1 / 9

Grammar Chapter 4 – G3

Grammar Chapter 4 – G3. Aangeplakte vragen = Question tags. Aangeplakte vragen = question tags. Dit onderdeel heb je voor het eerst in klas 1 gehad. Misschien weet je nog hoe het ging: Jij bent 12, he? = You are 12, aren’t you? Hij is ziek, toch? = He is ill, isn’t he?

chanel
Télécharger la présentation

Grammar Chapter 4 – G3

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags

  2. Aangeplakte vragen = question tags • Dit onderdeel heb je voor het eerst in klas 1 gehad. Misschien weet je nog hoe het ging: • Jij bent 12, he? = You are 12, aren’t you? • Hij is ziek, toch? = He is ill, isn’t he? • Zij wonen in Frankrijk, he? = They live in France, don’t they? • Zij woont ver weg, of niet soms? = She lives far away, doesn’t she? • Eigenlijk gaat het er om dat je iemand anders vraagt of hij of zij er net zo over denkt als jij. In het nederlands gebruik je de achtervoegsels he, toch, of niet soms etc. • Als je naar een Engelse serie kijkt of met Engelsen praat zul je vele voorbeelden hiervan tegenkomen.

  3. Aangeplakte vragen = question tags • Belangrijk is dat je het rijtje van de hulpww nog in je hoofd hebt zitten, want die moet je hier gebruiken. Als je ze niet meer weet zoek je ze terug in Ch1-G3. • Nu moet je nog even weten hoe je deze question tags in het Engels maakt. Dat gaat volgens een stappen plan: • You are English, … …? • Je onderstreept het 1e ww dat je tegenkomt. • You are English, … …? • Is dit een hulpww? – are is een hulpww (to be) • Je zet het hulpww achter de komma. • You are English, are …? • Je kijkt of er not in de 1e helft staat. Als dat niet zo is, plak je not aan het hulpww vast.

  4. Aangeplakte vragen = question tags • You are English, aren’t …? • Je kijkt wat het onderwerp van de 1e helft is = you. • Je zet het onderwerp achteraan. • You are English, aren’t you? • Nog een voorbeeld: • Your father is a lorry driver, … …? • Your father is a lorry driver, … …? (is = hulpww) • Your father is a lorry driver, is …? • Your father is a lorry driver, isn’t …? • Het onderwerp is your father. Dit vervang je door he. • Your father is a lorry driver, isn’t he?

  5. Aangeplakte vragen = question tags • Een ander voorbeeld: • Your friends will help you, … …? • Your friends will help you, … …? (will = hulpww) • Your friends will help you, will …? • Your friends will help you, will not =won’t …? • Your friends will help you, won’t they? • Nog eentje: • They can’t do it, … …? (can=hulpww) • They can’t do it, can …? (not in de 1e helft, dus niet in 2e) • They can’t do it, can they?

  6. Aangeplakte vragen = question tags • Iets moeilijker kan ook: • Het kan zijn dat het eerste ww dat je onderstreept, geen hulpww is. Je kunt dat ww niet zomaar achter de komma zetten. Je moet dan gebruik maken van de vormen van het ww to do (do,does,did). Dit principe ben je ook al tegengekomen bij het maken van vragen! • Een voobeeld: • John watches tv every day, … …? • Het eerste ww dat je tegenkomt is watches; dit is geen hulpww, dus die kun je niet achter de komma plaatsen. Je moet nu gebruik maken van do, does (ott) of did (ovt). • Jij herkent in watches de ott, dus kies je do of does. Het verschil tussen do en does weet je al vanaf klas 1, nl does is voor he, she en it.

  7. Aangeplakte vragen = question tags • Je kijkt naar het onderwerp in de zin. Dit is John, dus he. Jekiest natuurlijk voor does. • John watches tv every day, does …? • Er staat geen not in de 1e helft, dus plak je die achter does. • John watches tv every day, doesn’t …? • Het onderwerp is John. Je vervangt dit door he, en jouw question tag is dus: • John watches tv every day, doesn’t he? • Nog een voorbeeld: • My parents talked about it, … …? (talked is geen hulpww) • My parents talked about it, did …? (talked=ovt, dus did) • My parents talked about it, didn’t …? • My parents talked about it, didn’t they?

  8. Aangeplakte vragen = question tags • Het is belangrijk dat je je onregelmatige ww kent. Pas dan kun je de tijd van zo’n ww herkennen en kun je de juiste question tag toevoegen. Een voorbeeld: • My fellow pupils slept late last night, … …? (slept=ovt) • My fellow pupils slept late last night, didn’t they? • He thought he was right, … …? (thought = ovt) • He thought he was right, didn’t he? • Als je nog meer voorbeelden wilt zien, kijk dan op blz 174, 175 TB.

  9. Opdrachten • Zoek een Engelse tekst/teksten waarin je voorbeelden van dit grammatica onderdeel terug vindt. • Onderstreep minstens 5 zinnen waarin een question tag met een hulpww voorkomt, en 5 zinnen waarin een question tag voorkomt zonder een hulpww (dit wordt een zelfstandig ww genoemd). • Bewaar deze tekst (en) in je portfolio. • Maak opdracht G3 op blz 104 WB.

More Related