1 / 35

Van Schoolplan naar opbrengsten

Van Schoolplan naar opbrengsten. Vraag. We staan kort voor de vakantie. Hoe kies jij de reisbestemming, hoe bereid je je vakantie voor en hoe organiseer jij dat je samen met je reisgenoten met bagage kunt vertrekken? Wat doe je wel? Wat doe je niet?.

lee
Télécharger la présentation

Van Schoolplan naar opbrengsten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Van Schoolplan naar opbrengsten

  2. Vraag • We staan kort voor de vakantie. Hoe kies jij de reisbestemming, hoe bereid je je vakantie voor en hoe organiseer jij dat je samen met je reisgenoten met bagage kunt vertrekken? • Wat doe je wel? • Wat doe je niet?

  3. Verschillende manieren om opbrengsten te bereiken Zelf doen

  4. Verschillende manieren om opbrengsten te bereiken Samen met collega

  5. Verschillende manieren om opbrengsten te bereiken Als projectleider sturen

  6. Verschillende manieren om opbrengsten te bereiken

  7. Verschillende manieren om opbrengsten te bereiken

  8. Hoe te sturen op opbrengsten, wat op welke manier Kijk naar: • Strategisch, operationeel, organisatorisch? • Complexiteit: hoog – laag • Urgentie: korte termijn / lange termijn • Belang: hoog – laag • Wie is eigenaar?

  9. Opdracht 1 Vorm: Brainstorm techniek. • Spelregels voor een brainstorm • Stel oordelen uit. • Kwantiteit gaat boven kwaliteit - Hoe meer ideeën hoe beter. • Geen idee is tè gek - Hoe vreemder de ideeën hoe liever. • Inhaken op elkaars ideeën mag. • Er bestaat geen auteursrecht op een idee.

  10. Opdracht 1 Vorm: Brainstorm techniek. • Stap 1 Formuleer het onderwerp van de brainstorm in de vorm van een open vraag.  • Stap 2 - Inleiding Vertel het doel van de brainstorm. Leg de spelregels uit: voortborduren op wat een ander zegt is prima, het idee afserveren niet. Hou goed in de gaten dat dat niet gebeurt. Grijp direct in als iemand dingen zegt als: ‘Wat een onmogelijk idee.’

  11. Opdracht 1 Vorm: Brainstorm techniek. Stap 3 - Warming-up (5 tot 10 minuten) • Associeer in groepjes van twee op willekeurige trefwoorden. Dit lijkt misschien soft en overbodig, maar het maakt de geest soepel. • Stap 4 - Ideeën genereren

  12. Opdracht 1 Vorm: Brainstorm techniek. Stap 5 - Kiezen van ideeën uit de brainstorm • De deelnemers mogen ieder negen punten verdelen over de verschillende ideeën uit de brainstorm. Deelnemers mogen per persoon maximaal vijf punten aan één idee geven. • U geeft punten met het plakken van gekleurde stickertjes of door met een stift een gekleurde stip te zetten. • Het is niet bedoeling een discussie te starten of dat deelnemers elkaar beïnvloeden. Zie hierop toe. • Tel de punten. De ideeën met de hoogste scores werkt u uit in de volgende stap.

  13. Opdracht 1 Vorm: Brainstorm techniek. Stap 6 - Uitwerken van ideeën • Verdeel de groep in subgroepjes van twee of drie personen. Ieder groepje kiest een idee wat veel punten heeft gekregen. Laat hen het idee evalueren door drie goede aspecten te benoemen en twee aspecten te noemen die moeten worden verbeterd. • Laat het subgroepje oplossingen bedenken voor de twee verbeterpunten. • Stap 7 - Groepjes presenteren in 5 minuten de uitgewerkte ideeën

  14. Opdracht 1 Hier komt een vraagstelling uit het schoolplan wat als voorbeeld op deze manier kan worden uitgewerkt Zie ook werkvorm Brainstorm

  15. Opdracht 1 Hoe kunnen we het rendement van de lessen verhogen?

  16. Principes projectmatig werken • Eerst denken, dan doen. • Van achteren naar voren en vice versa doordenken. • Van grof naar fijn werken.

  17. Creërend proces • Beeldkracht: ideeën, creativiteit, visie - Condities: ruimte voor ideeën • Vormkracht: realiseren, vormgeven - Condities: middelen, tijd, geld, deskundigheid • Samenwerkingskracht: synergie, dialoog - Condities: communicatieve – en conflicthanteringvaardigheden

  18. Aspecten projectmatig werken • Wij • samenwerking • teamgeest • beheren van relaties • cultuur • Het • formuleren • faseren • beheersen • beslissen project • Ik • inspiratie • persoonlijke groei • kernkwaliteiten • leiderschap

  19. De opdrachtformulering De opdrachtformulering omvat: • Aanleiding • Probleemstelling of uitdaging • Doel van het project • Projectresultaat • Afbakening • Randvoorwaarden

  20. Work-break-down structure • Het verdelen van de opdracht in clusters of deelprojecten. • Dit betekent: • Deelprojecten definiëren/formuleren. • Het resultaat van het complete project toedelen aan deelprojecten. Elk deelproject heeft zijn eigen eisen en resultaten. • Relaties tussen deelprojecten formuleren.

  21. Vertaling naar schoolplan en opbrengsten Voor een van de onderwerpen uit het schoolplan gaan jullie dadelijk in de kolommen een work break down structure maken. Houd rekening met: - Welk resultaat je wilt bereiken. - Welke deelresultaten je kunt definiëren. - Welke activiteiten hierbij horen.

  22. Work-Break-Down; voorbeeld • Case: organiseren van een 25-jarig Huwelijksfeest • Deelactiviteiten: • Gasten benoemen • Locatie kiezen • Catering regelen • Muziek regelen • Uitnodigingen • Cadeaulijst • Organisatiecomité • Sketches

  23. Voorbeeld (vervolg) • Gasten benoemen: Vastgestelde lijst met beoogde gasten • Locatie kiezen: Afgesproken plaats + datum + prijs • Catering regelen: Afspraken over eten, drinken en prijs • Muziek regelen: Vastgestelde prijs, datum en duur spelen • Uitnodigingen: Vastgestelde tekst, procedure reageren • procedure sketches, tijdstip versturen • Cadeaulijst: Vastgestelde lijst + procedure om • dubbele cadeaus te voorkomen • Organisatiecomité: Vastgestelde personen + opdracht • Sketches: Vaststelling procedure + ingeruimde tijd • Resultaten per deelactiviteit:

  24. Voorbeeld (vervolg) • Mogelijke ordening in de tijd: 8. Over- zicht sketch 1. Organi- satiecomité 3. Locatie en datum 5. Muziek 7. Uitnodi- gingen 2. Vaststel- len gasten 4. Catering 6. Cadeau- lijst maken

  25. Vertaling naar schoolplan en opbrengsten Hier komt weer een onderwerp uit het schoolplan wat op deze manier wordt uitgewerkt. Zie ook werkvorm: work break down structure

  26. Opdracht 2.Vorm: Work Break Down Structure Maak een work break down structure voor dit onderwerp: • Deelprojecten definiëren/formuleren. • Het resultaat van het complete project toedelen aan deelprojecten. Elk deelproject heeft zijn eigen eisen en resultaten. • Relaties tussen deelprojecten formuleren. • Wat wordt jouw rol?

  27. Opdracht 2.Vorm: Work Break Down Structure Werkwijze: Inventariseer de deelprojecten door ieder de deelprojecten te schrijven op geeltjes. Cluster de geeltjes. Benoem de deelprojecten.Ga vervolgens per deelproject de andere punten bespreken en vaststellen. Noteer totaal (inclusief de verbanden tussen de deelprojecten op een flipover vel).

  28. Opdracht 3Maken concreet plan Een goed plan voldoet aan een aantal voorwaarden: Wat? Wat is klaar als het klaar is? Wanneer is het klaar? Wat is de werkwijze? Wie doet wat? Hoe meet je de opbrengst?

  29. Opdracht 3 Goed sturen op opbrengsten voldoet aan een aantal voorwaarden: Wat doe je als leidinggevende wel? Wat doe je als leidinggevende niet? Hoe meet je of de opbrengst gehaald wordt? Hoe heb je de feedbackloop georganiseerd?

  30. Opdracht 3 Werkwijze: Stap 1:Inventariseer wat er moet gebeuren. Schrijf dit op een flipover. Stap 2: Kies in tweetallen een onderwerp van de lijst en werk dit uit door onderstaande punten uit te werken: • Wat • Wie • Werkwijze • Opbrengst • Hoe meet je het? • Wanneer klaar? • Wat is jouw verantwoordelijkheid wel? • Wat is jouw verantwoordelijkheid niet? • Hoe heb je de feedbackloop georganiseerd?

  31. Opdracht 3 Stap 3: Kies per kolom een duo die een van de flipover vellen uit die straks plenair gaat presenteren.

  32. Opdracht 3 Hier komt weer een onderwerp uit het schoolplan. Zie ook werkvorm: concreet plan

  33. Opdracht 3 Presentaties m.b.v. de flipover vellen. Na de presentatie is er geen discussie op de gebruikelijke manier maar worden vier deelnemers uitgenodigd om dit op de “roddelmanier” te doen. Wat zou er gezegd kunnen worden over dit plan als het de bedoeling is dat je het niet hoort?

  34. Opdracht 4 Elkaar helpen met plannen maken Stap 1: De groep wordt in vieren gedeeld. Stap 2: In sub-groepje wordt een idee hiervoor verzameld (10 minuten). Stap 3: Signaal wordt gegeven om volgens de structuur van de vorige opdracht 1 idee verder vorm te geven. Dus: wie, wat etc. Dit wordt op flipover vel geschreven. Stap 4: Vervolgens worden de vellen ver genoeg van elkaar opgehangen. Stap 4: Per groep ga je de vellen langs en vult aan. Beperkte tijd per vel. De facilitator geeft aan wanneer er doorgedraaid wordt. Stap 5: Groep is weer terug bij eigen vel, leest aanvullingen en kan vragen om verduidelijking waar nodig.

  35. Opdracht 4 Hier komt weer een onderwerp uit het schoolplan Zie ook werkvorm : plannen aanscherpen

More Related