1 / 16

FITT

FITT. ‘ Samen ’ (Z) weten LP14OWL02 Avans Fysiotherapie. Herhaling OWL01 Trainingsvariabelen. Directe meting: naald  V02max Indirecte meting: HRR  HRmax Wattage  MET Subjectieve meting: Borgschaal  Talktest. MET ( metabole equivalent ).

caron
Télécharger la présentation

FITT

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. FITT ‘Samen’ (Z)weten LP14OWL02 AvansFysiotherapie

  2. HerhalingOWL01Trainingsvariabelen • Directe meting: • naald V02max • Indirecte meting: • HRR  HRmax • Wattage  MET • Subjectieve meting: • Borgschaal Talktest

  3. MET (metabole equivalent) • Relatieveinspanningactiviteit tov rust • “meeteenheid voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost, ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust” • MET in rust = 1

  4. Lesdoelen OWL02 De student kan na deze les: • De FITT (Frequentie Intensiteit Tijd Type) variabelen omschrijven. (B) • De FITT variabele toepassen voor het opstellen van een trainingsschema bij verschillende personen. (Rc) Voorbereiding: Morree, J.J. de, Jongert , M.W.A. & Poel, G. van de. (2006). Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. hoofdstukken 5, 9-12

  5. Lesprogramma • Definitie FITT • ‘spelen’ met FITT • Casus opdracht • Evaluatie

  6. Definitie FITT • FITT staatvoor: • Frequentie • Intensiteit • Tijd • Type • Aantal x per week • zwaarte training • Duur training • Interval/duur/ect.

  7. FITT variabelenaeroobtrainingsschema • Frequentie 3 x per week • Intensiteit 50-85% V02max of HRR (Hrmax) • Tijd > 20 min. (interval) • Type Interval/duur/of ??? Zwemmen/fietsen/rennen

  8. Casus Semafoor (61 jaar) is naarjoudoorverwezen door de huisartsomzijn (aerobe) conditieteverbeteren, bij de nul-meting meet je de volgendewaardes: lengte = 1.92 m gewicht = 92 kg V02max = 15 ml/min/kg • Bedenk in groepen van 3 de FITT factorent.o.v. norm en gebruik het MET schema (activiteit)

  9. Bespreken casus • Liever vaker dan minder vaak • 50% VO2max/METmax (2.14) • Liever kort dan lang • Tabel! • Frequentie • Intensiteit • Tijd • Type Er is geen ‘perfect’ trainingsschema AanpassingenvaaknodigPersoonlijkmaken

  10. Evaluatielesdoelen De student kan nu: • De FITT (Frequentie Intensiteit Tijd Type) variabelen omschrijven. (B) • De FITT variabele toepassen voor het opstellen van een trainingsschema bij verschillende personen. (Rc)

  11. Evaluatielesdoelen (2) • Toets • Eigen trainingsprogrammakunnenverantwoorden (adhv FITT) • Hoe pas je de FITT variabelenbijverschillendemensen toe

  12. Volgende les • Effecten van aerobe training op het cardiovasculair systeemVoorbereiding:Morree, J.J. de, Jongert , M.W.A. & Poel, G. van de. (2006). Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. hoofdstukken 4 & 6

  13. Vragen

  14. MET

  15. Krachttraining • Naast FITT • Omvang (herhalingen x series) • Dichtheid (rust-arbeidverhouding)

  16. ‘spelen’ met FITT • Hoe zoujijeentrainingsschemaopstellenvoor4000 m renner die snellerwilgaanrennen. • Verander je de T (tijd/afstand) of I (intensiteit) • Hoe verschiltdit met alshijlangereafstandenwilgaanrennen (4000 m  6000 m) • Verander je de T of I

More Related