1 / 30

Definitie ethiek

Definitie ethiek. Ethiek is de wetenschappelijke en filosofische reflectie op de moraal

Télécharger la présentation

Definitie ethiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Definitie ethiek • Ethiek is de wetenschappelijke en filosofische reflectie op de moraal • Moraal is het geheel van heersende opvattingen, regels, gewoonten en gebruiken op grond waarvan menselijk gedrag en menselijk handelingen worden aangemerkt als goed of slecht/kwaad, juist of onjuist, geoorloofd of ongeoorloofd, verantwoord of onverantwoord, terecht of onterecht, etc. ‘Moraal is het geheel van normen en waarden’.

  2. Waarden • Duurzame overtuigingen over wat in ons handelen • nastrevenswaardig is, wat een bepaalde levenswijze • waardevol maakt (het tot een goed leven maakt) en • welke ideale eigenschappen van mensen waardevol • en nastrevenswaardig zijn. • eindwaarden (‘grote doelen’ van het leven) • modale waarden (aardig, eerlijk, beleefd)

  3. Morele normen Regels die uitmaken welke concrete soorten handelingen zijn geboden, toegestaan of verboden. relatie met waarden: morele normen zijn de regels en aanwijzingen die ons helpen om waarden om te zetten in de concrete morele keuzes van alle dag.

  4. Waarden en normen WaardenNormen doel middel globaal specifiek identiteit sociale coördinatie stuurloos zonder morele betekenisloos zonder normen achterliggende waarden

  5. Morele verantwoordelijkheid Definitie: Verantwoordelijk is de persoon of de instantie die als (mede-)oorsprong van een handelingseffect kan worden aangemerkt of die zich in een rol, positie of functie bevindt die met aanspreekbaarheid gepaard gaat.

  6. Rechtsfilosoof Hart verantwoordelijkheid als 1. oorzaak 2. aansprakelijkheid 3. vermogen (toerekeningsvatbaar) 4. taak

  7. Verontschuldigde omstandigheden • niet opzettelijk • niet vrijwillig • niet op de hoogte van de normen en waarden die in het geding zijn

  8. Verzachtende omstandigheden • Onzekerheid over normen, feiten of gevolgen • Moeilijkheidsgraad van de vereiste handeling • Mate van betrokkenheid • Ernst van de gevolgen

  9. Actieve morele verantwoordelijkheid De bekwaamheid tot morele improvisatie, waarbij de grote lijnen wel bekend zijn, maar niet van te voren duidelijk is hoe precies moet worden gehandeld.

  10. Morele criteria van het klokkenluiden 1. ernstige schade 2. duidelijke aanwijzing 3. proportionaliteit 4. laatste toevlucht 5. zuivere motieven

  11. Instrumentele waarden: waarden die tot een doel leiden; die in dienst staan van een hogere waarde Intrinsieke waarden: waarden op zich zelf (het doel) • gevoel, ervaringen en activiteiten • gemeenschapsinstituten • levende wezens

  12. Descriptieve ethiek: de beschrijving, analyse, en eventuele verklaring van de heersende moraal van een groep of gemeenschap Normatieve ethiek: de kritische reflectie op of beoordeling van de feitelijke moraal, al dan niet resulterend in voorstellen voor verandering

  13. Ethisch relativisme • “In de ethiek is alles relatief. Wat voor de een goed of verantwoord is, is dat niet voor de ander.” • Descriptief relativisme: de bewering dat de feitelijk gehanteerde normen (de moraal) per cultuur verschillen. • Kritische vraag: In hoeverre berust dit op onderliggende normen die verschillen en niet op verschillen in feitelijke omstandigheden?

  14. normatief relativisme: • ontkenning van het universalisme; er bestaat geen universeel geldig normenstelsel. • de per cultuur verschillende normenstelsels zijn gelijkwaardig Redenen voor de populariteit: 1. motiveert een grote verdraagzaamheid t.o.v. andere culturen 2. geeft een verklaring dat sommige morele meningsverschillen zo hardnekkig zijn

  15. Implicaties van normatief relativisme • verdedigbaarheid • zinloze discussie • tolerantie • Opleggen van tolerantie is een norm (contradictie met het uitgangspunt) • leidt zelfs tot minder verdraagzaamheid

  16. Metingen moeten aan drie eisen voldoen: 1) Betrouwbaarheid: Is de meting reproduceerbaar? 2) Validiteit: Meet je wat je denkt te meten? 3) Nauwkeurigheid: Hoe nauwkeurig is de meting?

  17. Casus: De Ford Pinto Maatschappelijk voordeel van $11 wordt geraamd op $ 49.150.000 Besparing: 180 doden, 180 ernstig gewonden; 2100 uitgebrande auto’s Een dode kost: $ 200.000; een gewonde: $ 67.000; een auto: $ 700 Het maatschappelijk nadeel is echter: $ 137.000.000 Verkoop: 12,5 miljoen Pinto’s á $ 11 per stuk

  18. Waarden van mensenleven gebaseerd op een studie van National Highway Traffic Safety Administration: Productieverlies: - direct: $ 132.000 - indirect: $ 41.300 - medische kosten: $ 1.125 - schade aan eigendom: $ 1.500 - rechtbank: $ 3000 - admin. kstn verz. $ 4.700 - werkgeverskosten: $ 1000 - smart en leed slachtoffers $ 10.000 - begrafenis: $ 900 - bez. verloren consumptie: $ 5.000 - overig: $ 200

  19. Utilisme • Het gaat niet om een handeling zelf, maar om een de gevolgen van een handeling. Zijn die gevolgen goed, dan is de handeling ook goed.

  20. Jeremy Bentham, (1748-1832)

  21. John Stuart Mill, (1806-1873)

  22. De argumentatie van het utilisme I • Vermindering van lijden & maximaliseren van genot • Al datgene wat het menselijk geluk bewerkstelligt is goed; wat daaraan afbreuk doet is slecht. • ‘Goed’ en ‘slecht’ = ‘nuttig’ en ‘onnuttig’

  23. De argumentatie van het utilisme II • Het gaat om de som van individuele belangen. • Het ultieme doel is: “the greatest happiness of the greatest number” • Intensiteit, duur, mate van zekerheid, hoeveelheid mensen, soortgelijke ervaringen, zuiverheidsgraad.

  24. Factoren die beschreven moeten worden voor toepassing van utilisme: A. definitie van het goede en het waarderen van (gevolgen van) handelingen; B. aggregatie van individuele waarderingen en vertaling in oordelen over morele juistheid van handelen; C. beschikbaarheid van kennis van gevolgen van alternatieven; D. hoe te reageren op onjuiste handelingen.

  25. Beoordelingscriteria voor juistheid van handelingen • kritiek: goede kan niet in concrete termen gedefinieerd worden • antwoord: goed is alles wat mensen op prijs stellen en daarom nastreven • kritiek: utilisme legt geen restricties op aan handelen: lege morele theorie • antwoord: • autonomieprincipe: ieder is vrij te doen wat bij wil, zolang hij daarbij anderen geen schade of nadeel berokkent • vrijwaringsrecht: een ieder geeft het recht gevrijwaard te worden voor de gevolgen van handelingen van anderen

  26. criterium A: Alle en slecht die handelingen zijn juist, en dus toegestaan, welke de som U1 + … + Un van de individuele nutsfuncties Ui vergroten. • het grootste geluk voor het grootste aantal: • individuele nutsfunctie • maatschappelijke nutsfunctie • nutsverbetering versus nutsmaximalisatie? Kritiek 1 en 2: • staat utilisme uitbuiting van anderen toe? • verlangt utilisme irreëel altruïsme?

  27. criterium B: Alle en slechts die handelingen zijn juist, en toegestaan, die tot een Paretoverbetering leiden. • Paretoverbetering: • overgang tussen twee situaties: a en b, • niemand in b is slechter af dan in a, en • tenminste iemand in b is beter dan in a. • Adam Smith (1723-1790): de onzichtbare hand • iedereen eigen doelen en idealen trachten te realiseren, • anderen daarbij niet schaden, • welzijn van iedereen wordt verbeterd.

  28. kritiek 3: • Verondersteld utilisme objectieve waardering van gevolgen? antwoord: • Paretoverbetering alleen in subjectieve zin: • er zijn geen (mogelijke) gevolgen voor anderen, of • allen die de (mogelijke) gevolgen zullen ondervinden hebben ingestemd na volledig over (de beschikbare kennis aangaande) die gevolgen te zijn ingelicht.

  29. kritiek 4: • Veronderstelt utilisme de objectieve voorspelbaarheid van gevolgen? antwoord: • Er zal consensus moeten bestaan tussen deskundigen. kritiek 5: • Utilisme veronderstelt dat mensen weten wat goed voor hen is. antwoord: • Anderen weten vaak nog slechter wat goed is voor iemand.

  30. kritiek 6: • Kan utilisme zonder een aanvullend principe van verdelende rechtvaardigheid? • sociale goederen • natuurlijke goederen • sociale rechtvaardigheid antwoord: • Wanneer criterium B van kracht is mag bezit, anders dan nu, niet worden gebruikt om het welzijn van anderen nadelig te beïnvloeden. • Criterium B sluit herverdeling van bezit niet uit, t.w. wanneer alle betrokkenen ermee instemmen.

More Related