1 / 73

OVS toelichting

OVS toelichting. Verbond van Verzekeraars Den Haag. Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling (OVS). De OVS is een regeling tussen maatschappijen; Effectief en efficiënt regelen van materiële schaden op basis van standaardsituaties; De OVS sluit zo veel mogelijk aan bij het gemene recht;

ronda
Télécharger la présentation

OVS toelichting

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. OVS toelichting Verbond van Verzekeraars Den Haag

  2. Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling (OVS) • De OVS is een regeling tussen maatschappijen; • Effectief en efficiënt regelen van materiële schaden op basis van standaardsituaties; • De OVS sluit zo veel mogelijk aan bij het gemene recht; • De schuldvraag blijft buiten beschouwing; • De verzekerde mag geen nadeel hebben indien de afwikkeling op basis van OVS niet aansluit bij het gemene recht (maatschappijbeleid).

  3. Criteria voor de toepassing van de OVS • Er moet sprake zijn van een enkelvoudige botsing tussen 2 motorrijtuigen (of uitzondering kettingbotsing); • Een botsing moet voldoen aan de gestelde kaders en begrippen van de OVS; • Eén van de motorrijtuigen moet een cascodekking hebben; • De aanrijding moet binnen het geldigheidsgebied plaatsvinden; • Er moet een stelsel van wegen te onderkennen zijn; • De betrokken verzekeraars moeten aangesloten zijn bij de OVS.

  4. Opbouw OVS • Algemeen; • Botsingsituaties; • Overige bepalingen; • Toelichting per botsingsituatie; • Toelichting op de overige bepalingen; • Begripsomschrijvingen.

  5. Botsingsituatie 1 Botsing tijdens of na een bijzondere verrichting Bij een botsing tussen een motorrijtuig dat een bijzondere verrichting uitvoert en een ander motorrijtuig dat geen bijzondere verrichting uitvoert, betaalt de verzekeraar van het eerstgenoemde motorrijtuig de schade van het andere motorrijtuig.

  6. Wat zijn de bijzondere verrichtingen? • Wegrijden*; • Uit een uitrit de weg oprijden*; • Keren*; • Achteruitrijden; • Van rijstrook of rijbaan wisselen; • Van of naar een invoeg- of uitvoegstrook rijden; • Openen dan wel open laten staan van een portier, een (laad)klep of een (laad)deur; • In verboden rijrichting rijden. * hiervoor geldt een afstandsnorm van 25 meter

  7. OVS 1: wegrijden Toedracht: A rijdt uit stilstand weg en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. 25 meter A B

  8. OVS 1: uit een uitrit de weg oprijden Toedracht: A komt uit een uitrit en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. 25 meter Hoek’s Paardenfokkerij A B

  9. OVS 1: keren Toedracht: A keert en B slaat rechtsaf. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A, ondanks het feit dat A op een voorrangsweg rijdt. 25 meter A A B

  10. OVS 1: achteruitrijden Toedracht: A rijdt achteruit en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  11. OVS 1: van rijstrook of rijbaan wisselen Toedracht: A verwisselt van rijstrook en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  12. OVS 1: van of naar een invoeg- of uitvoegstrook rijden Toedracht: A voegt in en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  13. P P P P P OVS 1: openen dan wel open laten staan van een portier (1) Toedracht: B rijdt vooruit parkeervak in en A opent portier. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  14. P P P P P P OVS 1: openen dan wel open laten staan van een portier (2) Toedracht: B rijdt vooruit parkeervak in en A opent portier. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  15. OVS 1: in verboden rijrichting rijden (1) Toedracht: A komt uit verboden rijrichting en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  16. OVS 1: in verboden rijrichting rijden (2) Toedracht: Bromfiets A rijdt op het bromfietspad in verboden rijrichting en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  17. geen OVS 1: in verboden rijrichting rijden (3) Toedracht: Bromfiets A rijdt op het niet meest rechts gelegen bromfietspad en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert geen bijzondere verrichting uit en B had A voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van B. A B

  18. OVS 1: op een kruising achteruit van rechts Toedracht: A rijdt achteruit en komt van rechts en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A voert een bijzondere verrichting uit en B niet. OVS 1 is van toepassing in het nadeel van A. A B

  19. Botsingsituatie 2 Botsing op een kruispunt Bij een botsing tussen twee motorrijtuigen die vanuit verschillende richtingen een kruispunt naderen en vervolgens op dat kruispunt met elkaar botsen, betaalt de verzekeraar van het motorrijtuig met een voorrangs- verplichting de schade van het motorrijtuig dat voorrang heeft.

  20. OVS 2: aanrijding op kruispunt (1) Toedracht: B komt op een kruising van rechts en A rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  21. OVS 2: aanrijding op kruispunt (2) Toedracht: A slaat linksaf en B rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  22. OVS 2: aanrijding op kruispunt (3) Toedracht: A slaat linksaf en B slaat rechtsaf. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. A A B B

  23. OVS 2: aanrijding op kruispunt (4) Toedracht: A slaat linksaf en B slaat rechtsaf. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. A B A B

  24. OVS 2: aanrijding op kruispunt (5) Toedracht: B slaat op een kruising rechtsaf en vervolgens linksaf. A rijdt gewoon rechtdoor en haalt B in. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen, de lading van A bevindt zich nog op het kruispunt. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. A A A B B

  25. OVS 2: aanrijding op kruispunt (6) Toedracht: B komt op een kruising van rechts en A rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen, ondanks het afsnijden van B. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. B A B

  26. geen OVS 2: geen aanrijding op kruispunt Toedracht: B komt op een kruising van rechts en A rijdt gewoon rechtdoor. Afwikkeling: B heeft kruispunt al verlaten, A heeft geen voorrangsplicht meer. OVS 2 is niet (meer) van toepassing, de schade wordt afgewikkeld op grond van OVS 4 in het nadeel van B. B A B

  27. OVS 2: ‘dubbel groen’ (1) Toedracht: A slaat linksaf en B rijdt gewoon rechtdoor en beiden hebben groen. Afwikkeling: A had B voorrang moeten verlenen. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  28. OVS 2: ‘dubbel groen’ (2) Toedracht: A is door groen gereden en staat stil op kruispunt, B trekt op na groen. Afwikkeling: A heeft voorrang omdat hij op een voorrangsweg rijdt, na dubbel groen volgen de normale verkeersregels. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van B. B A

  29. OVS 2: ‘dubbel groen’ (3) Toedracht: A is door groen gereden en staat stil op kruispunt, B trekt op na groen. Afwikkeling: B heeft voorrang omdat hij op een voorrangsweg rijdt, na dubbel groen volgen de normale verkeersregels. OVS 2 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  30. Botsingsituatie 3 Botsing tussen achter elkaar rijdende motorrijtuigen a. Enkelvoudige kop-staart botsing Bij eenbotsing tussen twee motorrijtuigen die op dezelfde weg achter elkaar rijden en met elkaar botsen in enig deel van het aanrakingsvlak van het voor rijdende motorrijtuig betaalt de verzekeraar van het achterste motorrijtuig de schade van het voor rijdende motorrijtuig. Dit geldt ook bij afslaan.

  31. Botsingsituatie 3 (vervolg) b. Kettingbotsing Bij een kettingbotsing betaalt de verzekeraar van het achterop rijdende motorrijtuig de schade van het direct ervoor rijdende motorrijtuig, indien het achter rijdende motorrijtuig botst in enig deel van het aanrakingsvlak van het direct ervoor rijdende motorrijtuig. Dit geldt ook bij afslaan.

  32. Aanrakingsvlak (1) Het vlak dat ontstaat door twee lijnen evenwijdig aan de (denkbeeldige) wegas te trekken vanaf de uiterste punten van de achterkant van het direct voor rijdende motorrijtuig, dat betrokken is bij de botsing. Bij het bepalen van het aanrakingsvlak blijft de lading buiten beschouwing.

  33. A B Aanrakingsvlak (2) Het geel gearceerde vlak is het aanrakingsvlak.

  34. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (1) Toedracht: B remt voor een zebrapad en A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  35. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (2) Toedracht: B slaat linksaf en moet C voorrang verlenen, A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. C B A

  36. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (3) Toedracht: Bromfiets B slaat linksaf en moet C voorrang verlenen, A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. C B A

  37. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (4) Toedracht: B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  38. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (5) Toedracht: Tractor B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats met de lading in het aanrakings-vlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  39. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (6) Toedracht: B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  40. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (7) Toedracht: B rijdt gewoon rechtdoor en A rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van A. B A

  41. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (8) Toedracht: A rijdt gewoon rechtdoor en B rijdt achterop. Afwikkeling: De botsing vindt niet meer plaats op de kruising en dus is OVS 2 niet van toepassing. De botsing vindt plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing in het nadeel van B. A B A B

  42. OVS 3: aanrijding in aanrakingsvlak (9) Toedracht: 1. B rijdt tegen lichtmast en daarna rijdt A achterop. 2. A rijdt achterop B en drukt B tegen lichtmast. Afwikkeling: In beide gevallen vindt de botsing plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is van toepassing en A betaalt de volledige schade (voor- en achter-schade) van B. B A

  43. geen OVS 3: aanrijding buiten aanrakingsvlak Toedracht: B slaat linksaf en A haalt B in. Afwikkeling: De botsing vindt niet plaats in het aanrakingsvlak (het geel gearceerde vlak). OVS 3 is niet van toe-passing, de schade wordt afgewikkeld op grond van OVS 6. B A

  44. OVS 3: kettingbotsing (1) Toedracht: D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A. A B C D

  45. OVS 3: kettingbotsing (2) Toedracht: D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A. Afwikkeling: De kettingbotsing wordt opgedeeld in 3 enkel-voudige botsingen: A en B B en C C en D A B C D

  46. OVS 3: kettingbotsing (3) Toedracht: D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A. Afwikkeling: B betaalt schade aan A C betaalt schade aan B D betaalt schade aan C Er vindt geen onderling verhaal plaats ! A B C D

  47. OVS 3: kettingbotsing (C geen OVS) Toedracht: D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A. Afwikkeling: B betaalt schade aan A en verhaalt schade A niet op D C verwijst B naar D B kan zijn schade niet verhalen op D D betaalt schade aan C A B GEEN OVS-DEELNEMER C D

  48. OVS 3: kettingbotsing (D geen OVS) Toedracht: D rijdt achterop C, die vervolgens B doordrukt op A. Afwikkeling: B betaalt schade aan A en verhaalt dit op D C betaalt schade aan B en verhaalt dit op D D betaalt schades aan C en B A B C GEEN OVS-DEELNEMER D

  49. OVS 3: geen kettingbotsing (1) Toedracht: C voegt in, waardoor D in de flank van C rijdt en die vervolgens doordrukt op B en A. Afwikkeling: Niet alle motorrijtuign botsen in elkaars aanrakingsvlak (D botst in de flank van C). Deze botsing voldoet niet aan de vereisten van een ketting-botsing. De OVS is niet van toepassing. A B C D

  50. A B C D OVS 3: geen kettingbotsing (2) Toedracht: B en C rijden achterop A en / of D rijdt achterop B en C Afwikkeling: In beide gevallen voldoet de botsing niet aan de vereisten van een kettingbotsing. De OVS is niet van toepassing.

More Related