1 / 14

Toelichting KNA 3.0

Toelichting KNA 3.0. 1. Opgraven 2. Archeologische begeleiding. Kenmerken nieuwe KNA. eenvoudiger, werkbare, minimale kwaliteitseisen aan het gehele archeologische proces protocol opgraven niet fundamenteel gewijzigd, protocol archeologische begeleiding wél veranderd

Télécharger la présentation

Toelichting KNA 3.0

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Toelichting KNA 3.0 1. Opgraven 2. Archeologische begeleiding

  2. Kenmerken nieuwe KNA • eenvoudiger, werkbare, minimale kwaliteitseisen aan het gehele archeologische proces • protocol opgraven niet fundamenteel gewijzigd, protocol archeologische begeleiding wél veranderd • eisen aan actoren soms verzwaard, om kwaliteit te waarborgen

  3. 1. Opgraven • voorbereiden veldwerk • uitvoeren veldwerk • evaluatiefase • wat is nodig om met de resultaten van het veldwerk de vraagstellingen uit PvE te beantwoorden; • bijstellen uitwerkingsplan en materiaalselectie; • kostenraming • deponering: wat, hoeveel, waar en wanneer • uitwerking veldwerk - standaardrapportage

  4. als onderzoek plaatsvindt vóór selectiebesluit, dan conform ‘IVO-proefsleuven’ als onderzoek plaatsvindt ná selectiebesluit, dan conform proces ‘opgraven’ 2. Archeologische begeleiding,afhankelijk van plaats binnen AMZ-cyclus

  5. Motivatie wijziging AB • ethisch: bodemarchief is eindig, opgravingen destructief, dus altijd streven naar onderzoek volgens (minimale) eisen KNA • vooronderzoek kan (nagenoeg) altijd uitwijzen of vervolgonderzoek noodzakelijk is: zo nee, evt. waarnemingen door amateurs, zo ja, dan reguliere opgraving

  6. vervolg motivatie wijziging AB • frustrerend voor uitvoerende partij • vooral inhoudelijk (slechte waarnemingsomstandigheden) • planning-technisch (daarmee evt. financieel) • frustrerend voor opdrachtgever: • budgetmatig: kosten onduidelijk omdat uitkomsten onderzoek niet zijn ingekaderd • planning-technisch: risico op vertragen of stilleggen bouwproject als gevolg van archeologie

  7. vervolg motivatie wijziging AB • begeleiding nu soms aanbevolen als gevolg van besluiteloosheid • begeleiding nu vaak ‘goedkoop alternatief’; financiën kunnen en mogen echter nooit meespelen in de keuze voor de aard van archeologisch onderzoek

  8. vervolg motivatie wijziging AB • wat gaat er verder mis: • regie is in handen van opdrachtgever in plaats van archeoloog • afspraken tussen opdrachtgever en uitvoerder vaak problematisch

  9. vervolg motivatie wijziging AB • Hoewel binnen civiel-technische omstandigheden opgravingen altijd beperkingen kennen, kan de kwaliteit van de waarnemingen worden vergroot door te kiezen voor onderzoek conform de eisen voor IVO-proefsleuven of opgraven

  10. PvE • inhoudelijke vraagstelling: wat moet worden onderzocht • praktische uitvoering: hoe moet worden onderzocht • evt. aanvullende eisen ten aanzien van veldwerk of actoren • op basis PvE wordt PvA opgesteld

  11. Begeleiding “IVO proefsleuven” • doel: aanvullen en toetsen van gespecificeerd verwachtingsmodel, gebaseerd op bureau-onderzoek • reden begeleiding: kleine ingreep in groot gebied, bijv. rioolsleuven, nutsleidingen

  12. Begeleiding “Opgraven” • doel: documenteren van en veiligstellen van materiaal om kennis en informatie te behouden • reden: bodemarchief pas toegankelijk na sloop (bijv. binnensteden)

  13. Actoren • actoren alleen genoemd bij ‘kritische processtappen’, cruciaal voor goede uitvoering van onderzoek • actor is degene die zelf daadwerkelijk uitvoert (dus niet degene die controleert) • eindcontrole veldwerk vindt doorlopend plaats door senior-archeoloog (dus altijd een senior – periodiek - aanwezig op de opgraving) • PvE wordt geschreven door senior en dmv interne autorisatie gecontroleerd door een andere senior-archeoloog

  14. Stellingen • Goed uitgevoerd vooronderzoek kan nooit een Archeologische Begeleiding als selectiebesluit hebben. • Het is noodzakelijk dat te allen tijde een senior-archeoloog in het veld aanwezig is.

More Related