1 / 11

Begrip en gebruik van sociaal-emotionele regels bij kinderen met autisme spectrum stoornissen

Begrip en gebruik van sociaal-emotionele regels bij kinderen met autisme spectrum stoornissen. Kind en adolescent. Bron en woordverklaring.

wyatt
Télécharger la présentation

Begrip en gebruik van sociaal-emotionele regels bij kinderen met autisme spectrum stoornissen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Begrip en gebruik van sociaal-emotionele regels bij kinderen metautisme spectrum stoornissen Kind en adolescent

  2. Bron en woordverklaring • Moeilijke woorden:HF ASS = Hoog functionerende (normale intelligentie) kinderen met een autisme spectrum stoornisPDD-NOS= Pervasieve ontwikkelingsstoornis - niet anders omschreven’ is een groepsnaam voor symptomen die niet onder andere stoornissen te plaatsen zijn.Theory of mind – problematiek =ToM-problematiek = kinderen met HF ASS gaan spontaan minder snel het prosociale motief bedenken dat een emotionele expressie een ander kan kwetsen. • Bron:Begeer, S. , Terwogt, M. M. , Rieffe, C. J. & Stockmann, L. (2005) Begrip en gebruik van sociaal-emotionele regels bij kinderen met autisme spectrum stoornissen. Kind en adolecent, 26, pp 58-65. DOI 10.1007/BF03060942

  3. Samenvatting • Normaal intelligente kinderen met autisme spectrum (HF ASS) stoornissen staan bekend om hun problematiek in het sociale en emotionele domein. • Uit verschillende onderzoeken: HF ASS kinderen bezitten vaak deze capaciteiten maar passen die over het algemeen minder adequaat toe. • Externe factoren en excentrieke factoren spelen hierbij een rol

  4. Het toepassen van sociaal-emotionele capaciteiten • Theory of Mind – redenering werd aangetoond onder gestructureerde experimentele omstandigheden. • Kinderen met HF ASS hebben een duidelijke achterstand dan normaal ontwikkelde kinderen. • Kinderen met HFASS lijken zich, ondanks hun inzichten in elementaire principes van emoties, vaak weinig bewust van deze sociale aspecten van emoties • Ze zien vaak de nood niet om hun capaciteiten aan te spreken, terwijl ze die weldegelijk bezitten.

  5. Begrip van de invloed van emoties op gedrag • Onderzoek: kinderen met HFASS minder oog hebben voor de functie van emoties in de dagelijkse sociale praktijk. • Een voorwaarde voor dit inzicht is een adequate detectie van informatie over de stemming van personen in hun omgeving • Maar kinderen met HFASS schijnen geen moeite te hebben met het verbinden van stemming met gedrag.Hoewel ze wel afweken in hun verklaring waarom. • Ze hebben geen moeite met het inzicht in het principe dat stemming een rol speelt bij gedragsverklaringen.

  6. Begrip van de invloed van emoties op gedrag • Het probleem is dat zij uit zichzelf minder snel met verklaringen komen die gebaseerd zijn op interne emotionele toestanden. • Ook wordt de probabilistische aard van sociaal-emotionele interacties minder benadrukt door kinderen met HFASS.-> ze gaven minder vaak expliciete aanwijzingen voor de onzekere relatie tussen emotie en gedrag • Hieruit kunnen we concluderen dat hun ideeën over emoties een meer deterministisch karakter hebben

  7. Sociale regulatie van emotionele expressie • Het uiten van emoties maakt je sociale belangen duidelijk, daarom zijn ze zo belangrijk. • In het dagelijks leven is het soms ongepast om je echte emoties te laten zien, dan is sociale regulatie nodig (= display rules). • Onderzoek via een interview • Eerste bevinding: kinderen met HF ASS kunnen dit even goed als de controle kinderen. • Kinderen met HF ASS bleken echter minder goed in staat om specifieke situaties te benoemen en verwezen ze minder vaak naar de persoon voor wie zij hun emoties verhullen (dit is een essentieel onderdeel). • Ook konden ze geen prosociaal motief bedenken. • => ze hebben een theoretischere benadering van expressieregels.

  8. Persoonlijk belang en ‘false belief’-correctie • Onderzoek was de kinderen 2 taken laten doen en er werd een beloning in het vooruitzicht gebracht bij 1 van beide taakjes. • De proefleider ging tijdens de proef even weg en een handlanger haalde van beide taakjes een essentieel onderdeel weg.Hierdoor konden de kindern de taakjes niet meer uitvoeren. • De proefleider kwam terug en hield zich onwetend (false belief) • Onbeloonde taak: - kinderen met PDD-NOS: namen geen actie - controle groep: informeerde de proefleider - kindern met autisme: geen reactieBeloonde taak: 2 groepen informeerden de proefleider dat ze te taak niet konden voltooien maar de kinderen met autime gaven geen reactie. • => kinderen met PDD-NOS hebben een latent vermogen tot mindreading kindern met autisme zijn mind-blind.

  9. Sociale relevantie van aandacht voor emotionele uitdrukkingen • 1e onderzoek: kinderen moeten een aantal foto’s van mensen naar eigen keuze indelen in categorieën. • Nomaal ontwikkeld kind: op basis van emotionele uitdrukkingen.Kind met HF ASS: op type van hoed, haarkleur,... • Kinderen met HF ASS waren wel instaat om de emoties te herkennen maar gebruiken dit vermogen minder doordat ze de sociale relevantie van er minder van inzien. • 2e onderzoek:kinderen moeten foto’s bij elkaar plaatsen op basis van gezichtsuitdrukking en twee niet-emotionele kenmereken. Later werd hen gevraagd ze te sorteren op basis van hun verwachting van de behandeling. • Uit de bevindeingen wordt suggereert dat kinderen met HF ASS in staat zijn om emotionele uitdrukkingen te herkennen en te koppelen aan sociale gedragingen, maar dat zij emoties slechts de volle aandacht geven indien op de relevantie ervan worden gewezen.

  10. Conclusies en toekomstige onderzoeken • In geen van deze onderzoeken werden fundamentele gebreken aan kennis of vaardigheden gevonden bij kinderen met HFASS, zoals deze bijvoorbeeld worden gesuggereerd door de ‘mindblindness’-hypothese • Kinderen met HFASS bleken te beschikken over inzichten in gevolgen van emoties en emotionele expressieregels, lieten inzichten zien in alledaagse ‘mental states’ en toonden aandacht voor emotionele gezichtsuitdrukkingen. • Indien kinderen met HFASS de juiste elementen van informatie kregen aangereikt, bleken zij zeer adequaat en soms zelfs beter te reageren dan controlekinderen. • => deze kinderen hebben vooral een probleem met het vinden van een juist reactiepatroon,maar indien zij op het goede spoor gezet worden, vaak zelfs prototypischer antwoorden dan de controlegroepen.

  11. Conclusies en toekomstige onderzoeken • De verschillende factoren die betrokken zijn bij het bevorderen van het gebruik van sociaal-emotionele capaciteiten hebben gemeen dat zij de aandacht van kinderen met HFASS richten op relevante informatie. • In plaats van ons blind te staren op de ‘mindblindness’- hypothese, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de praktijk, lijkt het van belang om aandacht te besteden aan de vele factoren die een rol spelen bij het tot stand komen van een adequate sociaal-emotionele ontwikkeling.

More Related