1 / 19

Thema 9

Thema 9. Dementie. Dementie … even wat cijfertjes. Ongeveer 250.000 Nederlanders Hiervan zijn 12.000 jong-dementerend ( jonger dan 65 jaar ) 1 op de 5 mensen krijgt dementie In 2030 wordt verwacht dat er meer dan 3 00.000 Nederlanders lijden dan aan dementie .

Télécharger la présentation

Thema 9

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Thema 9 Dementie

  2. Dementie… even watcijfertjes • Ongeveer250.000Nederlanders • Hiervanzijn12.000jong-dementerend (jongerdan 65 jaar) • 1 op de 5 mensenkrijgtdementie In 2030 wordtverwachtdatermeerdan300.000Nederlanderslijdendanaandementie. • Komtvakervoorbijvrouwendanmannen, vrouwenwordengemiddeldouderdanmannen.

  3. Wat is dementie? = niet één bepaalde ziekte = een verzamelnaam voor bepaalde verschijnselen die door een groot aantal ziektes kunnen ontstaan • Letterlijk betekent dementie: • Ontgeesting, geestelijke aftakeling

  4. Wat is dementie? . • Dementie is niet aangeboren! • Dementiewordtvaakgeassocieerd met ouderdom, maar is geenonvermijdelijkgevolg van ouderdom! • Bijdementietredenerveranderingen op in de hersenen: hierdoorgaancognitievefunctiesachteruit en verdwijnenuiteindelijk • Ruim 50 ziekteskunnendementieveroorzaken!

  5. Veranderingen in de hersenen

  6. Voorbeelden van cognitievefuncties: • Onthouden • Waarnemen • Denken en redeneren • Taal • Rekenen • Lezen • Schrijven • Handelen • Het nemen van initiatief • Aandacht, concentratie • Inzicht in de eigensituatie

  7. Symptomen • Geheugenstoornissen • Desoriëntatie in plaats, tijd, persoon • Minstens 1 van de volgendeaandoeningen: • Afasie (taalstoornis) • Agnosie (verlies van vermogenompersonen, voorwerpenetcteherkennen) • Apraxie (onvermogenomcomplexehandelingenuittevoeren) • Stoornis in de executievefunctiesof aandacht

  8. Overige symptomen • Persevereren (continu hetzelfde herhalen in praten/bewegen) • Confabuleren (fantasieverhalen om ‘lege’ plekken op te vullen) • Verzamelzucht • Achterdocht • Decorumverlies • Stemmingsstoornissen • Hallucinaties • Denkstoornissen • Gedragsstoornissen • Persoonlijkheidsveranderingen

  9. Vaststellendementie Uitgebreidonderzoek: Hersenscans: (CT-scan; hersenscand.m.v. röntgenstraling) (PET-scan; hersenscand.m.v. radioactievedeeltjes) (MRI-scan; hersenscand.m.v. magnetischegolven) Vragenlijsten Testen Bloedonderzoek

  10. Vormen van dementie • De ziekte van Alzheimer (70%) • Vasculairedementie (15-20%) • Zeldzamegevallen van dementie(15%) • Frontotemporaledementie • Dementiebij Parkinson • Lewy Body Dementie • Mengvormen (combinatie van 2 of meeraandoeningen): 15% • Rest < 5 % (Ziekte van Creutzfeldt-Jakob en Huntington)

  11. Overigevormen van dementie In veelgevallen (15-20%) is sprake van eencombinatieaanoorzaken van dementie (Alzheimer + CVA, of vasculairedementie + Alzheimer). In anderegevallen is eenziekte de oorzaak van dementie: - Aids • De ziekte van Korsakow • De ziekte van Huntington • Multiple Sclerose • De ziekte van Parkinson • De ziekte van Creutzfeld-Jakob (De gekkekoeienziekte, BSE, is een variant van dezeziekte)

  12. Verloop in 4 fases • Fase 1: Voorfase • Fase 2: Ambulante ondersteuning • Fase 3: Hospitalisatie • Fase 4: bedlegerig/terminale fase

  13. 1. Voorfase • Dementie wordt nog niet herkend • De fase duurt zo’n 1-2 jaar • Symptomen zijn vaag: • Vermoeidheid • Minder initiatief • Minder actief • Meer fouten in dagelijks leven • Moeite met dingen plannen en organiseren • Sneller geïrriteerd

  14. 2. Ambulante ondersteuning • Diagnose is gesteld • Cliënt woont nog thuis • Meer hulp in huis nodig • Fase duurt 2-3 jaar • Zelfredzaamheid neemt af • Geheugenproblemen steeds duidelijker • Angst en achterdocht • Handelen verstoord (zelfverzorging) • Lichamelijke gesteldheid achteruit • Confabuleren, decorumverlies

  15. 3. Hospitalisatie • Opname in instelling • Gedragsveranderingen zijn niet meer te hanteren • Lichamelijke verzorging kan thuis niet meer geboden worden • Vervuilen van zichzelf en omgeving • Gevaar voor eigen veiligheid en die van naasten • Gaan steeds meer in het verleden leven

  16. 4. Bedlegerig/ terminale fase • Minder mobiel • Hierdoor langdurig in bed liggen • Kans op doorligplekken • Moeizaam eten en drinken in combinatie met een verminderd hongergevoel: voedingstoestand verslechterd • Grote kans op infecties en ontstekingen • Kan een langdurige fase zijn: 6 jaar of langer • Iemand sterft niet aan dementie, maar aan de complicaties van de dementie

  17. Behandeling Helaas is er geen genezing mogelijk • Wel kwaliteit van leven verbeteren door: • Het zo optimaal mogelijk houden van de algemene gezondheid • Verlichten van bepaalde symptomen (medicatie) • Behandelen van bijkomende ziekten • Verminderen van gestoord gedrag

  18. Filmpje • Dementie

More Related