1 / 58

De hervorming van de Civiele Veiligheid – de toekomstige hulpverleningszones.

De hervorming van de Civiele Veiligheid – de toekomstige hulpverleningszones. Plan. Algemene inleiding Huidige reglementering en organisatie Chronologie van de werkzaamheden De werkzaamheden van de hervorming In aanmerking genomen opties De verwezenlijking van de hervorming.

isleen
Télécharger la présentation

De hervorming van de Civiele Veiligheid – de toekomstige hulpverleningszones.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De hervorming van de Civiele Veiligheid – de toekomstige hulpverleningszones.

  2. Plan • Algemene inleiding • Huidige reglementering en organisatie • Chronologie van de werkzaamheden • De werkzaamheden van de hervorming • In aanmerking genomen opties • De verwezenlijking van de hervorming

  3. I. Algemene inleiding • Veroudering van de reglementering • Lokaal niveau overschreden • Noodzaak om opnieuw te investeren • Gellingen

  4. II. Huidige reglementering en organisatie Wet van 31-12-1963 betreffende de Civiele Bescherming. « De civiele bescherming omvat alle civiele maatregelen en middelen die moeten dienen om de bescherming en het voortbestaan van de bevolking te verzekeren …., ….. Bij rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen, te allen tijde personen bij te staan en goederen te beschermen » Voor de uitvoering van haar operationele opdrachten bestaan er twee componenten. CIVIELE VEILIGHEID Permanente Eenheden van de Civiele Bescherming Federaal niveau Brandweer Gemeentelijk niveau

  5. II. Huidige reglementering en organisatie Permanente Eenheden: maximum één per provincie (6) De brandweerdiensten: geklasseerd per categorie (wet van 63 en KB 67) • « X »: Uitsluitend beroepspersoneelsleden; • « Y »: Ofwel « beroeps », ofwel « gemengd » (beroeps en vrijwillig); • « Z »: Vrijwilligers met ten minste één beroepspersoneelslid; • « C »: Autonome korpsen. • Niet realistisch om een brandweerdienst te hebben in elke gemeente. • Regionale groepen - groepscentrum.

  6. II. Huidige reglementering en organisatie Gewestelijke groepen: Hergroeperingvan de gemeenten. Groepscentrum: gemeente die een brandweerdienst MOET hebben, die de andere gemeenten van de regionale groep beschermt. Autonoom korps: gemeente van een regionale groep die beslist om haar eigen brandweerdienst te creëren. Belangrijk: De brandweer komt alleen tussen in de gemeenten van haar regionale groep.   Beperking van de wettelijke actie door de geografische grens van het grondgebied van de regionale groep (conventie) Gevolg: Het is niet noodzakelijk de dienst die het snelst ter plaatse is die tussenkomt

  7. II. Huidige reglementering en organisatie Financiering: • De gemeente-groepscentrum voorziet in de nodige budgetten voor de goede werking van de brandweerdienst van het groepscentrum. • De beschermde gemeenten dragen bij, principe van de onderlinge verdeling van de hulpverlening, door middel van de betaling van een bijdrage. • Berekening van de bijdrage: 2 parameters • bevolking; • kadastraal inkomen.

  8. II. Huidige reglementering en organisatie Financiering – Federale participatie. Momenteel is er geen federale dotatie. De staat draagt bij, in verhouding +/- 10%, door het toekennen van subsidies: - SEVESO-fonds; - NUCLEAIR fonds; - Geglobaliseerde fondsen; - Opleidingssubsidies aan de scholen.

  9. III. Chronologie van de werkzaamheden. • 2003: Ingeschreven in het Regeerakkoord; • juli 2004: Gellingen (24 overledenen) • september 2004: Oprichting van een Commissie voor de Hervorming van de Civiele Veiligheid  Commissie-Paulus. • januari 2006: Einde van de commissie-Paulus en overhandiging van het eindrapport aan de Minister • maart 2006: Oprichting van de stuurgroep • december 2006: goedkeuring door de Ministerraad in eerste lezing en versturen van de tekst naar de Raad van State voor advies • februari 2006: goedkeuring van de tekst in tweede lezing en indiening van de tekst in het Parlement

  10. IV. De werkzaamheden van de hervorming. Uitgangspunten geformuleerd door de Minister • Behoud van beroeps en vrijwilligers; • Behoud van de Civiele Bescherming • Oprichting van een commissie die belast is met het uittekenen van de basisprincipes van de toekomstige hervorming;

  11. IV. De werkzaamheden van de hervorming. Conclusies van het verslag van de Commissie-Paulus. • Inleiding; • 3 principes die uitgewerkt moeten worden; • De snelste adequate hulp; • Eenzelfde basisbescherming tegen een gelijke bijdrageplicht; • Schaalvergroting. • Structuur van de brandweerdiensten; • Federaal = Reglementering; • Hulpverleningszone = Organisatie; • Hulpverleningsposten = Uitvoering. • Het personeel; • Juridische positie / Behoud van de vrijwilligers. • Risicoanalyse; • Financiering; • Globaal mag de last van de gemeenten niet verhogen; • Federaal niveau neemt de meerkost van de hervorming op zich; • Een herstel van het evenwicht federaal niveau / gemeente is op termijn gewenst. • Dringende Medische Hulp; • 12 Aanbevelingen.

  12. IV. De werkzaamheden van de hervorming.

  13. IV. De werkzaamheden van de hervorming.

  14. IV. De werkzaamheden van de hervorming.

  15. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes Eerste principe: De burger heeft recht op de snelst mogelijke adequate hulp. • Begrip snelheid; • Begrip adequate hulp.

  16. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes • Begrip snelheid. Het is diegene die het eerst ter plaatse kan zijn, met de aangepaste middelen, die gestuurd moet worden. De gemeentelijke en provinciale territoriale grenzen verdwijnen.

  17. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes 2) Begrip adequate hulp. Er moeten federale, minimale en coherente normen gedefinieerd worden voor het sturen van de hulpdiensten. • Voor elke opdracht moeten de nodige middelen bepaald zijn. Het zijn minimale normen onder welke men niet kan gaan. • Risicoanalyse  definitie van de middelen.

  18. C.T.A. Beheer van het sturen van de hulpdiensten en van het principe van de snelste adequate hulp. De hulpverleningszone en haar hulpverleningsposten x min P8 P5 x min P6 P1 P2 P7 P15 P4 P9 Specifieke versterking P3 P10 P12 P14 P11 P13

  19. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes Tweede principe: De burger heeft recht op een gelijke bescherming voor een gelijke bijdrage. • De huidige verdeling van de kosten moet herzien worden (quotum en bijdrage).

  20. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes Derde principe: Om de organisatie van de hulpverlening aan te passen aan de behoeften en risico’s van de maatschappij, is er een schaalvergroting nodig. • Dit is het begrip hulpverleningszone

  21. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes De financiering: De hervorming mag geen meerkost opleveren voor de gemeenten. De gemeenten zijn bereid om, globaal, het deel te betalen dat momenteel ten laste is van hen. De federale overheid moet herfinancieren om te komen tot een verdeling 50/50. Deze herfinanciering moet verspreid worden over de tijd.

  22. Verslag van de Commissie-Paulus - Principes De voorgestelde structuur: De commissie stelt een structuur met drie niveaus voor: • Het netwerk van brandweerposten om de basisbrandweerzorg te verzekeren; • Het zonaal niveau dat de hulpverlening organiseert voor alle gemeenten die ertoe behoren; • Het federaal niveau dat de normen en de reglementering opstelt.

  23. Redactionele fase • Het Beheerscomité • De Stuurgroep • De permanente Ondersteuningsgroep

  24. Redactionele fase • Resultaat van een compromis. • Het in aanmerking nemen van de basisprincipes van de Commissie-Paulus • Behoud van de fundamentele principes van de wet van 31 december 1963

  25. V. De in aanmerking genomen opties • De civiele veiligheid: • Behoud van de grote principes. • Opdrachten. • Nieuwe definities: adequate middelen, adequate hulp, risicoanalyse.

  26. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone: • Rechtspersoonlijkheid  beheer- en beslissingsautonomie in termen van organisatie, financiën en personeel. • Schaalvoordeel. • Omvang van de zones.

  27. 251 BW (339 hulpverleningsposten)

  28. Huidige voorstellen. 251 BW 24 hulpverleningszones

  29. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Meerjarenbeleidsplan. • Organen : • Gedeeltelijk overgenomen van het gemeentelijk model; • Betrokkenheid van de lokale overheden; • Raad; • College; • Zonecommandant; • Secretaris (in principe naar het voorbeeld van de secretaris van de politiezone); • Bijzonder rekenplichtige; • Technische commissie.

  30. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Raad : algemene vergadering • Burgemeesters van de gemeenten van de zone (of plaatsvervanger). • Mogelijkheid om een mandaat als zoneraadslid toe te kennen aan een provincieraadslid in geval van deelname van de provincie in de financiering. • Bezit en oefent de belangrijkste bevoegdheden van de zone uit.

  31. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • College: uitvoerend orgaan • Leden verkozen door de Raad onder zijn leden op evenredige basis, m.a.w. door rekening te houden met zowel de verhouding van de politieke macht binnen de zone als met het relatieve belang van elke gemeente. • Voorzitter. • Opdrachten toevertrouwd door de Raad + beheer van de inkomsten, de uitgaven van de zone, toezicht boekhouding, toezicht personeel van de zone.

  32. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Technische commissie: • Ondersteuningsbevoegdheid bij het opstellen van het beleidsplan. • Adviesbevoegdheid inzake operationele organisatie van de zone.

  33. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Financiering: • Gemeentelijke dotaties. • Eventuele provinciale dotaties. • Federale dotaties. • Vergoedingen van de opdrachten. • Diverse bronnen.

  34. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Vaststelling van de gemeentelijke en federale dotaties: formules vastgelegd door de Koning, rekening houdend met de volgende criteria: • Bevolking; • Oppervlakte; • Kadastraal inkomen; • Belastbaar inkomen; • Risico’s.

  35. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer: • Bijzondere rekenplichtige naar het voorbeeld van de gemeentelijke ontvanger. • Regels van budgettair en rekenkundig beheer naar het voorbeeld van de gemeentelijke boekhouding.

  36. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Personeel • De zone is de werkgever van het personeel. • Erkenning van het belang van de vrijwilligers. • Administratief en operationeel kader (beroepsleden en vrijwilligers). • Administratief en geldelijk statuut van het personeel bepaald door de Koning: het statuut harmoniseren.

  37. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Gezag en leiding: • Algemene bevoegdheid van de burgemeesters en de gouverneurs. • Zonecommandant: dagelijks beheer, operationeel beheer, verslag aan het College • Uitrusting en materieel

  38. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Toezicht op de hulpverleningszones • Principes: • Art 162, al 3 G.W.: « «{…} Ter uitvoering van een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, kan de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht geregeld worden door de Gemeenschaps- of Gewestparlementen.{…} .» • Art 7, §1, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980[1]: « {…} lzijn de gewesten bevoegd voor de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht op de provincies, de agglomeraties en de federaties van gemeenten, de gemeenten en de binnengemeentelijke territoriale organen, bedoeld in artikel 41 van de Grondwet.Het eerste lid doet echter geen afbreuk aan de bevoegdheid van de federale overheid en van de gemeenschappen om, met betrekking tot aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, zelf een specifiek administratief toezicht te organiseren en uit te oefenen. {…} » [1] Bijz. wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001, B.S. 03.08.2001.

  39. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Organieke splitsing van het toezicht dat ontstaan is uit de opeenvolgende institutionele hervormingen: alleen een wijziging van de bijzondere wet kon er een einde aan maken. • De organisatie van een specifiek toezicht door de Staat en de gemeenschappen beperkt de gewestelijke bevoegdheid zonder deze volledig uit te sluiten. • Het normale toezicht blijft de principecontrole, maar moet een aanvullende rol spelen. Ze krijgt opnieuw haar nut voor de controle van de handelingen die voortvloeien uit het kader van het specifieke toezicht of wanneer het specifieke toezicht niet uitgeoefend kan worden[2], omdat haar voorwaarden niet vervuld zijn of omdat ze niet georganiseerd wordt. [2] Y. LEJEUNE, La gestion des intérêts généraux par les communes, A.P.T. 1986, p. 130 en 148.

  40. V. De in aanmerking genomen opties • De hulpverleningszone • Voorgesteld systeem voor specifiek toezicht: • Het algemeen specifiek toezicht. • Het bijzonder specifiek toezicht. • Het personeel van de zone. • De begroting en de begrotingswijzigingen. • De rekeningen. • Het toezicht inzake boekhouding en kas. • De schuldherschikking. • Specifiek dwangtoezicht.

  41. V. De in aanmerking genomen opties • De Civiele Bescherming • Herbevestiging van de federale verankering van de operationele eenheden van de Civiele Bescherming. • Bekrachtiging van de coëxistentie van beroepsleden en vrijwilligers. • Administratief en geldelijk statuut bepaald door de Koning.

  42. V. De in aanmerking genomen opties • De coördinatie • Herinnering aan de algemene opdracht van de gouverneur

  43. V. De in aanmerking genomen opties • De algemene inspectie: • Onafhankelijkheid. • Drukmiddelen. • Verband met het toezicht.

  44. Federaal kenniscentrum • Bestaansreden: • Beantwoordt een uitdrukkelijk verzoek van de operationele wereld. • Doel: beschikken over een expertisecentrum inzake civiele veiligheid dat gericht is op het operationele werk. • Middelen oprichting: een nieuwe dienst creëren met KB binnen de FOD Binnenlandse Zaken en deze dienst het statuut toekennen van Staatsdienst met afzonderlijk beheer teneinde de onafhankelijkheid ervan te verzekeren.

  45. Federaal kenniscentrum • Centrale doelstelling van het kenniscentrum: « het verzamelen en verwerken van allerhande informatie betreffende de civiele veiligheid, met als doel een betere uniforme dienstverlening van de diensten van de civiele veiligheid te realiseren. »

  46. Federaal kenniscentrum • Opdrachten: • Opstelling van technische richtlijnen en operationele procedures voor de hulpverleningszones; • Opleiding van het personeel van de operationele diensten van de civiele veiligheid; • Verzameling en analyse van statistische gegevens van de hulpverleningszones; • Evaluatie van incidenten (nazorg) • Documentatiecentrum • Ontwikkeling van expertise en knowhow binnen de verschillende operationele diensten van de civiele veiligheid; • Studies en medewerking aan studies; • Verspreiding van kennis en terbeschikkingstelling van informatie; • Netwerk van deskundigen; • Medewerking aan onderzoek en studies inzake civiele veiligheid, uitgevoerd door andere openbare instellingen; • In geval van een noodtoestand, ondersteuning door het ter beschikking stellen van gespecialiseerde informatie en kennis;

  47. Federaal kenniscentrum • Organen: • Beheerscomité; • Directeur-generaal; • Administratief secretariaat; • Bijzondere rekenplichtige; • Technische en wetenschappelijke groep.

  48. Federaal kenniscentrum • Beheerscomité: • Samenstelling:1° de voorzitter van het directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken;2° de directeur-generaal van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid of zijn vertegenwoordiger; 3° de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum of zijn vertegenwoordiger ;4° de voorzitter van de Brandweervereniging Vlaanderen of zijn vertegenwoordiger; 5° de voorzitter van de « Fédération royale des Corps de Sapeurs-pompiers de Belgique, aile francophone et germanophone » of zijn vertegenwoordiger; 6° de directeur-generaal van het kenniscentrum voor de civiele veiligheid; 7° een wetenschappelijke expert aangesteld door de minister van Binnenlandse Zaken.

  49. Federaal kenniscentrum • Beheerscomité: • Rol: • Beheer in ruime zin van het centrum - monitoring en evaluatie; • Goedkeuring van de actieplannen; • Activiteitenrapport; • Advies over de werking; • Enz.

  50. Federaal kenniscentrum • Administratieve basisstructuren: modaliteiten voor de aanwerving, de benoeming en de evaluatie, bepaald door de Koning (Ministerraad) • Directeur-generaal • Administratief secretariaat of strategische cel • Bijzondere rekenplichtige • Administratieve structuren die verband houden met de opdrachten: personeelsdienst, juridische dienst, enz. • Technische en wetenschappelijke groep: samengesteld uit deskundigen die aangesteld zijn op basis van hun competenties inzake civiele veiligheid – gedetacheerde operationele personeelsleden.

More Related