1 / 89

Techniek in beademingstoestellen voor de anesthesie

Techniek in beademingstoestellen voor de anesthesie. Fysiologie en farmacologie Gastoedingsystemen Spirometrie technieken Gasanalyse technieken. Hoe denkt u dat het werkt?. Thorax fysiologie. Fysiologisch model Thorax: zuiger/cilinder Longweefsel: spons met cellen

leone
Télécharger la présentation

Techniek in beademingstoestellen voor de anesthesie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Techniek in beademingstoestellenvoor de anesthesie Fysiologie en farmacologie Gastoedingsystemen Spirometrie technieken Gasanalyse technieken

  2. Hoe denkt u dat het werkt?

  3. Thorax fysiologie • Fysiologisch model • Thorax: zuiger/cilinder • Longweefsel: spons met cellen (er worden ook andere modellen gebruikt!)

  4. Volumina, drukken,ventilatie-perfusie • Het verschil tussen spontaan ademen en beademd worden • Invloed van druk op perfusie- weerstand en op bloedvolume • Het gevaar van een hoge beademingsdruk

  5. Volumina (en hun namen)

  6. Ventilatie - perfusie

  7. PV loops weergegeven tijdens beademing V=Vc V=Vt 100 ml P 0 ml 0 hPa ‘Echte’ compliance loops • Is niet hetzelfde als PV loop! Compliance wordt gemeten bij een verslapte patiëntin het uitademingstraject!

  8. Compliance curve

  9. Weerstand en Impedantie Van een adem-systeem

  10. Spontaan ademen Zuigt bloed de thorax in

  11. Beademen Perst bloed de thorax uit

  12. Beademen met hoge druk Perst de circulatie dicht

  13. Gastoedieningsystemen Eigenschappen

  14. Mapleson-C • Half open (gasvoorraad) • Versgas Stroom ca. 15 l/min • Rebreathing • Weinig weerstand, alleen in de uitademing

  15. Waters • Half gesloten (sodalime) • Versgas Stroom ca. 0,5 l/min • Rebreathing, maar niet van CO2 • Veel weerstand

  16. Cirkelsysteem • Half gesloten (sodalime) • Versgas stroom ca. 0,5 l/min • Rebreathing, maar niet van CO2 • Veel weerstand

  17. CCA (closed circuit anaesthesia) systeem • Gesloten (versgas stroom) • Versgas Stroom = verbruik patiënt • Rebreathing, maar niet van CO2 • Weinig weerstand (turbine)

  18. Volume reflector • Cirkelsysteem metmet speciaal ontwikkelde bufferruimte Getinge-MaquetFlow-i

  19. Het ideale ademgas mengsel… • Is 35oC • Heeft 100% rel. hum. • Bevat 20% - 25% O2 Ralph Waters zei ooit: “Gases are ice-cold and bone-dry” Er zal dus altijd condens in slangen vormen… Zo niet, dan mishandel jij de patiënt!

  20. Zuurstof is giftig! Bij een FiO2 van: (Prof. Dr. Jan Klein, 1986) 25% Roodkleuring trachea epitheel na 6 uur 30% Roodkleuring trachea epitheel na 4 uur 40% Roodkleuring trachea epitheel na 2 uur, begin cornea schade 50% Roodkleuring trachea epitheel na 1/2 uur, fibrotisering longweefsel, cornea schade 60% Roodkleuring trachea epitheel, fibrotisering en necrotisering longweefsel, cornea schade irreversibel >60% Alle bovenstaande effecten verhevigd en op kortere termijn

  21. Wat stelt u in? • De FiO2(bij de Physioflex of de Dräger Zeus) of • De FFGFO2(alle andere toestellen) Dan moet u gaan rekenen!

  22. Rekenen aan VGF… Zuurstofopname patiënt: • 200 ml/min Systeemlekkage: (verbruik IR analyser + lek) • 250 ml/min Gewenste FiO2: 25% Gewenste VGF: 1000 ml/min • 250 ml/min O2 en 750 ml/min Air

  23. Hoe zie ik dat ik genoeg geef? • Bij toestellen met een staande balg: de balg komt weer helemaal bovenin • Sommige toestellen hebben hiervoor een indicatiesysteem… (Dräger Primus)

  24. CO2 absorberen Chemie en interactie

  25. Binden van CO2 • CO2 + H2O = H2CO3 Sodalime = NaOH en Ca(OH)2 • H2CO3 + 2NaOH = Na2CO3 + H2O • H2CO3 + Ca(OH)2 = CaCO3 + 2H2O • Exotherme reactie

  26. Interactie met DA Bij DA met chloor kan fosgeen (COCl2) worden gevormd Isoflurane Bij Desflurane kan koolmonoxide (CO) worden gevormd Desflurane Bij Sevoflurane kan Compound A (nefrotoxisch) worden gevormd Sevoflurane

  27. Giftige gassen… • Ontstaan in droge sodalime(laat sodalime dus nooit drogen) • Ontstaan in warme sodalime(als het ademgas er stilstaat, verwarm het ademgas niet om het te drogen)

  28. Er is progressie!

  29. Invloed van vers gasstroom • Fysiologische waarden voor bevochtiging (100% rel. hum.) enverwarming (t = 35oC) bij VGF < 500ml/min. • Geen “kunstneus” nodig… • Wel BACTERIEFILTER nodig!

  30. Invloed constructie gassysteem 1 • Kleppen “kleven” indien nat weerstand bij SR (neonaten!) verwarming geeft meer “gifgas” • Hangende balg “zuigt” bij expiratie (NEEP) • Zuiger/cilinder oscilleert bij expiratie (NEEP) EEP afhankelijk van luchtweg-weerstand patiënt

  31. Invloed constructie gassysteem 2 • Staande balg “tegendruk” in expiratie (PEEP) demping van oscillatie EEP onafhankelijk van luchtwegweerstand patiënt • APL ventiel lekt altijd iets onnauwkeurig, weerstand druk afhankelijk van de stroom

  32. Beademingslangen Natuurkunde en pneumatiek

  33. Natuurkundige eigenschappen • Geen uitzetting onder druk • Soepel en buigzaam • Thermisch isolerend

  34. Tegenstrijdige eigenschappen • Lage doorstromingsweerstand(grote effectieve doorsnede, kleine lengteRf = C x A2 x l) Klein volume(kleine doorsnede, kleine lengteV = A x l)

  35. Chemische eigenschappen • Laat geen gas of damp door (latex- neopreen- en siliconenrubber doen dat wel, pe en pu minder, pfte bijna niet) • Waterbestendig

  36. ↓ Effectief verplaatst volume • Compressible volume • = het volumeverlies door het ‘inveren’ (inkrimpen) van het gasmengsel door de druktoename in het beademingsysteem Slang compliance volume = het volumeverlies door het ‘uitveren’ (uitzetten) van de slangen door de druktoename in het beademingsysteem

  37. Er is verschil!

  38. Aandrijven van de gasvoorraad bij beademingsmachines Natuurkunde ende sturing van de beademing

  39. Wet van Boyle-GayLussac 1 • P1 x V1 / t1 = P2 x V2 / t2 • De druk of het volume wordt hoger/groter als de temperatuur verhoogd • Bij verhoging van de druk wordt het volume kleiner of de temperatuur hoger

  40. Wet van Boyle-GayLussac 2 Verwarming en bevochtiging doen het volume toenemen • STPD = Standard Temperature and Pressure, Dryis 90% van • ATPS = AmbientTemperature and Pressure, Saturatedis 90% van • BTPS = Body Temperature and Pressure, Saturated

  41. Wet van Boyle-GayLussac 3 Houdt de spirometrie hier wel rekening mee? • Drukdifferentiaal spirometrie is afhankelijk van de viscositeit (en dus de temperatuur) van het gas! • Drukdifferentiaal spirometrie is afhankelijk van de samenstelling (en dus van de vochtigheid) van het gas

  42. Tijdsturing • Als je een ademfrequentie kunt instellen, is er sprake van tijdsturing(bij alle moderne toestellen, dus)

  43. Volumesturing • Levert een vooraf ingesteld volume af, ongeacht de druk die daarvoor nodig is. • Heeft een drukalarm nodig!

  44. Druksturing • Levert een vooraf ingestelde druk af, ongeacht welk volume hierbij verplaatst gaat worden • Heeft een volume alarm nodig

  45. Volume ControlledPressureRegulated • Is druksturing! • Volumetrie en volume bewaking is noodzakelijk • Continue meting van uitgeademd volume en aanpassen van de druk om het volume te garanderen Dräger noemt het “autoflow”Het is ‘druksturing met volume garantie’

  46. PEEP • Verhinderen van totale uitstroming van gassen uit de long door tegendruk • Voorkomt atelectase vorming door handhaven FRC

  47. (Inspiratoire) trigger • Mogelijkheid om de beademing te synchroniseren met de spontane ademwens van de patiënt • Bij volumesturing heet dit “assist” • Bij druksturing heet dit “pressure support”

  48. (Expiratoire) trigger • Zet bij daling van de inspiratoire (peak) flow, het expiratieventiel open • Voorkomt overrekken van de longen (shear trauma)

  49. (bi level) CPAP • Als bij PEEP… • Bij gebruik van pressure support, schakelt het toestel tussen 2 (bi) drukniveaus

  50. Spirometrie technieken Turbine spirometrie Druk differentiaal spirometrie Hittedraad spirometrie Klok spirometrie

More Related