1 / 28

Taalstoornissen bij kinderen: een verkenning van veelvormigheid

Een paar illustraties: over welke kinderen gaat het?. *en dan de dieven <ook> [/] ook zelfde weppen weer.*en dan hiermee werpen.*wat doen ze ermee? *hier zo werpen.*ja.*en dan pak de turtles dit eraf dit.*en dan turtles die smijten.*en dan ditte weggooien.*en dan dit eraf.*en dan dit zo knaaaak. (jongen met primaire taalstoornis, 8 jaar; de Jong, 1999).

laqueta
Télécharger la présentation

Taalstoornissen bij kinderen: een verkenning van veelvormigheid

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. Taalstoornissen bij kinderen: een verkenning van veelvormigheid Jan de Jong Universiteit Utrecht / Universiteit van Amsterdam

    2. Een paar illustraties: over welke kinderen gaat het? *en dan de dieven <ook> [/] ook zelfde weppen weer. *en dan hiermee werpen. *wat doen ze ermee? *hier zo werpen. *ja. *en dan pak de turtles dit eraf dit. *en dan turtles die smijten. *en dan ditte weggooien. *en dan dit eraf. *en dan dit zo knaaaak. (jongen met primaire taalstoornis, 8 jaar; de Jong, 1999)

    3. Een paar illustraties: over welke kinderen gaat het? *Goeiemorgen (doet babypop na) *----jij? *Ikke baby *En jij? *(ikke eh) ik heet zwaan *Zwaan, ja *Wat ben jij? *Ikke baby *En jij? *Ik hond *Ga opeten (jongen met Down’s syndroom, 13 jaar; Bol & Kuiken, 1988)

    4. Wat de fragmenten illustreren: De taal van een kind kan dus achterstand vertonen of afwijkend zijn, ook al is de oorzaak niet steeds dezelfde: er zijn meer mogelijke oorzaken van taalachterstand Taalachterstand: taal is identiek aan wat we bij een jonger kind vinden Taalafwijking of taalstoornis: de taal is weliswaar achter, maar verschilt op specifieke punten van die van normale kinderen of laat elementen zien die we in de normale ontwikkeling niet tegenkomen. Primaire / Secundaire stoornissen

    5. Een afstreeplijstje In de nu volgende dia’s lopen we een aantal oorzaken van taalproblemen langs en passeren zo enkele typen taalstoornis Vergelijk het met een belastingformulier of een flora Is kenmerk X aanwezig? Zo ja, kijk dan naar… Zo nee, ga door naar… (vrij naar: Bishop, D.V.M. (2002) Speech and language difficulties. In Rutter, M. & Taylor, E. (eds.) Child and Adolescent Psychiatry, 4th edition. Oxford: Blackwell Publishing

    9. Uitgesloten: taalbegripsstoornis, autisme Uitgesloten: taalbegripsstoornis, autisme

    14.

    15. Primaire taalstoornis - een definitie Een taalachterstand, zonder dat sprake is van een gehoorstoornis, een lage (non-verbale) intelligentie, of een neurologische beschadiging. (Leonard, 1998) Er is ‘ogenschijnlijk geen oorzaak’ (Bishop, 1997) Er is een discrepantie tussen de performale en de verbale intelligentie

    16. Primaire taalstoornis: 1 stoornis, verschillende termen Synoniemen: (Spraak-) taalontwikkelingsstoornis Specific Language Impairment (SLI) Dysfasie / Dysfatische ontwikkeling Ernstige spraak-/taalmoeilijkheden (ESM) De term is niet belangrijk, de omschrijving van het probleem wel! Dysfatische ontwikkeling is niet iets anders dan een primaire taalstoornis!

    17. Citaten van ouders op het discussieforum van Ouders Online (www.ouders.nl/forum) “Je hebt een kind wat er gezond uitziet, dus hoe kan daar nu iets aan mankeren?” “Hij was heel erg laat met praten. Maar op het CB vonden ze dat niet erg (…) “Het komt wel”.” “mijn zoontje moet nog 3 worden en de CB-arts had het nu al over speciale scholen” “Wat er precies aan de hand is weten we niet. Het schommelt van PDDNOS naar dysfasie” “Haar gedragsproblemen werden in het hokje gestopt van ADHD en haar wegstopbuien als mogelijk autistisch…”

    18. Citaten van ouders op het discussieforum van Ouders Online (www.ouders.nl/forum) “Sorry mevrouw, zijn oortjes kan ik niet beoordelen want die zitten helemaal dicht.” “Het zal er wel aan liggen dat hij enig kind is” “Het CB zegt dat hij zo is omdat hij uit een groot gezin komt” “Al langer dan een jaar ben ik op zoek geweest naar de oorzaak van de gedragsproblemen van mijn zoon.” “Was het maar iets waar je duidelijk een etiketje kon opplakken. Dan had hij meer en betere hulp gekregen.”

    19. Citaten van ouders op het discussieforum van Ouders Online (n.a.v. www.ouders.nl/mdysfasie1.htm) De hoofdvragen bij ouders lijken te zijn: Heeft het kind stoornis A of stoornis B of allebei? (differentiaaldiagnose, comorbiditeit) Overbezorgd of alert? Waarop moet je letten? Hoe gaat het verder? (Ligt het aan de ouders?) (Speciaal onderwijs of niet?)

    20. “Het komt wel”: een reeel dilemma Het is beter om vroeg hulp te bieden dan later maar: Hoe jonger het kind, hoe groter de kans dat de taal spontaan vooruitgaat

    21. Afname taalstoornissen vanaf 2 jaar (Rescorla & Schwartz, 1990)

    22. ‘Voorspellers’ van spontaan herstel bij kinderen van 2 Er is een goede kans op vooruitgang bij kinderen die (al) met 2 jaar een achterstand hebben in de expressieve taal, tenzij: het taalbegrip slecht is Het kind non-verbale communicatie niet goed kan gebruiken De productieve woordenschat klein is (8 woorden of minder) Er een familiegeschiedenis is van taalstoornissen (Stevenson e.a., 1982)

    23. ‘Voorspellers’ van taalproblemen bij kinderen van 4 Als de stoornis alle taalniveaus raakt is de prognose slechter; hoe meer functies gestoord zijn, hoe slechter de prognose Als het profiel ‘oneffen’ is, is de prognose beter Van meer naar minder ‘kwetsbaar’: de klankproductie, de zinsbouwproductie, de woordproductie, het taalbegrip. (Bishop & Edmundson, 1987)

    24. ‘Het ijsbergmodel’ (‘taalgestoord’ – lees: deze aspecten (‘in het rood’) maken deel uit van de stoornis

    26. Het verdere verloop (Stothard et al, 1998)

    27. Comorbiditeit Letterlijk: het tegelijk voorkomen van twee ziekten Voorbeelden: SLI + dyslexie (> Wijnen) SLI + autistiform gedrag (> Van der Gaag) SLI + motorische problemen SLI + gedragsproblemen SLI + dyspraxie (> Maassen) Cruciale vraag: komen ze naast elkaar voor bij hetzelfde kind of veroorzaakt de ene stoornis de andere?

    28. Kip, ei… Een kind dat communicatief beperkt is, kan zich terugtrekken, gedragsproblemen ontwikkelen In dat geval zijn de gedrags-, contactproblemen een gevolg van de taalstoornis

    29. Label, diagnose, symptoom De verleiding is groot om als er eenmaal een naam aan de stoornis is gegeven, alle gedrag in het licht van de stoornis te zien. Bij stoornissen waarbij de taalproblemen als minder prominent worden gezien, is minder aandacht voor de taal (o.a. ADHD, psych. stoornissen)(>Blankenstijn, Scheper). Eenzelfde symptoom kan verschillende oorzaken hebben: niet-sociaal gedrag kan wijzen op een stoornis op het autistisch spectrum, maar is ook mogelijk een symptoom van (niet onderkende) slechthorendheid.

More Related