540 likes | 793 Vues
Youth & Use chilling or killing?. PAOG 18 oktober 2011 dr. I.J.J. Aben. Programma. Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M. Programma. Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering
E N D
Youth & Usechilling or killing? PAOG 18 oktober 2011 dr. I.J.J. Aben
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Chilling or killing? Filmpje Filmpje2
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Use your brain! Onjuist Het gebruik onder 15-18 jarigen bleef stabiel (ca. 75%). Onder 12-14 jarigen daalde het zelfs van 47 naar 32%. Het alcoholgebruik onder jongeren (12-18 jr.) steeg de laatste jaren (2003 – 2007). (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Juist Onder reguliere middelbare scholieren (12-18 jr.) is het aantal recente gebruikers geleidelijk afgenomen tot 6% van de meisjes en 10% van de jongens. Het cannabisgebruik onder middelbare scholieren is zowel bij meisjes als bij jongens de laatste jaren (1996-2007) afgenomen. (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Juist Het percentage zware drinkers (12 jr en ouder) is afgenomen van 14 naar 10% (1,4 miljoen mensen). De afname geldt voor alle leeftijdscategorieën. ‘Heavy drinking’ (>6E op ten minste 1 dag/week) is de laatste jaren, tussen 2001 en 2008, afgenomen. (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Onjuist Het gebruik is het hoogste in Spanje (20%) en even hoog in Frankrijk (15%) Het cannabisgebruik onder scholieren is in Nederland hoger dan in andere Europese landen waar geen gedoogbeleid wordt gevoerd. (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Onjuist Het aantal verwijzingen naar ambulante verslavingszorg steeg van ca. 2000 naar ca. 8000 (over alle leeftijdsgroepen). Dit kan echter ook wijzen op betere gezondheidszorgfaciliteiten en vroeger hulpvragen. Door stijging van het aantal probleemgebruikers van cannabis is het aantal dat hulp zoekt tussen 1994 en 2008 verviervoudigd. (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Onjuist Het gebruik van cocaïne is vooral hoog onder partygangers (12%) en club- en discotheekbezoekers (3-6%). Cocaïne is vooral populair bij hoogopgeleide workaholics (30-40-jarigen) in het bank- en bedrijfsleven. Onder partygangers blijft het relatief zeldzaam (<5%). (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Juist Speed wordt veelal gesnoven, XTC meestal geslikt. XTC wordt in de party-scene meer gebruikt dan speed: 24% vs. 7%. XTC is in tegenstelling tot speed en cocaïne niet snel verslavend en leidt zelden tot een hulpvraag. Speed en XTC zijn beide pepmiddelen maar bevatten niet dezelfde werkzame stof: speed bevat amfetamine, XTC bevat MDMA. (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Juist GHB = gammahydroxyboterzuur, een narcosemiddel dat sinds de jaren 90 als partydrug en afrodisacum wordt gebruikt. Het werkt ontremmend en licht euforiserend. In 2007 had 0,6% van 12-18 jarigen het ooit gebruikt. GHB is net als alcohol een verdovend middel en wordt onder reguliere midelbare scholieren zelden gebruikt. (Nationale drug monitor 2009)
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Fasen van gebruik Kennismaken Experimenteren Geïntegreerd gebruik Excessief gebruik (misbruik) Verslaving In alle stadia is misbruik mogelijk!!
Signalen herkennen Somatisch Anorexie, snelle gewichtsdaling, wijde/nauwe pupillen, jeuk/krabben, sedatie/anergie, slapeloosheid, etc. Psychologisch Somberheid, concentratiezwakte, nalatigheid, afstandelijkheid, desinteresse/onverschilligheid, interesse voor middelen, gedragsproblemen, ‘ongelukjes’, maandagmorgen ‘blues’ Sociaal Problemen met naasten, verlies van vrienden/verandering van vriendenkring, isolement, schoolverzuim, slechtere schoolprestaties, politie/justitie
Misbruik Eenpatroon van onaangepastgebruik van eenmiddel datsignificantebeperkingen of lijdenveroorzaakt Eén of meer van (periode 12 mnd): • Herhaaldelijkgebruik, waardoorverzaken van verplichtingen (werk, school, thuis) • Gebruik in gevaarlijkesituaties (bijv. autorijden) • Herhaaldelijk in aanrakingkomen met justitie (middelengerelateerd) • Persisterendgebruikondanksaanhoudendeproblemen (DSM-IV)
Afhankelijkheid Eenpatroon van onaangepastgebruik van eenmiddel datsignificantebeperkingen of lijdenveroorzaakt Drie of meer van (periode 12 mnd): • Tolerantie • Onthoudingsverschijnselen • Gebruik van groterehoeveelheden, langeretijd • Gebruikersgedrag is tijdsintensief • Beperktsociaal-maatsch. functioneren • Willenmaarnietkunnenstoppen • Volharding in gebruikondanksbesef van negatievegevolgen (DSM-IV)
Beïnvloedende factoren Biopsychosociaal model Biologisch Erfelijke kwetsbaarheid, psychiatrische ziekten (schizofrenie, bipolaire stoornissen, angst, depressie, ADHD, eetstoornissen etc.) Psychologisch Temperament, persoonlijkheid/-stoornissen (copingsvaardigheden, moeite met aanpassen, stemmingswisselingen, gedragsstoornissen, hyperactiviteit/impulsiviteit sensation seeking, beïnvloedbaarheid, terugtrekgedrag, etc.), delinquent gedrag Sociaal Gezinskenmerken (KOPP/KVO, pedagogische stijl, betrokkenheid, conflicten), peer-group pressure, schoolproblemen, etc.
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Motivatie cyclus Proschaska & Di Clemente
Motiverende gespreksvoering Gespreksattitude -motivatie komt uit de patiënt, niet van buitenaf -het is de taak van de patiënt zijn/haar ambivalenties op te lossen -de gesprekstoon en tempo zijn rustig en uitnodigend -directe overreding helpt hierbij niet -wel directief in helpen om ambivalentie te onderzoeken en op te lossen -motivatie is geen ‘trait’ maar fluctueert met de interpersoonlijke interactie -geen doctor-centered houding maar (gespreks)partner Miller & Rollnick (1999)
Motiverende gespreksvoering Gesprekstechnieken -reflectief luisteren ter exploratie van het referentiekader van patiënt -accepteren en bevestigen van (de uitspraken van) de patiënt -ontlokken en bekrachtigen van ‘veranderuitspraken’* -monitor de veranderbereidheid, vermijd weerstand door te proberen te overreden -bevestig de patiënts vrijheid om eigen keuzes te maken * Zelf-motiverende uitspraken, eigen probleeminzicht, zorgen, verlangens en intenties om te veranderen, verandercapaciteit Miller & Rollnick (1999)
Motiverende gespreksvoering MGV MVG2
Motiveren bij de GGD • Motiverende gespreksvoering als risicozorg • Neem de tijd • Betrek ouders maar spreek de jongere (ook) alleen • Streef niet naar motivatie voor behandeling maar voor een vervolggesprek
Programma • Chilling or killing? (filmpjes) • Use your brain (quiz) • Vroegsignalering • Motivatie voor behandeling • Behandelaanbod J&M
Behandeling J&M Aanmelding • Verwijzers: BJZ, huisartsen, jeugdartsen, specialisten • Toeleiders: o.a. school, 1e lijns psychologen, Jeugdzorg Intake • Probleemanamnese, speciële anamnese (gebruik), tractusanamnese (neurol., psychiatrische), gezinsanamnese, sociale anamnese, VG, FA, etc. • Mentale status • Hulpvraag, motivatie Diagnostiek • Psychiatrisch onderzoek, psychologisch onderzoek, gezinsonderzoek, somatisch onderzoek Adviesgesprek/behandelplan • Overeenstemming diagnose? Motivatie? Individueel of gezinsbenadering?
Casemanagement • Coördinerende schakel tussen hulpverleners Huisarts, BJZ, schoolmaatschappelijk werk, etc. • Hulp bij maatschappelijke vragen Gericht op het leven weer op de ‘rails’ krijgen • Beschikbaarheid voor ‘crisis’ tijdens kantooruren • Individuele ‘leefstijl’-trainer
Leefstijltraining (ca.10 sessies) • Motivering • Motivatiecyclus (Prochaska & Di Clemente) • Motiverende gesprekstechniecken (Miller & Rollnick) • Psycho-educatie • CGT principes • Gebruiksregistratie dagboek, functionele en holistische analyse, de 5 G’s, cue exposure met responsepreventie • Terugvalpreventie en ‘harm reduction’ • Signalerings- en hanteringsplan • Keuzethema’s • Sociale vaardigheden, sociaal netwerk, leren ontspannen, omgaan met geld, vrijetijdsbesteding, etc.
Urinedrugscreening • Vertrouwen herstellen van de omgeving • Extra motivatie • Controle op risicogedrag • Bij positieve test niet sanctionerend optreden maar stimuleren van functionele coping
Ouderbegeleiding • Ouders betrekken bij behandeling • Gemeenschappelijke probleemdefinitie • Psycho-educatie • Herstellen ouder-kind relaties • Pedagogische ondersteuning • Taxatie gezinsproblematiek
Farmacotherapie • Vermindering onthoudingsverschijnselen • Vermindering zucht • Substitutie • Behandeling co-morbiditeit (bijv. ADHD)
Ambities voor de toekomst • Evidence-based behandelstrategieën • Gezinstherapie (MDFT, MSFT) • Zelfhulp; Internetbehandeling • Community reinforcement approach? • Contingency management? • Behandelsettingen: ook dagbehandeling • Academisering / Regionaal expertise centrum
Dank voor uw aandacht Vragen?
Risicogedrag en druggebruik “Drugs zijn alle stoffen die inwerken op het centraal zenuwstelsel en om die reden worden gebruikt”
Werking van drugs? Verdovende drugs Alcohol, opiaten, kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen, GHB Stimulerende drugs XTC, speed, cocaine, koffie & thee Waarnemingsveranderende drugs XTC, cannabis, LSD, paddo’s
Verdovend: • Verlaagde hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur, bloeddruk • Verkleinde pupillen, vertraagde reflexen • Ontremming, verlaagd bewustzijn in verschillende gradaties • Verwardheid, desoriëntatie
Stimulerend: • Verhoogde hartslag, lichaamstemperatuur, ademhaling, bloeddruk, reflexen • Vertraagde stofwisseling • Vergrote pupillen • Hartkloppingen • Risico op uitdroging, insulten
Bewustzijnsveranderend: • Coördinatiestoornissen, desoriëntatie, derealisatie, depersonalisatie • Droge mond en keel, slikstoornis • Afwisselend overmatig beweeglijk en dan weer stram en stijf • Overschatting van eigen vermogens, suïcidaal
Welke middelen zijn ‘hot’? • Paddo’s • GHB • Ketamine • Khat • Heroine • Tabak • Alcohol • Cannabis • XTC (MDMA) • Amfetaminen • Cocaine • Crack / basecoke
Alcohol • Alcohol ontstaat door gisting van granen of vruchtensuikers • In elk standaard glas zit evenveel pure alcohol, namelijk 10 gram • Alcohol is voor het lichaam een schadelijke stof.
Risico's van alcohol • Dingen doen waar je spijt van krijgt • Lichamelijke klachten: lever, maag, hersenen, hart en bloedvaten , zenuwstelsel en kanker • Gevaar bij verkeersdeelname • Geweld tijdens het uitgaan • Ongevallen thuis en op het werk • Lichamelijk en geestelijk verslavend
Hasj en wiet • Hasj en wiet (marihuana) zijn afkomstig van de hennepplant, de cannabis sativa • De hennepplant wordt al duizenden jaren gekweekt voor haar vezels, zaden en olie • Men kan het roken, eten en drinken
Effecten van hasj en wiet • Euforische stemming • Versterking zintuiglijke prikkels/ waarneming veranderd • Onverschilligheid • Honger “vreetkick” • Lach- en giechelbuien “lachkick” • Lacunes in korte-termijn-geheugen
Risico’s van hasj en wiet • Schadelijk voor de luchtwegen • Negatieve invloed op psychische klachten • Desinteresse in andere zaken/ ontnemen van ambities (zorgeloosheid) • Geestelijk verslavend
Speed • Amfetaminen zijn langs chemische weg gefabriceerde stimulerende middelen • In het verleden zijn amfetaminen in de geneeskunde gebruikt tegen depressies en als eetlustremmer • Men kan het slikken, spuiten en snuiven
Effecten van Speed • Oppeppend effect, lichaam en geest • Actief, alert, zelfverzekerd • Prikkelbaar, onrustig • Knarsetanden, snel bewegen van kaken • Angstig, met name bij uitwerking • Na zo'n 4 tot 8 uur is de speed uitgewerkt
Risico’s van Speed • Hoge hartslag en bloeddruk • Gewichtsverlies • Oververhitting • Uitdroging • Ernstige depressieve klachten • Chronische vermoeidheid, • Slapeloosheid • Geestelijk verslavend