1 / 18

Inleiding Soorten weefselhypoxie Zuurstof dissociatie curve Stellingen Puls oxymetrie

Inleiding Soorten weefselhypoxie Zuurstof dissociatie curve Stellingen Puls oxymetrie Zuurstoftoediening in acute fase - hoeveel - hoe - risico Zuurstof in palliatieve context Langdurig zuurstof thuis (OZT) Gevaren zuurstof. Hypoxische hypoxie

Télécharger la présentation

Inleiding Soorten weefselhypoxie Zuurstof dissociatie curve Stellingen Puls oxymetrie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Inleiding Soorten weefselhypoxie Zuurstof dissociatie curve Stellingen Puls oxymetrie Zuurstoftoediening in acute fase - hoeveel - hoe - risico Zuurstof in palliatieve context Langdurig zuurstof thuis (OZT) Gevaren zuurstof

  2. Hypoxische hypoxie lage pO2 in arterieel bloed vooral longaandoeningen Anaemische hypoxie verminderd vermogen om O2 te transporteren anaemie of CO-intoxicatie Circulatoire hypoxie verminderde weefseldoorbloeding shock, obstructie

  3. Stellingen • Zuurstoftherapie kan overwogen worden indien er sprake is van klinische verschijnselen van een cor pulmonale, weefselhypoxie, pulmonale hypertensie of polycytemie, ongeacht de PaO2. 2. Zuurstofbehandeling als palliatie is geïndiceerd bij een saturatie van < 92%. 3. Het belangrijkste effect van onderhoudsbehandeling met zuurstof thuis (OZT) is een toename van de levensverwachting.

  4. 4. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de kwaliteit van leven verbetert ten gevolge van OZT. 5. Contra-indicaties voor OZT zijn: de behandeling is nog niet optimaal; de patiënt is niet gestopt met roken of onvoldoende gemotiveerd; inadequaat omgaan met de zuurstofvoorziening; dyspnoe zonder hypoxemie. 6. Het gebruik van pulse-oximetrie voor het meten van de SaO2 blijft beperkt tot het titreren en het bijstellen van de zuurstof-flow.

  5. 7. De neusbril en –catheters zijn voldoende betrouwbaar bij een flow van 6 l/min. 8. Het gebruik van een bevochtiger biedt geen voordelen bij een nasale zuurstof-flow ≤ 5 l/min. 9. De zuurstofcilinder is veelal de kosteneffectiefste zuurstofbron. 10. Het grootste gevaar bij zuurstof thuis is een explosie.

  6. Pulse-oximetrie registreert arteriële pulsaties zendt 2 golflengten licht uit (660 en 940 nm) photodetector vangt de signalen op registreert de absorptie tijdens de pulsatiele flow registreert de absorptie tijdens de niet pulsatiele flow ↓ microprocessor ↓ saturatiewaarde

  7. Beperkingen pulse-oximetrie • meet niet de ventilatie (CO2) • meet traag (3-6 sec), mist het acute moment • kan hyperoxie niet meten (van belang bij neonaten)

  8. Artefacten bij het meten • onjuiste probe plaatsing • bloeddrukmeter aan dezelfde arm • bewegingsartefacten (signaalartefact) • vreemd lichtinval (infrarood, xenon)

  9. Patiëntgerelateerde meetfouten • abnormale Hb’s, zoals CO, met Hb, sikkelcel Hb, foetaal Hb (HbF) • hypoperfusie • hypothermie • anaemie • veneuze stuwing • huidpigmentatie • nagellak • kunstnagels • kleurstoffen in bloed ( bijv. methyleenblauw)

  10. Samenvatting pulse-oximetrie • berekent O2 saturatie uit verschil in lichtabsorptie door oxy Hb en deoxy Hb • geïndiceerd in alle situaties waar hypoxemie voorkomt • kent beperkingen: traag, meet geen ventilatie of hyperoxie • afwijkende meting door techniekfout (plaatsing, beweging) • afwijkende meting door bijv. nagellak, hypothermie enz.

  11. Zuurstof in acute situatie – hypoxemie • neusslangetje met 1 of 2 l/min, max 8 l/min • masker neusmond 5-10 l/min • als saturatie < 85% is, start met reservoirmasker 10-15 l/min Streven naar saturatie 94 – 98%.

  12. Mevrouw L. – 1942 COPD GOLD stadium IV, depressie, 58 kg, VC 2600 ml (n. 2500 ml), FEV1 630 ml = 32% pred. April ’1031-1001-11 12.31u 13.36u 16.20u 17.52u 20.33u 15.00u pH 7.41 7.20 7.19 7.22 7.29 7.30 7.34 pCO2 5.7 12.3 12.0 11.3 9.6 8.9 7.5 pO2 10.6 51.5 20.1 4.0 6.8 7.6 17.0 Bic 26.8 34.6 32.7 33.4 33.1 32.2 29.9 Sat 97% 99% 98% 48% 84% 89% 99% veel O2 6 lO2 6 lO2 NIPPV NIPPV 3.5 lO2

  13. Wees voorzichtig met zuurstof bij: • COPD patiënt • historie van beademing al of niet invasief • suffe patiënt • hypoventilaite (ademfrequentie – ademdiepte) Streefsaturatie 88-92% Motto: Less is more De nieuwe gouden standaard: getitreerde zuurstof therapie.

  14. Zuurstofbehandeling ter palliatie • verlichten van het symptoom dyspnoe - bij longcarcinoom - neuromusculaire ziekten • zuurstof is meer dan correctie van hypoxaemie • bij terminaal hartfalen niet bewezen zinvol • er zijn geen contra-indicaties • ineffectief? – stoppen met de behandeling • frisse lucht is vaak even effectief (perslucht) • goede adviezen over longtime of short burst

  15. Voorwaarden zuurstofonderhoudsbehandeling (OZT) • optimale medicamenteuze en fysiotherapeutische behandeling • rookstop • klinische stabiliteit onderliggende ziekte • correctie van de hypoxaemie onder zuurstof • geen respiratoire acidose onder zuurstof

  16. Indicaties OZT 1. PaO2 ≤ 7.3 kPa overdag in rust 2. PaO2 7.4-8.0 kPa overdag in rust en polyglobulie Ht ≥ 55% pulmonale arteriële hypertensie cor pulmonale andere tekenen van hypoxie, zoals neuropsychologische symptomen

  17. Bijwerkingen en gevaren van zuurstof • brandgevaar, vooral in aanwezigheid van vetten • infectie door een gecontamineerd toedieningssysteem • uitdrogen van luchtwegen en neus • resorptie-atelectase • dilatatie van arteriolen, waardoor toename shunt • ademdepressie (bij COPD, adipositas, kyphoscoliose)

  18. Onjuist • Onjuist • Juist • Onjuist • Juist • Juist • Juist • Juist • Onjuist • Onjuist

More Related