1 / 19

Na deze les: Ken je de zes regels van het molecuul model. Kan je elk van de zes regels van het molecuulmodel uitl

STOFFEN – HET MOLECUULMODEL. Na deze les: Ken je de zes regels van het molecuul model. Kan je elk van de zes regels van het molecuulmodel uitleggen Kan je voorbeelden uit het dagelijks leven noemen van het uitzetten van stoffen. 2011 Ing. W.T.N.G. Tomassen.

lotus
Télécharger la présentation

Na deze les: Ken je de zes regels van het molecuul model. Kan je elk van de zes regels van het molecuulmodel uitl

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Na deze les: Ken je de zes regels van het molecuul model. Kan je elk van de zes regels van het molecuulmodel uitleggen Kan je voorbeelden uit het dagelijks leven noemen van het uitzetten van stoffen 2011 Ing. W.T.N.G. Tomassen

  2. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Atoom • Is een bouwsteen • Bestaat uit • Kern (Protonen en neutronen) • Elektronen • Aantal protonen bepaalt atoom nr. • Er zijn meer dan 106 bekende bouwstenen. • Alle bouwstenen staan in het periodiek systeem

  3. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Periodiek systeem

  4. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Molecuul • Definitie: • Kleinste deeltje van een stof die de eigenschappen van de stof nog bezit. • Bestaat uit • Een of meer atomen

  5. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Voorbeelden

  6. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Zelfs een suikerkorrel bestaat uit hele kleine deeltjes Moleculen Hoe klein zijn deze deeltjes? Je kan ze niet met het blote oog zien Zelfs niet met een microscoop Een suiker molecuul is ongeveer 0,000001 mm (1 x groot Tover alle moleculen in een suikerklontje om tot zandkorrels en je kan heel Nederland bedekken met een laag van 10m hoog zand

  7. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL Molecuul model • Omschrijft de eigenschappen van een molecuul. • Bevat 6 belangrijke eigenschappen.

  8. STOFFEN – HET MOLECUULMODEL

  9. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 1 Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.  Water heeft andere eigenschappen dan olie

  10. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 2 De moleculen van een stof bewegen. • Des te sneller de moleculen bewegen des te hoger de temperatuur. • Stoffen zetten uit bij verwarming (aantal moleculen blijft gelijk)

  11. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 3 Er zit ruimte tussen de moleculen één liter alcohol gemengd met één liter water geeft minder dan 2 liter mengsel. • 250 mL thee met 25 mL suiker heeft minder volume dan 275 mL.

  12. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 4 In een vaste stof bewegen moleculen heen en weer rond een vaste plaats (evenwichtsstand) In paragraaf 3 komen we hierop terug: vaste stof, vloeistof en gas.

  13. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 5 Moleculen bewegen gemiddeld sneller naarmate de temperatuur hoger is. Gevolg • Beweging neemt toe  meer ruimte nodig. • Afstand tussen moleculen neemt toe. • Stof zet uit. • Kracht tussen moleculen onderling nemen af.

  14. MATERIALEN EN MOLECULEN Veronderstelling 6 Moleculen trekken elkaar aan. • Twee soorten aantrekkingskracht: • CohesieAantrekkingskracht tussen dezelfde soorten moleculen • AdhesieAantrekkingkracht tussen verschillende soorten moleculen.

  15. MATERIALEN EN MOLECULEN Voorbeelden van cohesie

  16. MATERIALEN EN MOLECULEN Voorbeelden van Adhesie

  17. 6: Aantrekkingskracht tussen moleculenKernwoorden • Cohesie= De aantrekking tussen moleculen van dezelfde soort. • Adhesie = De aantrekking tussen moleculen van verschillende stoffen. • Capillairen = Heel dunne buisjes of kanaaltjes in papier. • Capillaire werking= Het omhoog gaan van water in capillairen. • Meniscus= Het oppervlak van vloeistoffen.

  18. MATERIALEN EN MOLECULEN Proefwerkvraag “Als je een suikerklontje in een glas koud water houdt, zuigt het water op. In een glas hete thee gaat dat opzuigen veel sneller” Verklaar a.d.h.v. het molecuulmodel

More Related