1 / 19

Voormalig Zwembad Beekhuizen

Voormalig Zwembad Beekhuizen. ..en de dieren die daar nu wonen. Achtergrondinformatie door IVN Oostveluwezoom voor groep 7/8 en ouder. Het Zwembad …. Bodytekstregel arial 20 punten Bodytekstregel arial 20 punten Bodytekstregel arial 20 punten. vroeger…. … en straks?.

ernie
Télécharger la présentation

Voormalig Zwembad Beekhuizen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Voormalig Zwembad Beekhuizen ..en de dieren die daar nu wonen Achtergrondinformatie door IVN Oostveluwezoom voor groep 7/8 en ouder.

  2. Het Zwembad….. Bodytekstregel arial 20 punten Bodytekstregel arial 20 punten Bodytekstregel arial 20 punten vroeger….. … en straks?

  3. Verleden en Toekomst • In 1955 werd het zwembad geopend. Door geldgebrek moest het in 1988 weer dicht. • Later kwamen er mensen wonen, die het terrein bij gingen houden: voor henzelf, maar ook voor de dieren, vooral de ringslang. • In 2007 richtten de bewoners Stichting Broedplaats op. Voor natuurbeheer en educatie. Om te laten zien hoe waardevol het is. De gemeente heeft een fraai plan: 6 huizen en een dubbele villa. Die zoveel mogelijk groene energie gebruiken, vooral van de zon. En huizen van natuurlijke materialen, zoals stro en leem. Maar ook blijft het een natuurterrein, als plek voor o.a. slangen en kikkers. En voor jullie.

  4. De stuwwal. Als de ijs-tong aangroeit, dikker en zwaarder wordt, duwt hij de randen van de ondergrond steeds hoger. De lagen die erin zaten, ook water, gaan mee omhoog. 150.000 jaar geleden, in de één na laatste ijstijd, duwde het groeiende, zware ijs het land zo diep in, dat hoge wallen aan de rand ontstonden. Later smolt het ijs en gleed naar beneden, waardoor smeltwaterdalen ontstonden. Hevige winden bedekten het gebied met zand uit de drooggevallen zee. Later kwam tegen de zuidhelling fijner zand, dat löss heet en vruchtbaarder is. Net als in Limburg. Mammoeten konden hier leven na het ijs, tussen 100.000 en 10.000 jaar geleden. Vanaf die periode leefden er ook de eerste mensen, jagers en verzamelaars nog Later, kwam de landbouw waar de löss was gevallen, omdat dat vruchtbare grond is. Vanaf de Middeleeuwen ontstonden hier kastelen en landgoederen. Op die vruchtbare landgoederenstrook ligt ook voormalig zwembad Beekhuizen.

  5. De ringslang Er zijn in Nederland drie slangen: de gladde slang, de adder en de ringslang. Alleen de adder is giftig. Alle slangen zijn erg schuw. De adder heeft een zigzagpatroon. De ringslang, die hier veel voorkomt, heeft geen ring, maar enkel twee vlekken achter de kop. Hij leeft van kikkers, padden, wormen en slakken. Ringslangen kunnen heel goed zwemmen. De volwassen ringslang is circa 120 cm groot. Ze paren in het voorjaar en leggen een maand later 20-30 eieren. Die worden in 1 à 2 maanden in een broeihoop uitgebroed. Die zijn gemaakt door de bewoners van bladafval, hooi en takken. Als het daarbinnen maar warm blijft. Jonkies zijn 15cm groot.

  6. Andere reptielen Reptielen zijn koudbloedige, gewervelde dieren. Ze hebben als bescherming een geschubde huid. Ze leven in laag, liefst nat gewas. Alle reptielen hebben warmte nodig om actief te worden. Slangen hebben geen poten. Hagedissen wel, behalve de hazelworm: dat is een pootloze hagedis. De Nederlandse hagedissen zijn: Levendbarende hagedis Zandhagedis Muurhagedis Hazelworm

  7. Amfibieën Amfibieën leven in water en op land. Er zijn vier stadia van ontwikkeling met heel verschillende vorm: Eerst is het dril, dat op het water drijft. Bij kikkers in klonters, bij padden in snoeren. Na het dril komen de dikkopjes uit het ei: het tweede stadium. In hun derde vorm ademen ze door kieuwen: dan zijn het kikkervisjes. In het vierde stadium krijgen ze poten en longen: daarmee kunnen ze het land op. ‘s Zomers leven ze op land waar ze voedsel zoeken. ‘s Winters graven ze zich in. In de modder of in de grond. Er zijn vijf soorten salamanders, vijf soorten padden en zes soorten kikkers. De bruine en groene kikker komen het meeste voor.

  8. Er leeft veel meer in het water

  9. Insecten • Insecten zijn belangrijk voor bestuiving van planten, of als voedsel. • Er bestaan meer soorten insect dan van welke andere diersoort ook. • Van veel insecten worden de eitjes eerst larven, vaak in natte of vochtige omgeving. • Na de metamorfose hebben ze een dekschild, en vaak ook vleugels. De 6 poten hebben “leden”: het zijn geleed potigen. Hiernaast een libel die net is uitgekropen. • Insecten hebben 0, 2 of 4 vleugels. • In een insectenhotel (zie foto) passen allerlei soorten: wesp, mier, bij, hommel

  10. Zoogdieren die er wonen of langskomen • Herten en Reeën • Vossen en Dassen • Zwijnen • Eekhoorns en Marters • Muizen reegeit eekhoorn ree zwijn Afdruk van hert eekhoorn

  11. Vogels Sommige vogels trekken in de winter naar het zuiden, zoals de zwaluw, de koekoek, de tjiftjaf. Andere blijven hier. Je hebt dus trekvogels en standvogels. Onze winterse roodborsten komen uit het noorden. In Beekhuizen leven veel zangvogels. De mannetjes zingen in het voorjaar om de vrouwtjes in hun terrein te krijgen. Merel, vink, koolmees, zwartkop, kauw, roodborst, lijster en vele andere. Ook roofvogels komen voor, of komen langs. Raven, buizerds, valken en uilen. Ook de ijsvogel, ook wel blauwe flits genoemd, wordt van tijd tot tijd gezien. Er is voor hem een nestmogelijkheid gemaakt. Welke vogels kan je zelf nu buiten zien?

  12. De moestuin Op het terrein is een biologische moestuin. Biologisch mag iets niet zomaar heten: voor voedsel dat biologisch is geproduceerd worden geen kunstmest en insecticiden gebruikt. Zelfs de zaden zijn biologisch. Dieren krijgen niet al medicijnen voordat ze ziek zijn. Natuurlijke processen en hulpmiddelen zijn erg belangrijk in een biologische moestuin. Voedselmakers die een stap verder gaan krijgen een EKO-keurmerk: die doen vaak nog meer voor hun omgeving. Een biologisch-dynamische tuin werkt volgens antroposofische principes: men houdt er rekening met maanstanden en gooit nauwelijks iets weg. Er wordt gewerkt met veel respect voor plant en dier.

  13. De composthoop Voeding voor tuinplanten zit vaak in de aarde, maar meestal niet genoeg. Compost is een mengsel van keuken- en tuinafval dat door bodemdiertjes is omgezet in materiaal dat de grond veel voedselrijker maakt. Wormen, larven, duizendpoten, pissebedden en springstaarten, zijn nuttige beestjes in de aarde. Compost is de basis voor een gezonde tuin. Je kan het in je eigen tuin maken.

  14. PraktischeInformatie. Andere nuttige links: • Het zwembadterrein is open op zondagmiddag tussen 13 en 16 uur, en op afspraak. Zie: www.zwembadbeekhuizen.nl • Je mag op het terrein niet klimmen, rennen of schreeuwen: dan jaag je alle dieren weg. • Een rondleiding door IVN-gidsen wordt op afspraak verzorgd. Zie: www.ivnoostveluwezoom.nl • Amfibieën en reptielen: www.ravon.nl • www.vogelbescherming.nl • www.vlinderstichting.nl • www.nev.nl (insecten) • www.ivn.nl • www.knnv.nl • En: • www.geerfdenvanvelp.nl

  15. ToetsvragenI voor groep 7/8 (en ouder) Hoeveel jaar geleden vormde de één na laatste ijstijd hier de stuwwal? Hoeveel jaar geleden leefden er mammoets? En mensen? Welke slangen leven er in Nederland? En op Beekhuizen? Zijn ze giftig? Wat eet deze slang zoal? Noem drie vogels die hier wellicht zouden kunnen leven.

  16. Toetsvragen II voor groep 7/8 en ouder) Is een hazelworm een reptiel of amfibie? Waarvoor dient compost? Noem twee kleine bodemdiertjes die voor vertering en zuurstof in de grond zorgen Noem de vier ontwikkelingsvormen van een kikker Noem drie eetbare planten van dit terrein.

  17. Toetsvragen voor groep 7/8 en ouder) De antwoorden 150.000 jaar geleden, ongeveer. Vanaf 100.000 jaar vóór Chr. De ringslang, de gladde slang en de adder. De adder is giftig. Muizen, kikkers, wormen, slakken. Merel, buizerd, vink, koolmees, pimpelmees, duif, raaf, kauw, …. Een amfibie: het is een pootloze hagedis. Compost verbetert de grond voor de groei van planten. Er komen meer lucht en voedingstoffen in. Pissebed, duizendpoot, springstaartje, regenworm Kikkerdril (ei), dikkop, kikkervisje, kikker Braam, vlierbloesem en vlierbes, brandnetel, paardenbloem, framboos.

  18. Extra vraag voor iedereen Ken je deze vogels? 2 1 3 6 4 5 7 1. buizerd 2. gaai 3.ekster 4. groene specht 5. pimpelmees 6. merel 7. tortel

  19. Verantwoording afbeeldingen: • Van de website: www.broedplaatsbeekhuizen.nl De dia’s: 1,2,5,6 en de kikker van dia 7. • Van de landelijke IVN-site: www.ivn.nl De schoolplaat van dia 8 • Van Corlène van den Camp: De buizerd van dia 11, de gaai van dia 18 • Van EdoPino: alle andere vogels van dia 18 • Van KatherijnePino: De vink en roodborst van dia 11 • Van Ton Hekelaar: de pad van dia 7 en de eekhoorn en reegeit van dia 10. • Van Hanneke van der Kroft: dia 4, hertenspoor en zwijn van dia 10 en de dia’s, 9, 12, 13. 2 3 6 4 5 7

More Related