270 likes | 409 Vues
Op een warm strand, Vlak bij een groot oerwoud, kwamen vijf krokodilletjes uit hun ei. Of waren het er vier? “Hé,” riepen de krokodillen, “jij bent Anders!”. De krokodillen renden naar het water voor hun eerste duik. Maar Anders vond het maar niks…. “Dat is gek,” riepen de krokodillen.
E N D
Op een warm strand, Vlak bij een groot oerwoud, kwamen vijf krokodilletjes uit hun ei.
Of waren het er vier? “Hé,” riepen de krokodillen, “jij bent Anders!”
De krokodillen renden naar het water voor hun eerste duik. Maar Anders vond het maar niks…
“Dat is gek,” riepen de krokodillen. “Anders blijft niet drijven!”
Gauw doken ze hem op Er kwam een heleboel water uit Anders!
Toen gingen de krokodillen billenbijtertje doen, om alvast te oefenen. Maar Anders vond het geen leuk spelletje.
“Hé, Anders, doe je mond eens open!” “Ha, ha,” lachten de krokodillen, “Anders heeft geen tandjes! Anders heeft geen tandjes!” Anders sjokte het oerwoud in. Helemaal verdrietig
In het oerwoud ontmoette Anders een zebra. “Ik ben helemaal anders,” zei Anders. “Ik kan niet zwemmen , en ook niet billenbijten.” “Dat is maar goed ook,” zei de zebra.
Anders bleef bij de zebra. Dat was fijn. Totdat de zebra op een dag heel hard moest rennen. Anders kon hem echt niet bijhouden.
“Hallo, ik ben Anders,” zei Anders. “Ik kan niet hard rennen, hoor.” “Dat is niet erg,” zei het luipaard, “als je maar hard kan brullen.”
Anders kreeg brul-les. Maar dat vond hij maar niks. Verdrietig sjokte hij het oerwoud weer in.
Toen zag Anders een aap zwieren. “Dat kan ik ook! Kijk maar! Ik ben net zoals jij,” riep Anders blij.
“Dat is gek,” zei de aap verbaasd. “jij hebt helemaal geen vlooien. Jij bent geen aap, hoor.” “Wat ben ik dan’?” snikte Anders.
“Ik denk een giraf,” zei de giraf. “Jij hebt mooie vlekjes. Net als ik.” Anders was weer blij…
… totdat de giraf dorst kreeg. Anders gleed van zijn lange nek af. Plons. In het water.
“Ik ben zoals jij,” zei Anders. “Helemaal roze en ook op één been.” “Nou, ik denk toch van niet,”zei de flamingo
“Misschien ben ik een olifant,” zei Anders “Met een slurf van achteren, en een beetje kleiner.”
Anders vond het fijn bij de olifant totdat… …hij onder de douche moest.
Anders moest heel hard huilen Hij was toch geen olifant. Dat dacht hij eigenlijk al. Want trompetteren ging ook niet zo goed.
“Dat is gek! Jij bent ook anders,” riep Anders verbaasd. Wat was Anders blij!
“Ik kwam een heleboel dieren tegen,” vertelde Anders. “Ze waren allemaal anders dan ik. En ze konden ook allemaal dingen die ik niet kan.”
“Iedereen is anders,” zei de kameleon. “En iedereen is dus ook goed in iets anders.” Gelukkig maar! Hetzelfde is saai!
Verstoppertje spelen!