Download
1 / 20
200 likes | 211 Vues
coaching. Geschiedenis. ‘ coche ’ vanuit 16-de eeuw: koets; koetsen iemand helpen van ene naar andere punt ‘ coach ’ vanuit de sportwereld: een groep/individu helpen een bepaald doel te bereiken. hulpmiddel om comfortabel te kunnen bewegen door: activiteiten persoonlijke ontwikkeling
E N D
Geschiedenis • ‘coche’ vanuit 16-de eeuw: • koets; koetsen • iemand helpen van ene naar andere punt • ‘coach’ vanuit de sportwereld: • een groep/individu helpen een bepaald doel te bereiken
hulpmiddel om comfortabel te kunnen bewegen door: activiteiten persoonlijke ontwikkeling levensloop loopbaan maatschappij coach helpt de ander om: te leren zichzelf beter te leren kennen versterken van vermogen tot zelfsturing coach van nu
coaching, voor wie: • begeleiden van leerlingen in praktijk • begeleiden van collega’s (algemeen) • begeleiden van collega’s (specifiek) • vorm van menselijke communicatie • in therapeutische setting
Voorwaarden coach: • interesse hebben in de ander; • geloof hebben in de ander; • afstemmen op leerstijl en denkniveau van de ander; • bewustwording op gang kunnen brengen; ander bedenkt zelf oplossing; • scheppen van veilig klimaat; • juiste luisterhouding.
voorwaarde gecoachte • gecoacht willen worden • willen leren • zichzelf beter willen leren kennen • zichzelf willen leren sturen
methodiek coaching • bevorderen van zelfonderzoek • afbakenen en verdiepen • vragen stellen • patronen zien • de verbeelding • samenvatten en herhalen • vasthouden van de vooruitgang
bevorderen van zelfonderzoek • tijd gunnen tot nadenken • nadenken niet onderbreken • bij zich herhalende verhalen wel onderbreken • verhaal samenvatten en voortgaan met een vraag
Vragen stellen • Open, niet suggestief • Tot op bodem van waarneming, gevoel en gedachte • Filteren van onvolkomenheden (suggestief scheiden van objectief) • Vraag naar feiten (film) • Vraag naar gewaarwordingen (voelen)
Vragen stellen • Vraag naar voorbeelden (andere conclusies) • Vraag naar perspectief (denken vanuit context, context kan veranderen) • Vraag naar waarden (belang)
Patronen zien • ‘Als je steeds doet wat je altijd deed, zul je krijgen wat je altijd kreeg.’ • Ontdekken van patroon in denken, handelen en doen. Een vast patroon kan mensen beletten hun doelen te bereiken. • Bewustwording.
De verbeelding • Het beeld fungeert als een zichzelf waarmakende voorspelling
Verbeelding is doel • Positief formuleren (zonder ‘niet’) • Koppelen van intentie (niet ‘ik wil’ maar ‘ik ga’) • Koppelen van waarden (doel achter doel) • Interne model: zoek voorbeelden waarbij gewenste situatie wel lukte. Bewust worden van eigen mogelijkheden
De coach en advies • Vragen of advies gewenst is • Advies op effectief moment • Advies hoeft niet opgevolgd • Stem advies op manier van denken van gecoachte (bv overdreven neerzetten) • Laat iemand zichzelf advies geven
De coach en feedback • Informatief teruggeven van geobserveerd gedrag • Effectief in veilig leerklimaat • Concreet en informatief
Model van coaching • Enkele modellen: • Paffen: doel – plan – uitvoering – evaluatie • Whitmore: context – vaardigheid - sequentie (doel, werkelijkheid, opties, wil) • STAR: situatie – taak – actie – resultaat Alle met de specifieke coaching aspecten
Coach stijlen • Mentor: overdracht van levenservaring • Content: kennisoverdracht • Transforational: reflectie • Mental: focus op prestatie
bronnen • ‘Coaching voor iedereen’ • Rudy Vandamme (2001) • ‘coachen op competentieontwikkeling’ • M. Lingsma en M. Scholten (2001) • ‘Opleidingsdidaktiek voor de zorgsector’ • De Jongh en Scholten (1996) • www.coaching.nl • ‘leren leren coachen’ Module coaching • ‘Nij Smellinghe’ (2002) • ‘Een coach voorkomt geijkt gedrag’ • Management, trends, tools en visies (6, 2001) • ‘De coachende docent’ • Erik J. Luigies (1997)
