaan’. Want het Ene komt niet en gaat nergens heen weg, maar het verschijnt, en het verschijnt ook niet. Daarom moeten we het niet achterna jagen, maar stil afwachten tot het verschijnt en ons gereedmaken om schouwers te zijn, zoals een oog wacht op het opgaan van de zon; en de zon verschijnt verschijnt boven de horizon—uit de oceaan zeggen de dichters—en biedt zichzelf aan als schouwspel voor onze ogen.”
Een ‘schisma’: Porphyrius en Iamblichus • Plotinus/Porphyrius: de ziel is niet in haar geheel afgedaald => filosofie alleen is voldoende • Iamblichus en de meeste latere Neoplatonisten: de ziel is in haar geheel afgedaald => filosofie alleen volstaat niet om haar te verlossen; de noodzaak van theurgie.