1 / 11

Planning

Planning. Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min] Korte uitleg paragraaf 1.4 [10 a 15 min] Oefenopdracht atlas [10 min] Zelfstandig werken paragraaf 1.4 en 1.5 [20 min] Huiswerkcontrole. Terugblik p1.3. Welke gebieden hebben veel potentie voor de boeren?

sora
Télécharger la présentation

Planning

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Planning • Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min] • Korte uitleg paragraaf 1.4 [10 a 15 min] • Oefenopdracht atlas [10 min] • Zelfstandig werken paragraaf 1.4 en 1.5 [20 min] • Huiswerkcontrole

  2. Terugblik p1.3 • Welke gebieden hebben veel potentie voor de boeren? • Gebieden rond de stad (grote afzetmarkt) • Gebieden van de regio Noord-Frankrijk/België (Löss gronden) • Poldergebieden (kleigronden) • Deltagebieden (vruchtbaar slib) • Welke gebieden hebben weinig te bieden voor de landbouw? • Gebieden die klimatologisch of landschappelijk minder aantrekkelijk zijn. (gebergtes, rotsbodems, droge gebieden etc). • Regio’s met een prettig klimaat, veel landschappelijk schoon en van groot historisch belang (boeren worden verdrukt door migranten/toerisme).

  3. Landbouw in Europa§1.4 Van bergboer tot tuinder

  4. Nederland vs Oostenrijk • Agrarisch grondgebruik (gegevens bosatlas): • Nederland: ~ 57% van het Opp. • Oostenrijk: ~ 41% van het Opp. • De meeste vormen van agrarisch grondgebruik komen in beide landen voor. Zie fig 1.16. + gegevens GB 53e Blz: 231 • Verschil Nederland tov Oostenrijk: • Nederland: Veel glastuinbouw • Oostenrijk: Meer bosbouw en wijnbouw • Opbrengsten in Nederland zijn groter door intensiever bodemgebruik

  5. Bedrijfsomvang Omvang landbouwbedrijven • Bekijk fig 1.18 • Verklaar het grote aantal kleine landbouwbedrijven in Nederland? • Veehouderijen (varkens, koeien en kippen) • Verklaar het percentage 5 tot 20 ha bij de Oostenrijkers? • Ze hebben landbouw als nevenactiviteit (vb: alleen zomer, winter toerisme). Kampeerboerderij

  6. Economische betekenis • Directe bijdrage van de landbouw aan het BBP is slechts 2%; • Maar: Nederland heeft een belangrijke voedingsmiddelen verwerkingsindustrie (DAN BBP 10%) • NL = Netto exporteur van landbouwproducten • Oostenrijk = Netto importeur van landbouwproducten • Dit is belangrijk: Want export levert geld op, import kost geld! • Toch is er een verschuiving waarneembaar in Oostenrijk (steeds meer exporteren), waarom is dit? • Geografische ligging/ toetreding nieuwe EU-lidstaten.

  7. Willen we blijven eten! Dan moeten we boeren behouden: Dus landbouwsubsidies/ inkomenssubsidies (+ doel EU! ) Lage inkomsten en Europese steun Supermarkt: Inkoop duur en daardoor verkoop duur! Winstmarges klein, daardoor veel concurrentie tussen SM Tussenhandelaren; Kopen goedkoop in en maken de producten klaar voor de supermarkt (toegevoegde waarde) Boeren: Hard werken, Weinig geld voor hun product(en)

  8. Landbouw en milieu • In Oostenrijk vind je veel biologische landbouw • Biologische landbouw wil zeggen duurzaam produceren (beter voor het milieu) • Hoe doen ze dat? • Minder mest en bestrijdingsmiddelen gebruiken • In Europa is er wetgeving betreffende mestoverschotten. Heb je teveel mest uitgereden over het land krijg je een boete! Je moet je te veel aan mest weggeven/verkopen of vernietigen. • Biologische pesticide/ bestuiving VB: Bijen • Daling Co2 uitstoot.

  9. Atlas opdracht • Bekijk kaart 88 J. Verklaar het verschil tussen West- en Oost Europa. • Griekenland zit momenteel flink in de eurocrisis. Verklaar aan de hand van kaart 88C, waarom je dit van te voren had zien aankomen. • Zijn er andere landen aan te wijzen behalve Griekenland? • Waarom spelen de ‘Oost-blok’ landen geen rol in de Euro-crisis? • Kun je een relatie leggen tussen landen die een eurocrisis (88c) hebben en de landbouw (90A)? • Kun je een relatie leggen tussen kaart 90D en kaart 90A ? • Oostenrijk ‘valt’ niet op in de gegevens. Waarom hebben de makers van de methode dan toch voor Oostenrijk gekozen? • Antw: Praktisch hetzelfde (lijkt wat op NL), alleen zorgt globalisering bij Oostenrijk voor andere processen dan bij NL! (je moet je bewust zijn dat globalisering voor iedereen [ieder land] een andere uitwerking heeft].

  10. Nu • Huiswerkcontrole paragraaf 3 (opdr 22 t/m 24 + 27) • Aan de slag met opdrachten paragraaf 4 en 5 (opdr 29 t/m 32 + 33 + 34 + 36 t/m 38) = HUISWERK! • Volgende les paragraaf 5

  11. Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts)

More Related