1 / 50

les 3 - grammatica

les 3 - grammatica. I-C1#, docent@han.nl, datum . Vandaag. Theorie: Werkwoorden Aaneenschrijven Proeftoets Redigeren. Werkwoorden. Vier onderdelen. Ontleden: onderwerp en gezegde Tijden: tegenwoordig, verleden, voltooid Regels die horen bij die tijden Trucs. Ontleden. Wie doet wat?

eugenia
Télécharger la présentation

les 3 - grammatica

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. les 3 - grammatica I-C1#, docent@han.nl, datum

  2. Vandaag • Theorie: • Werkwoorden • Aaneenschrijven • Proeftoets • Redigeren

  3. Werkwoorden

  4. Vier onderdelen • Ontleden: onderwerp en gezegde • Tijden: tegenwoordig, verleden, voltooid • Regels die horen bij die tijden • Trucs

  5. Ontleden • Wie doet wat? • Onderwerp: Wie of wat • Gezegde: Werkwoord dat de actie beschrijft • De hond wandelt over het gras • De hond wandelt over het gras • De hond wandelt over het gras

  6. Ontleden • Wanneer is hij naar Arnhem verhuisd? • Wanneer is hij naar Arnhem verhuisd? • Wanneer is hij naar Arnhem verhuisd? • Je weet dat de hoge inflatie de winst vertekent. • Je weet dat de hoge inflatie de winst vertekent. • Je weet dat de hoge inflatie de winst vertekent.

  7. Ontleden • Volgens mij hangt er een muffe sfeer in dit lokaal. • Volgens mij hangt er een muffe sfeer in dit lokaal. • Volgens mij hangt er een muffe sfeer in dit lokaal. • Ik vind dat het klimaat in dit lokaal een muffe sfeer ademt. • Ik vind dat het klimaat in dit lokaal een muffe sfeer ademt. • Ik vind dat het klimaat in dit lokaal een muffe sfeer ademt.

  8. Tijden: waneer? • Tegenwoordige tijd • Dat wat nu aan de gang is • Verleden tijd • Dat wat eerder aan de gang was • Voltooide tijd • Dat wat is afgerond

  9. Tegenwoordig • Regel: In de tegenwoordige tijd krijgen de tweede en derde persoon een t achter de stam • Stam is het hele werkwoord min en • Bij een dubbele medeklinker vervalt één daarvan • Meestal is de stam gelijk aan de ik-vorm • fiets-enwandel-enren-nen1. ik fiets ik wandel ik ren2. jij fietstjij wandeltjij rent

  10. Uitzondering • Als je of jijonderwerp is, en in de zin ná het gezegde staat, komt er na de stam géén t. Dus: • Jij fietst morgen met mij mee • Morgen fiets jij met mij mee • Maar ook: • Wordt je vader morgen al tachtig? • Wordtjevader morgen al tachtig?

  11. Stam eindigt op d • Hier worden de meeste fouten gemaakt • Regel: In de tegenwoordige tijd krijgen de tweede en derde persoon een t achter de stam • word-en antwoord-en geld-en1. ik word ik antwoord ik geld2. jij wordt jij antwoordt jij geldt3. zij wordt zij antwoordt zij geldt

  12. In verwarring? • Ga te rade bij Grote Smurf. • Is het in de tegenwoordige • tijd nou: • ‘Benschop vind het niet belangrijk’, of • ‘Benschop vindt het niet belangrijk’? • Probeer: ‘Benschop smurft het niet belangrijk’ • Met een t dus!

  13. Verleden tijd • Regel: Staat de laatste letter van de stam in ‘t kofschip dan krijgt de verleden tijd te erachter. • Zo niet, dan met een de • stam verleden • spiek spiekte • praat praatte • speel speelde • antwoord antwoordde

  14. Voltooide tijd • Regel: Staat de laatste letter van de stam in ‘t kofschip dan krijgt de voltooide tijd een t erachter. Zo niet, dan een d. • Let op: in voltooide tijd géén dubbel d of dubbel t. • stam voltooid • spiek gespiektbrand gebrandpraat gepraatantwoord geantwoord

  15. Vermomde v en z • Meestal is de stam gelijk aan de ik-vorm. Dus: • verbazen > verbaas, beloven > beloof. • Maar: • Regel: bij het bepalen van de vervoeging in de verleden tijd en voltooide tijd, doen we net of die v en z uit het hele werkwoord de laatste letter van de stam zijn. Staan die in ‘t kofschip? Nee. Dus: • stam vermomd verleden voltooid • verbaas verbaaz verbaasde verbaasdbeloof beloov beloofde beloofd

  16. Voltooid als bijvoeglijk • Bijvoeglijk naamwoord: voegt een kwalificatie toe aan een zelfstandig naamwoord. Dus: • De groene bank, de lange wandeling, een verrassende wending, het laatste koekje. En ook: de beantwoorde vraag • Soms is een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord. • Regel: Eindigt het voltooid deelwoord op t of d, dan • komt er simpelweg een e achter, nooit te of de. Dus: • De gefietste afstand, de teleurgestelde student • Zij beantwoordde zijn onbeantwoorde liefde

  17. In verwarring? • Ga te rade bij Grote Smurf. • Is het nou voltooide tijdof een bijvoeglijk naamwoord? • Zet er smurfig of smurfige voor in de plaats. • Zij beantwoordde zijn onbeantwoorde liefde. • Zij beantwoordde zijn smurfige liefde. • ‘onbeantwoorde’ is dus een bijvoeglijk naamwoord!

  18. Samenvattend • 1. Wat zijn onderwerp en gezegde? • 2. In welke tijd staat het? • 3. Tegenwoordig Regel: In de tegenwoordige tijd krijgen de tweede en derde persoon een t achter de stam • 4. Verleden Regel: Staat de laatste letter van de stam in ‘t kofschip dan krijgt de verleden tijd te erachter. Zo niet, dan een de • 5. Voltooid Regel: Staat de laatste letter van de stam in ‘t kofschip dan krijgt de voltooide tijd een t erachter. Zo niet, dan een d.

  19. Aaneenschrijven

  20. Samenstellingen Regel: Schrijf alle samenstellingen die bestaan uit woorden die ook zelfstandig kunnen voorkomen aan elkaar. • de markt en het segment > het marktsegment • het web en de pagina > de webpagina

  21. Samenstellingen Wat maakt zo’n spatie nou voor verschil? • bezoekers toiletten rechtsaf • bezoekerstoiletten rechtsaf • hoofd beveiliging • hoofdbeveiliging

  22. Ter leringhe... http://www.spatiegebruik.nl/spatietoets/

  23. Samenstellingen Soms is een streepje handig voor de duidelijkheid: • de valk-uil • de val-kuil • zeeëend • zee-eend

  24. Oefentoets 20 vragen

  25. 1. Nu die student alle regels uit zijn hoofd heeft geleer-, onthou- hij veel beter of er een d of een t achter een werkwoord staat. A geleert, onthoudt B geleerd, onthoud C geleerd, onthoudt D geleert, onthoud

  26. 2. Als de krant publiceer- over de actualiteit, wor- de redactie altijd ingehaal- door de snellere websites. A publiceerd, word, ingehaald B publiceert, word, ingehaalt C publiceerd, wordt, ingehaalt D publiceert, wordt, ingehaald

  27. 3. In zijn boek betoog- Clay Shirky dat samenwerking profiteer- van internet. A betoogt, profiteert B betoogd, profiteerd C betoogd, profiteert D betoogt, profiteerd

  28. 4. Heb je al gehoor- of je die extra studiebeurs verdien-? A gehoord, verdient B gehoord, verdiend C gehoort, verdient D gehoort, verdiend

  29. 5. Het ziekenhuis mel- dat het slachtoffer nog in kritieke toestand verkeer- . A meld, verkeerd B meldt, verkeert C meld, verkeert D meldt, verkeerd

  30. 6. De moderator is de politieagent op het forum, die de fatsoensnormen en gedragsregels beheer-. A beheert B beheerd C beheerdt D beheren

  31. 7. Omdat de telefoonrekening vorige maand meer kos- dan ik had verwacht, kos- het mij moeite om te betalen. A koste, koste B kostte, kostte C kostte, koste D koste, kostte

  32. 8. Vorige week vertoon- de omroep het omstre- programma toch, ondanks protesten. A vertoonde, omstreden, B vertoondde, omstreedde C vertoonde, omstreedde D vertoondde, omstrede

  33. 9. Ondanks dat de leraar gisteren anders beweer-, was hij het toch echt die onze vragen te laat beantwoor-. A dde, dde B dde, dden C de, dde D de, dden

  34. 10. Ik heb gisteren een vergr- foto gegeven aan de jarige, die niks vermoe-. A ote, de B ootte, dde C ote, dde D ootte, de

  35. 11. De programma’s werden opgenomen op diverse wijdverspreide locaties, waaronder het Justitiepaleis in Brussel, de Meir in Antwerpen, de Amsterdamse dierentuin Artis en het Waddeneiland Terschelling, en ze werden de week erna goed bekeken. Hoeveel passieven staan er in deze zin? A 0 B 1 C 2 D 3

  36. 12. Fouten als deze worden in de regel vooral gemaakt door studenten die onzeker worden. Dan wordt hun beoordelingsvermogen minder scherp en maken ze keuzes die normaal nooit gemaakt zouden worden. Hoeveel passieven staan er in deze zinnen? A 1 B 2 C 3 D 4

  37. 13. Op de zorgvuldig ingelei- vragen reageer- de minister voorzichtig. A ingeleidde, reageerde B ingeleide, reageerden C ingeleidde, reageerden D ingeleide, reageerde

  38. 14. De beklimming van de Alpe d’Huez kos- mij vorige zomer nauwelijks moeite, en al snel los- ik het peloton om vooruit te sprinten A koste, loste B kostte, loste C kostte, lostte D koste, lostte

  39. 15. Je hebt hen/hun verrast omdat je hen/hun onverwacht een extra toets hebt gegeven. A hen, hen B hun, hun C hen, hun D hun, hen

  40. 16. De makers van de kranten kunnen dan wel de prijs omhoog gaan gooien, maar dan is het aannemelijk dat het lezers aantal zal afnemen. Wat voor fout vind je in deze zin? A verwijsfout B getalfout C samenstellingsfout D tangconstructie

  41. 17. De studente heeft de onderzoeksfase afgeron- en de docent beoordeel- nu of ze voldoende materiaal heeft. A afgerond, beoordeeld B afgerondt, beoordeelt C afgerondt, beoordeeld D afgerond, beoordeelt

  42. 18. Welke zin is als enige correct ? A Henk is een van de mensen die de ramp heeft overleefd. B Henk behoort tot een van de mensen die de ramp hebben overleefd. C Henk is een van de mensen die de ramp hebben overleefd. D Henk behoort tot een van de mensen die de ramp heeft overleefd.

  43. 19. Heb je het jou/jouw aangeraden boek al op jou/jouw verlanglijstje gezet? A. jouw/jou B. jou/jouw C. jouw/jouw D. jou/jou

  44. 20. De gisteren berechte verdachten berustte erin dat zij veroordeeld werden. A. berechte is fout, het moet berechtte zijn B. berustte is fout, het moet berustten zijn C. veroordeeld is fout, het moet veroordeelt zijn D. er staan geen fouten in de zin

  45. Redigeren

  46. Redigeertekens Zie http://www.ruparo.nl/correctietekens

  47. Redigeertekst • Gaat 3 weken mee • Telkens een nieuwe opdracht in de taalles • Gebruik een gekleurde pen (liefst rood) • Verwijstekens in de tekst • Opmerkingen in de linkerkolom

  48. Opdracht • Corrigeer de d/t fouten • Corrigeer de samenstellingsfouten

  49. Abonneer je! • Op www.beterspellen.nl • Goeie voorbereiding op de Wikitoets • Samen met Hoofdstuk 1 t/m 9 uit de Praktische Schrijfgids

  50. Huiswerk • Bestudeer Hoofdstuk 1 en 2 uit de Praktische Schrijfgids

More Related