1 / 5

H 14: Enkelvoudige interest

H 14: Enkelvoudige interest. H 14 en H 15 gaan over interestberekeningen. H 14 gaat over enkelvoudige interest (E.I) en H 15 gaat over samengestelde interest (S.I). Wat is het verschil? . E.I: er wordt steeds interest berekend over het beginkapitaal.

branxton
Télécharger la présentation

H 14: Enkelvoudige interest

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. H 14: Enkelvoudige interest H 14 en H 15 gaan over interestberekeningen. H 14 gaat over enkelvoudige interest (E.I) en H 15 gaat over samengestelde interest (S.I). Wat is het verschil? • E.I: er wordt steeds interest berekend over het beginkapitaal. • S.I: er wordt steeds interest berekend over het beginkapitaal vermeerderd met de interest uit voorgaande perioden. Vandaar dat S.I ook wel “rente over rente” genoemd wordt.

  2. Voorbeeld: Iemand heeft een kapitaal van € 8.000 en zet dat op een spaarrekening tegen 4%/jaar. H 14 gaat uitsluitend over enkelvoudige interest; H 15 gaat uitsluitend over samengestelde interest.

  3. Enkelvoudige interest Voorbeeld 1: iemand zet € 15.000 op een spaarrekening tegen 3,4%/jr. Hij laat het geld daar 43 weken staan. Hoeveel interest ontvangt hij na die 43 weken op zijn rekening? • 15.000 x 3,4% = € 510 interest voor een heel jaar. • 510/52= € 9,80769 per week • 43 x 9,80769 = € 421,73 Voorbeeld 2: iemand zet € 15.000 op een spaarrekening tegen 3,4%/jr. Hij laat het geld daar 17 kwartalen. Hoeveel geld heeft hij na die 17 kwartalen op zijn rekening staan inclusief de ontvangen rente? • 15.000 x 3,4% = € 510 interest voor een heel jaar. • 510/4 = € 127,50 interest per kwartaal • 127,5 x 17 = 2.167,5 interest voor 17 kwartalen • In totaal dus een eindbedrag van 15.000 + 2.167,5 = € 17.167,50

  4. Voorbeeld 3: Iemand zet 18.000 op een spaarrekening tegen 4%/jr. Na een x-aantal weken is de totale eindwaarde € 18.595,39. Bereken het aantal weken dat die € 18.000 op die spaarrekening heeft gestaan. • Ontvangen interest na x-weken = 18.595,39 – 18.000 = € 595,39 • De jaarinterest bedraagt 18.000 x 4% = € 720. (dus in ieder geval heeft het geld korter dan 1 jaar op de spaarrekening gestaan) • (595,39/720) x 52 = 43 weken. Al dit soort sommetjes kun je oplossen met de volgende formule die specifiek bij enkelvoudige interest hoort: I = K x P x T 100 x C Verklaring: I = de gekweekte interest K = kapitaal P = percentage T = tijd 100 = gekoppeld aan K C = constante en gekoppeld aan T

  5. C kan (normaal gesproken) de waarden 1, 2, 4, 12, 52 of 365 aannemen. Welke waarde C aanneemt is afhankelijk in welke eenheid (dagen, weken, maanden, kwartalen) T is gegeven. Zie voorbeeld 1: (15.000 x 3,4 x 43) = 421,73. (100 x 52) C heeft hier dus de waarde 52, want er gaan 52 weken in een heel jaar. Zie voorbeeld 2: (15.000 x 3,4 x 17) = 2.167,50. (100 x 4) De eindwaarde (beginkapitaal + gekweekte interest) bedraagt dus 15.000 + 2.167,50 = 17.167,50. C heeft hier dus de waarde 4, want er gaan 4 kwartalen in een heel jaar. Zie voorbeeld 3: 595,39 = (18.000 x 4 x T) (100 x 52 595,39 = 72.000T 5200 595,39 = 13,84615T………T = 43 weken. C heeft hier dus de waarde 52, want er gaan 52 weken in een heel jaar.

More Related