1 / 22

Paragraaf 1.4

Paragraaf 1.4. De Nederlandse Opstand. Karel V streeft naar eenheid. Karel V erft de Nederlanden als hij 6 jaar is. Als hij 15 wordt in 1515, wordt hij onze koning. We waren een erg zelfstandig land. Elk gewest, provincie, had een eigen vergadering: de Staten .

davina
Télécharger la présentation

Paragraaf 1.4

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paragraaf 1.4 De Nederlandse Opstand

  2. Karel V streeft naar eenheid • Karel V erft de Nederlanden als hij 6 jaar is. • Als hij 15 wordt in 1515, wordt hij onze koning. • We waren een erg zelfstandig land. • Elk gewest, provincie, had een eigen vergadering: de Staten. • Die bestuurde het gewest. • Vertegenwoordigers van deze Staten, gingen naar een landelijke vergadering: de Staten-Generaal. • Daar werden landelijke beslissingen genomen, bv de belastingen voor Karel V.

  3. Karel V wilde meer macht over de gewesten. • Hij benoemde edelen die in de gewesten hem moesten vertegenwoordigen. • Dat werden stadhouders genoemd. • Via deze stadhouders kon hij alle gewesten besturen vanuit Brussel. • Maar vaak was hij ergens op reis in andere landen van zijn rijk. • Dan had hij een plaatsvervanger: landvoogd. • Karel en de landvoogd hadden edelen als adviseurs. • Die hadden dus invloed op het bestuur.

  4. Filips II • In 1555 werd Filips II heer van de Nederlanden. • 4 jaar later werd hij Koning van Spanje, en ging dus terug naar Spanje. • Zijn halfzus Margaretha van Parma werd de landvoogdes. • Filips had toen nog maar weinig contact met de adel in Nederland.

  5. Filips ging door met de centralisatiepolitiek van zijn vader. • De adel kreeg steeds minder macht. • Hij had liever ambtenaren die hij kon ontslaan. • Edelen werden erg boos op Filips. • Ook burgers waren ontevreden over Filips: • Ze moesten veel belastingen betalen voor zijn oorlogen. • En ze kregen minder te zeggen.

  6. Ook waren veel burgers tegen Filips omdat hij veel calvinisten liet vervolgen. • Hijzelf was streng katholiek en wilde het protestantisme uitroeien. • Zelfs katholieken vonden dat hij wel erg ver ging.

  7. Beeldenstorm • 1566: honderden edelen gingen naar Margaretha van Parma. • Ze vroegen haar de protestanten met rust te laten. • Ze wilden haar waarschuwen. • 1 Franse adviseur zei toen: Bang voor die bedelaars? ( = gueux) • Een spottende naam, maar later noemden de opstandelingen zich geuzen.

  8. Margaretha luisterde wel: • Even geen vervolgingen. • Hierdoor gingen de calvinisten juist weer meer hagenpreken houden.

  9. In 1566 ging 1 predikant tijdens zo’n hagenpreek erg hevig tekeer tegen het vereren van heiligen. • Een groep calvinisten vertrok gelijk naar de dichtstbijzijnde kerk om daar de beelden kapot te slaan. • Dit is het begin van de Beeldenstorm. • In de maanden erna werden honderden kerken en kloosters geplunderd.

  10. De Opstand begint • Filips was woedend toen hij van de Beeldenstorm hoorde. • Hij stuurde de Hertog van Alva met een leger naar de Nederlanden. • Hij moest de daders straffen en de edelen oppakken die niet hadden ingegrepen. • Er kwam een speciale rechtbank hiervoor.

  11. Veel mensen vluchtten naar Duitsland en Frankrijk. • Zo ook Willem van Oranje, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. • In 1568 viel hij met legers Alva aan. • Dat was het begin van de Nederlandse Opstand, ofwel de Tachtigjarige Oorlog. (1568-1648) • De aanval mislukte.

  12. Ommekeer • Een deel van de calvinisten was met boten gevlucht en wilden weer aanvallen. Dit werden de watergeuzen genoemd. • Op 1 april 1572 veroverden ze Den Briel. • Vanaf dat moment kozen meer steden de kant van de geuzen. • Willem van Oranje gaat vanuit Delft de Opstand leiden.

  13. Vanuit het zuiden gaan de Spanjaarden weer aanvallen. • Bv het stadje Naarden werd veroverd, zonder geweld. • De stad gaf zich over, maar de hele bevolking werd vermoord. • Alva gebruikte veel geweld om zo steden over te halen zich over te geven. • Maar het leidde juist tot meer verzet. • Steden als Haarlem en Leiden waren fel tegen Alva. • ( Haarlem werd wel ingepikt)

  14. De Nederlanden raken verdeeld. • Filips II vocht tegen meer landen, zoals Turkije. • De schatkist raakte leeg, en soldaten werden niet meer betaald. • De Spaanse soldaten gingen plunderen. • Vlaanderen en Brabant hadden last van plunderende en moordende soldaten; “Spaanse furie”. • De zuidelijke staten kozen de kant van het vrije Holland en Zeeland. • Maar in 1579 kozen ze toch de kant van Filips.

  15. De opstandige gewesten vormden een eigen “land”: Unie van Utrecht. • Delen van Brabant en Limburg deden mee. • Samen vochten ze tegen Filips.

  16. 1580: Filips verklaarde Willem van Oranje vogelvrij en loofde een hoge beloning uit voor degene die hem zou vermoorden. • Zo hoopte hij de Opstand weer tegen te gaan. • In 1581 zei de Unie van Utrecht dat Filips hun koning nier meer was.

  17. Verder zonder vorst. • 1581: weer veel Brabantse en Limburgse gebieden werden weer door Spanje ingepikt. • En in 1584 werd Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards. • En in 1585 kon Spanje Antwerpen inpikken…. • Hoe nu verder?

  18. Filips moest even de aanval op het noorden stopzetten want hij wilde eerst Engeland aanvallen. • Maar de Spaanse vloot ging in 1588 voor de Engelse kust ten onder. • Dat was de redding van Nederland. • In 1588 besloten de Noordelijke gewesten ook verder te gaan zonder koning. • Ze heetten toen: Republiek der Verenigde Nederlanden.

  19. Dit was geen centraal bestuurde staat. • De hoogste macht – soevereiniteit – lag bij elk gewest zelf. • Samen regelden ze ook wel wat zaken in de Staten-Generaal. • De zoon van Willem van Oranje, Maurits, werd stadhouder. • Dat was nu geen plaatsvervanger van de landvoogd meer, maar de militaire leider van de Republiek.

  20. Er veranderde daarna weinig in de oorlog tegen Spanje. • De zuidelijke gewesten bleven bij Spanje, de Noordelijke gewesten bleven zelfstandig. • Tot 1648: toen werd de vrede getekend: • Vrede van Munster.

More Related