1 / 7

4) sterke werkwoorden

4) sterke werkwoorden. Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam- vormen - klankverandering in o.v.t. O.T.T. (zie zwakke werkwoorden) gehen hei ße n bieten. biet biet biet biet biet biet. e e e e e e. st t n t n. ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie. geh

pakuna
Télécharger la présentation

4) sterke werkwoorden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 4) sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam- vormen - klankverandering in o.v.t. O.T.T. (zie zwakke werkwoorden) gehen heißen bieten biet biet biet biet biet biet e e e e e e st t n t n ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie geh geh geh geh geh geh e st t en t en heiß heiß heiß heiß heiß heiß e t t en t en

  2. 4) sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam- vormen - klankverandering in o.v.t. O.V.T. klankverandering gehen heißen bieten ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie ging ging ging ging ging ging - st - en t en hieß hieß hieß hieß hieß hieß - est - en t en bot bot bot bot bot bot - e - e e e st n t n

  3. 4) sterke werkwoorden Voltooid deelwoord eindigt op -en Voltooid deelwoord gehen heißen bieten ge gang en ge heißen ge bot en

  4. 4) sterke werkwoorden Uitzondering I: -ä- Bij sterke werkwoorden met een –a- in de stam krijg je bij –du- en –er,sie,es- een Umlaut (ä) O.T.T. fahren laden ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie fahr fähr fähr fahr fahr fahr e st t en t en lad läd läd lad lad lad _ _ _ _ _ _ e st t en et en Wanneer de stam bij deze werkwoorden op een –d/t- eindigt, vervalt de tussen –e-

  5. 4) sterke werkwoorden Uitzondering II: -ä- Ook bij ‘laufen’ en ‘stoßen’ krijg je bij –du- en –er,sie,es- een Umlaut O.T.T. laufen stoßen ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie lauf läuf läuf lauf lauf lauf e st t en t en stoß stöß stöß stoß stoß stoß e t t en t en

  6. 4) sterke werkwoorden Uitzondering III: e/i-wissel Bij sterke werkwoorden met een –e- in de stam krijg je bij –du- en –er,sie,es- → i(e); lange –e- → -ie-(lesen), korte –e- → -i-(sprechen) O.T.T. sprechen lesen les lies lies les les les e t t en t en ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie sprech sprich sprich sprech sprech sprech e st t en t en

  7. 4) sterke werkwoorden Uitzondering IV: gehen/stehen zijn sterk, maar krijgen geen e/i-wissel Uitzondering V: geben, nehmen, werden, treten hebben een lange –e-, maar krijgen korte – i- O.T.T. géén e/i lange –e-, korte –i- gehen nehmen nehm nimm nimm nehm nehm nehm e st t en t en ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie geh geh geh geh geh geh e st t en t en

More Related