710 likes | 1.32k Vues
Wat is diabeteseducatie ?. diabetici helpen om vaardigheden en kennis op te doen zodat een zo ruim mogelijke zelfzorg mogelijk wordt en complicaties tot een minimum beperkt worden . Barrières voor een succesvolle diabeteseducatie. Bij de diabeticus zelf
E N D
Wat is diabeteseducatie ? • diabetici helpen • om vaardigheden en kennis op te doen • zodat een zo ruim mogelijke zelfzorg mogelijk wordt en complicaties tot een minimum beperkt worden
Barrières voor een succesvollediabeteseducatie • Bij de diabeticus zelf • Bij de educatoren (verpleegkundigen, artsen, diëtisten)
Barrières bij de patiënt • Ideeën over diabetes, de complicaties en het nut van educatie en follow-up (‘health belief model’) • er is risico op complicaties • deze complicaties zijn gevaarlijk • ze kunnen vermeden of onder controle gehouden worden • de baten van educatie en follow-up zijn belangrijker dan de kosten
Barrières bij de patiënt • ‘Locus of control’: hoe kijkt de patiënt aan tegen de verantwoordelijkheid voor de behandeling ? • Acute fase (bvb. ketoacidose): zorgverlener • Nadien: patiënt zelf • Dit veronderstelt bij de patiënt een internaliseren van de `locus of control'.
Barrières bij de patiënt • Rouwproces bij een nieuwe patiënt : afhankelijk van de fase is educatie wel, moeilijk of niet mogelijk: • Ontkenning • Opstandigheid • Onderhandelen • Depressie • Aanvaarding
Barrières bij de patiënt • De diagnose ‘diabetes’ veronderstelt steeds ingrijpende gedragsveranderingen. • Gedragsveranderingen zijn altijd moeilijk ! • dynamisch proces • vraagt tijd • stap - voor - stap • eerst ‘survivalpakket’ • pas daarna meer informatie geven
Barrières bij de patiënt • Levensfase waarin patiënten verkeren, elke fase kent specifieke vragen en problemen: • Kinderen • Adolescenten • Jongvolwassene (zwangere vrouwen) • Professioneel actief • Ouderen
Barrières bij de zorgverlener • Opleiding van zorgverleners • Vooral gericht op acute problemen • Weinig aandacht voor chronisch zieken en lange termijn follow-up • Vooral fysische en biochemische kennis • Weinig aandacht voor een globale aanpak en integratie van de psychosociale dimensie • Niet pedagogisch en psychologisch geschoold
Barrières bij de zorgverlener • Hoe gaan we om met ‘fouten’ van de patiënt. • te weinig zoeken naar de echte oorzaak van fouten • te weinig oplossingen door patiënt zelf laten formuleren
Barrières bij de zorgverlener • Verkeerde educatieaanpak • actieve teacher en passieve patiënt • monoloog ipv. dialoog • gesloten vragen ipv. open vragen • teveel theoretische informatie, te weinig praktische tips • teveel audiovisueel materiaal (overaanbod)
Survivalpakket Type 1 Insulinetherapie • Doen: • insuline inspuiten, dwz. pen of spuit kunnen hanteren, juiste injectietechniek uitvoeren, zonerotatie... • insulinedosis aanpassen ifv. de glycemie • Weten: • werkingsprincipe van insuline (sleutel en slot) • soorten insuline (snel- en traagwerkende, mengsels) • risico op hypoglycemie
Survivalpakket Type 1 Bloedglucosemonitoring • Doen: • techniek juist kunnen uitvoeren • Weten: • hoe het resultaat van de meting koppelen aan het instellen van de juiste insulinedosis (kennis van het aanpassingsschema)
Survivalpakket Type 1 Urine testen op aceton • Doen: • techniek juist uitvoeren • Weten: • waarom en wanneer belangrijk: risico van ketoacidose (vooral tijdens ziekte en zwangerschap)
Survivalpakket Type 1 Maaltijdplanning • Doen: • de juiste hoeveelheid koolhydraten gebruiken • adequaat gebruik van snacks • Weten: • systeem van koolhydraatruilwaarden • verschil tussen snel- en traagwerkende koolhydraten
Survivalpakket Type 1 Hypoglycemie • Doen: • altijd snelwerkende koolhydraten bij zich hebben (15 gram minimum, d.i 3 klontjes suiker) • diabetespaspoort bijhebben • (familie moet glucagon kunnen inspuiten) • Weten: • hoe oorzaak van een hypo opsporen: teveel insuline, teveel fysieke inspanning, te weinig koolhydraatiname, probleem van timing
Survivalpakket Type 1 Ziekte (sick days) • Doen: • bloedglucosemeting en testen van urine op aceton • insuline verder inspuiten zelfs als men niet eet • altijd de arts verwittigen als glycemie hoog is (250 mg%) en aceton positief scoort (+++) • bij misselijkheid en braken = ziekenhuis • Weten: • waarom en wanneer diabetes kan leiden tot ketoacidose
Survivalpakket Type 1 Zwangerschap • Doen: • bloedglucosecontrole en controle op aceton in de urine als bloedglucose >250 mg/dl is • multipele injectiesysteem met gebruik van een insulineaanpassingschema
Survivalpakket Type 1 Zwangerschap • Weten: antwoord op deze vragen: • Zal mijn kind diabetes hebben? • Zal mijn kind misvormingen hebben? • Is de bevalling gevaarlijk voor moeder en kind? • Zal mijn metabole controle slechter zijn ten gevolge van de zwangerschap? • Zullen diabetische complicaties optreden of slechter worden tijdens de zwangerschap?
Survivalpakket Type 2 Dieet en gewichtscontrole • Doen: • beschrijven van eetgewoontes • selecteren van aangewezen voedingsmiddelen • gewicht noteren en analyseren van oorzaken waarom het dieet niet lukt • Weten: • verband tussen lichaamsgewicht en diabetes • voedsel rijk aan calorieën of met verborgen calorieën
Survivalpakket Type 2 Lichaamsbeweging • Doen: • gradueel opbouwen van dagelijkse lichaamsbeweging (wandelen, fietsen...) • stoppen bij kortademigheid • Weten: • positief effect van lichaamsbeweging op gewicht en metabole controle • belang van regelmaat en traag opbouwen
Survivalpakket Type 2 Bloedglucosecontrole • Doen: • techniek juist uitvoeren • Weten: • verband tussen bloedglucose, eetpatroon en lichaamsbeweging
Survivalpakket Type 2 Preventie van diabetische voet • Doen: • dagelijkse controle van voeten en binnenkant van schoeisel • kleine wondjes en eelt melden aan arts of diabetesverpleegkundige • pedicure verwittigen dat ze diabeet zijn • geen OTC producten gebruiken zonder voorafgaand deskundig advies van arts of diabetesverpleegkundige.
Survivalpakket Type 2 Preventie van diabetische voet • Weten: • gevaar van neuropathie : verlies van pijngevoel • belang van een geregelde controle : • plantair ulcus: elke 2 weken • geen open wondjes: elke 2 maand • bij neuropathie: schoenen kopen onder begeleiding • gevaar van OTC-produkten (vaak bijtende bestanddelen !)
Ter afronding • Said but not Heard • Heard but not understood • Understood but not accepted • Accepted but not put into practice • Put into practice but for how long? (Konrad Lorenz)
Principes DOEL: • quality of life! • vermijden complicaties – zo normaal mogelijk leven leiden
Quality of Life Quality of Life in Type 2 Diabetic Patients Is Affected by Complications But Not by Intensive Policies to Improve Blood Glucose or Blood Pressure Control (UKPDS)
Diabetes Mellitus • frequentste oorzaak blindheid bij volwassen (x 23) • frequentste oorzaak van nierinsufficiëntie (> 1/3 van dialysepatiënten) • 2-4 x meer sterfte door ischemisch harttijden • 2-6 x meer cerebrovasculaire accidenten • 4 x meer perifeer vaattijden • 15 x meer lidmaat amputaties (> 65 j: x 25) • kosten : 7-15 % van uitgaven voor gezondheidszorg
Principes DOEL: • quality of life! • vermijden complicaties – zo normaal mogelijk leven leiden RISIKO management • meten is weten • meten ► actie ► meten • meer dan bloedglucose al een !!!
DM 2 behandeling : evidence based predispositie gezonde levenswijzetijdige diagnose - voeding, lich.bew. (Da Qing, FDP, DPP) diabetes mellitus - glycemie (DCCT, Stockholm, Kumamoto, UKPDS) - BD (UKPDS, HOT, CAPPP, SystEur, Euclid, HOPE) - lipiden (HPS) - overgewicht - roken corrigeer risicofactoren vroeg stadium “merkers” - retinopathie : laser (DRS, ETDRS) - nefropathie : ACE-I (Lewis, RENAAL, …) - neuropathie : educatie, schoeisel - vaatlijden : correctie risicofactoren (cfr. supra) + aspirine (Phys Health, HOT) rem evolutie af laat stadium “eindpunten” - glycemie (Digami)- lipiden (4S, CARE, Lipid, HPS) - aspirine (Phys Health, HOT)
DCCT: simulation at 70 y CONV INT • proliferative retinopathy 70 % 30 % • macular edema 56 % 35 % • blindness 34 % 20 % • end stage renal disease 24 % 7 % • neuropathy 57 % 31 % • LE amputation 7 % 4 %
Principes follow-up DOEL: • quality of life! • vermijden complicaties • zo normaal mogelijk leven leiden RISIKO management — meten is weten • meten ► actie ► meten • meer dan bloedglucose alleen !!! AMBULANTE begeleiding door TEAM • economischer, humaner • complementariteit; shared care
Follow-up: welke items? • Quality of Life! • invloed van “leven” op “DM” en vice versa • behandeling? • acute complicaties? • chronische complicaties? ►anamnese, klinisch onderzoek, technisch onderzoek behandelingsdoelen? aanpassen behandeling
Technische onderzoeken • biologie: dagcurve HbA1c, (fructosamine) • oogfundus • fluo-angiografie • Monofilamenten • EMG (electromyogram), geleidingssnelheid • EKG (electrocardiogram), cyclo ergometrie • myocard isotopen scan (Thallium, MIBI) • doppler onderzoek bloedvaten • arteriografie
WGK Oost-Vlaanderenenquete 1996 • 49 % ziet jaarlijks een oogarts • 88 % ziet minstens maandelijks de huisarts
Technische onderzoeken als diabeteseducator; • het doel ervan kunnen uitleggen • zelf weten hoe onderzoek verloopt • resultaat kunnen begrijpen en uitleggen • evt voorbereidingen kunnen uitleggen • evt. interferenties met DM-behandeling opvangen • soms zelf helpen bij uitvoering
Praktisch verloop van consultatie • diabeet begroeten • specifieke moeilijkheden gehad? • recente gebeurtenissen met invloed op DM/levensstijl? • ZBGM resultaten bekijken + betekenis ervan bespreken • check behandeling: voeding, activiteit, medicatie • hypo's? hypoglycemic unawareness? • check gekende complicaties / problemen • check DM-educatie: kennis, vaardigheden • bespreek andere medische aandoeningen/behandelingen (cfr hun invloed op DM !) • akkoord over toekomstige behandelingsdoelen (wijzigen?) • akkoord over therapie veranderingen (+ uitleg!) • akkoord over timing volgende contact • samenvatting van belangrijkste topics consultatie (papier?) • invullen van (gestructureerd) diabetes dossier
Diabetes: voeding Doel: • optimaliseren van metabole controle preventie van complicaties • verkrijgen van een aanvaardbaar lichaamsgewicht ►DM type 1: • nadruk op evenwichtige verdeling van KH ►DM type 2: • nadruk op vermageren
Diabetes: lichaamsbeweging • zeker per 2 dagen, liefst dagelijks • ongeveer 20 - 30 minuten • matige inspanning (lichte kortademigheid) • wat?? haalbaar!!!! invloed op DM! • voordeel voor ....
Diabetes: lichaamsbeweging • laat U vooraf medisch nazien • bespreek elke nieuwe klacht • hebt U diabetescomplicaties? • hoe hypo behandelen / vermijden? • bij DM1 + BG > 250 mg/dl: aceton? • altijd: opwarmen / afkoelen • opgelet: koude, warmte, vochtigheid • goed schoeisel !
Jaarlijkse evaluatie: wat extra? • klachten van ischemisch hartlijden, perifeer • vaatlijden, neuropathie, gastroparesis, impotentie • hypertensie, dyslipidemie, nicotinegebruik • voetconditie: pulsaties, gevoeligheid, • voetdeformaties, slechte huidconditie, ischemie, • ulceratie • elektrocardiogram? • verminderde visus, oogdruk, oogfundus / fluo? • nierlijden: µAU, U-eiwit, s-crea • injectieplaatsen • alcoholgewoontes
Jaarlijkse evaluatie: praktisch ANAMNESE; • diabetesverloop • diabetesbehandeling: medicatie / voeding / activiteiten • acute complicaties • chronische complicaties • risicofactoren (roken,...) • intercurrente aandoeningen en therapieën • psycho-sociale toestand • visie op aandoening (diabeet, vrienden, familie) • evaluatie educatiejaarlijkse evaluatie: wat extra?
Jaarlijkse evaluatie: praktisch KLINISCH ONDERZOEK: • gewicht/lengte —> BMI • waist/hip ratio; lendenomtrek • bij kinderen: groei en puberteitsontwikkeling • bloeddruk • voet • neurologisch • vasculair • huid • tanden
Jaarlijkse evaluatie: praktisch LABORATORIUM; • BG profiel • HbA1c • lipiden: cholesterol, HDL- en LDL-cholesterol, triglyceriden • s-creatinine • (C-peptide) • urine: aceton; microalbumine, creatinine, albumine, sediment, (kweek)
Jaarlijkse evaluatie: praktisch BEHANDELINGSPLAN: • concrete afspraken • ZBGM: frequentie, wanneer, doel (evt conventie) • Medicatie, aanpassingsschema • Voeding: doelgewicht, problemen • Lichaamsbeweging • Timing volgende afspraak • Andere onderzoeken (oogfundus, EKG, labo, etc)
Voetinspectie bij diabetoloog • binnen met kousen aan = 20 % voeten bekeken • binnen met kousen uit = 80 % voeten bekeken
Rol van de diabetes educator BEHANDELINGSDOELEN: • realistisch • begrepen door patiënt • akkoord van de patiënt • behandeling = in functie van het doel
Rol van de diabetes educator EDUCATIE: • diabeet bepaalt --> geen vast stramien • relevante informatie • praktisch blijven! Geen vlucht in theorie • geen over- of onder-educatie • coherent met rest van team
Rol van de diabetes educator ONDERZOEKEN: • motiveren over bedoeling van onderzoek • informeren over verloop van onderzoek • invloed op diabetes! (vb nuchter blijven) • resultaten helpen verduidelijken