120 likes | 325 Vues
V. DISTRIBUTIE. Vormen van distributie (algemeen): concessie (distributorship): concessionaris koopt zelf en verkoopt door; bepaalt in beginsel zelf prijs - leeft van prijsverschil
E N D
V. DISTRIBUTIE • Vormen van distributie (algemeen): • concessie (distributorship): concessionaris koopt zelf en verkoopt door; bepaalt in beginsel zelf prijs - leeft van prijsverschil • agentuur (commercial agency): agent koopt of verkoopt in naam van en voor rekening van principaal (zie verder « echte » agentuur tgo. andere); principaal bepaalt prijs - leeft van commissie op (ver)koop • variante: commissionair (in eigen naam voor rekening van principaal) • occasionele makelaar of vertegenwoordiger • handelsvertegenwoordiger = werknemer met een arbeidsovereenkomst (krijgt loon plus ev. commissie)
V. DISTRIBUTIECONCESSIE • Algemene kenmerken: een (door)verkoopconcessie + aankoopverplichtingen concessiehouder + verkoopverplichtingen concessiegever + ev. verplichtingen i.v.m. de doorverkoop en de marketing • IPR - conflictregel: • geen aparte categorie > toepassing verwijzingsregel contracten; in beginsel verblijfplaats concessionaris • meermaals dwingende regels van de plaats van distributie, bv. Belgische concessiewet van 1961 (geldt voor concessies op Belgisch grondgebied) • Materieel recht: • geen uniform recht • nationaal recht: meestal algemeen contractenrecht + sommige bijzondere regels
V. DISTRIBUTIECONCESSIE • Inhoud concessie-overeenkomst - drafting (onder voorbehoud van strijdigheid met mededingingsrecht, zie verder) • Partijen. Wat bij personele veranderingen ? • Toegekend productengamma ? Nieuwe producten ? • Territorium. Exclusiviteit ? Mag concessiegever zelf rechtstreeks verkopen ? • Verkoop concurrerende producten tijdens concessie • Niet-concurrentie na beëindiging concessie • Confidentialiteitsverplichtingen • Plichten m.b.t. reclame en promotie • Bepalingen betreffende modaliteiten (door)verkoop; ev. bepaling verkoopprijzen ?
V. DISTRIBUTIECONCESSIE • Inhoud concessie-overeenkomst - drafting (vervolg) • Regels m.b.t. aankoopprijzen • Afnamekwota ? • Plichten m.b.t. aanleg voorraad, naverkoopdienst, … • Duur concessie: bepaalde duur, onbepaalde duur & lengte opzeggingstermijn; gronden voor onmiddellijke beëindiging • Gevolgen beëindiging • Rechtskeuze, forumkeuze • Dwingende bepalingen betreffende beëindiging (nationaal recht), nl. • duur v/d opzeggingstermijn (Belgische wet: vage norm) • vergoedingen na beëindiging: clienteelverg.; verg. veroorzaakte kosten.
V. DISTRIBUTIEFRANCHISING • Algemene kenmerken: • Concessie voor verkoop of levering van diensten onder het merk of naam van de franchisegever; met exploitatie van intellectuele rechten (inb. know-how) en/of commerciële & technische dienstverlening door franchisegever (ook collectieve promotie, enz.); • Varianten: enkel verkoop van door franchisegever geleverde goederen c.q. fabricage onder merklicentie (zie verder hfdst. Technologiecontracten) • Al dan niet territoriaal exclusief; • Franchisegever wordt vergoed met intredegeld en/of royalties of periodieke vergoedingen. • IPR - conflictregel: nauwste band (?); ev. nationale voorrangsregels • Materieel recht: • In B. enkel wet 19-12-2005 op precontractiele informatieplicht • Internationaal: ICC modelcontract
V. DISTRIBUTIEMEDEDINGINGSRECHT • Europees mededingingsrecht. • Basisregels: Art. 101 v. VWEU (voorheen 81 v. EG-verdrag) • verbod handelsbeperkende afspraken of afgestemde gedragingen • ook automatisch nietig • behalve onder bepaalde voorwaarden ev. uitgewerkt bij Verordening): • bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, • mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt • enkel onmisbare beperkingen • mits niet de mededinging niet voor voor een wezenlijk deel van de betrokken producten wordt uitgeschakeld
V. DISTRIBUTIEMEDEDINGINGSRECHT • Europees mededingingsrecht en nationaal mededingingsrecht: Hervorming sedert 1 mei 2004 (Verordening 1/2003). • Verhouding nationaal/europees Materieel recht (zie art. 3 Vo. 1/2003) • nationaal mededingingsrecht aangepast aan EU-mededingingsrecht • nationaal mededingingsrecht speelt alleen nog rol voor inbreuken zonder merkbare invloed op de handel • Bevoegdheden instellingen: in beginsel parallel (art. 4 & 5 Vo. 1/2003) • Nationale mededingingsautoriteiten hebben volle bevoegdheid op te treden (ook om art. 101 (3) VWEU toe te passen) • Europese Commissie kan zaak aan zich trekken en zelf optreden • “Europees Competitienetwerk” (ECN) van samenwerking EU/nationale
V. DISTRIBUTIEMEDEDINGINGSRECHT • Afschaffing kennisgeving aan Eu.Commissie (zie art. 1 Vo 1/2003): • Eu.Commissie geeft géén negative clearance meer (wel kan ze ambtshalve een verklaring van niet-toepasselijkheid van art. 101 afleggen, art. 10 Vo. 1/2003) • Nationale mededingingsautoriteiten kunnen geen bindende clearance geven. • Europees mededingingsrecht: uitzonderingen op het verbod van 101(1) • “De minimis”-regel. Afspraken worden vermoed niet in strijd te zijn met art. 101 wanneer ze: 1° ondernemingen betreffen van < 250 werkn. en 40 milj. € omzet; 2° of verticale overeenkomsten waarbij aandeel op relevante markt < 15 % en die niet onder het verbod vallen van art. 4 van de groepsvrijstelling (zie verder). 3° e.a.
V. DISTRIBUTIEMEDEDINGINGSRECHT • Europees mededingingsrecht: Uitzonderingen op het verbod van 101(1) • Vrijstelling van 101 (3) VWEU: • Individuele vrijstellingen afgeschaft sedert 1 mei 2004 (onderneming moet zelf risico afwegen of voorwaarden van 101 (3) voldaan zijn) • Groepsvrijstellingen bij Verordening of nationaal • Op gebied van “verticale overeenkomsten” sedert 2000 één algemene Verordening (Vo. 2790/1999) en nog een bijzondere voor autodistributie. • Voorwaarden groepsvrijstelling: • 1° aandeel op relevante markt < 30 % (relevant: gedefinieerd in art. 9) • 2° overeenkomsten die volledig buiten vrijstelling vallen: art. 4 (hardcore verboden) • 3° clausules die niet vrijgesteld zijn: art. 5 • Individuele intrekking vrijstelling mogelijk (art. 6 en 7)
V. DISTRIBUTIEAGENTUUR • Algemene kenmerken handelsagentuur: • Zelfstandige • Bemiddelen en ev. sluiten contracten in naam van principaal (bij commissie-overeenkomst : in eigen naam voor rekening van principaal) • IPR - conflictregel: drie verhoudingen apart bekijken: • Interne verhouding (agentuurovereenkomst): ovk. op zich bekijken (Rome-I-Vo) • Vraag of handeling agent (door hel gesloten ovk.) inderdaad wordt toegerekend aan principaal • Vraag of agent zelf verplichtingen heeft jegens derde • Materieel recht: • EU Richtlijn 653/1986 harmonisatie handelsagentuur • Unidroit Conventie niet in werking
V. DISTRIBUTIEAGENTUUR • EU Richtlijn 1986 harmonisatie handelsagentuur: • art. 1 toepassingsgebied: agentuur voor goederen (aankoop of verkoop) • Art. 3 verplichtingen agent • Art. 4 verplichtingen principaal • Art. 5 dwingend karakter • Art. 7 en 8 Voor welke transacties provisie verschuldigd is (art. 9 Overloop-bepaling) • Art. 10-11 Nadere voorwaarde voor recht op provisie (een van beide voert uit of niet-uitvoering derde is schuld principaal) • Art. 12 rekening en verantwoording • Art. 13 Recht op schriftelijke overeenkomst
V. DISTRIBUTIEAGENTUUR • EU Richtlijn 1986 harmonisatie handelsagentuur: • Art. 14 Beëindiging bij bepaalde duur • Art. 15 Onbepaalde duur: opzeggingstermijnen (zoniet vervangende vergoeding) • Art. 16 Beëindiging wegens wanprestatie of uitzonderlijke gronden • Art. 17 Bijkomende vergoedingen: (2) kliëntelevergoeding; (3) vergoeding voor kosten + uitzonderingen in Art. 18 (Art 17 en 18 dwingend) • Art. 20 Inperking niet-concurrentiebedingen • Toepasselijkheid art. 101 VWEU ? • Bij « echte » agentuur (agent draagt niet het risico) vallen de beperkingen van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de agent niet onder art. 101 • De beperkingen die aan de activiteiten van de agent in het algemeen worden opgelegd moeten wel getoetstw roden aan art. 101 VWEU.