1 / 83

RECHT & INFOMATICA

RECHT & INFOMATICA. Contracteren in het buitenland IPR. Dr. Bertel de Groote. 3de lic rechten UGent – academiejaar 2003-2004. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR. Elektronische handel – een uitdaging voor het internationaal privaatrecht

malia
Télécharger la présentation

RECHT & INFOMATICA

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. RECHT & INFOMATICA Contracteren in het buitenland IPR Dr. Bertel de Groote 3de lic rechten UGent – academiejaar 2003-2004

  2. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Elektronische handel – een uitdaging voor het internationaal privaatrecht • Toename van grensoverschrijdende activiteit • Mogelijkheden van het medium • Werking van het medium • Aanbieder: verminderde keuzemogelijkheid al dan niet op de globale markt op te treden • Rol aanbieder • Rol afnemer •  Enkele internationaal privaatrechtelijke bedenkingen

  3. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Elektronische handel – situering van de internationaal privaatrechtelijke vragen • Frictie • Afbakening soevereiniteitsuitoefening : territoriale begrenzing • Menselijke activiteit • Technologische ontwikkeling ~ toenemende grensoverschrijding • IPR bepaalt welke elementen (bevoegdheids-, aanknopingsfactoren) een casus binnen de soevereiniteitsuitoefening van een staat brengen • Ordening van internationaal rechtsverkeer

  4. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke vragen – uitingsvormen • Rechterlijke bevoegdheid • Rechtskeuzerecht • Erkenning/Tenuitvoerlegging • Antwoord: internationaal privaatrecht s.l.

  5. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke bronnen – selectie • Internationale bevoegdheid • EEX • EVEX • EEX-Verordening • Gemeen recht (ipr-codex ?) • Initiatieven Haagse Conferentie

  6. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke bronnen – selectie • Conflictenrecht • EVO (verbintenissen uit overeenkomst) • EVO-II (?? verbintenissen uit onrechtmatige daad) • Haagse Koopverdragen (conflictenrecht/materieel recht) • Weens Koopverdrag  ! materieel recht ! • E-commerce Richtlijn  herkomstlandbeginsel • Gemeen recht (IPR-codex)

  7. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening • Algemene bevoegdheidsregel • Bijzondere bevoegdheidsregel • Forumclausule • Consumentenovereenkomsten

  8. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Algemene bevoegdheidsregel Art. 2 – Forum rei • Verweerder genietthuisvoordeel • Aanbieder of afnemer leidt procedure in • E-commerce – elektronisch contact vaak geïnitieerd (?) door afnemer => gevolg • Bedenkingen • Elektronische omgeving doet geen afbreuk aan belang van onderliggende principe • Belangrijk vangnet • Belang van alternatieven

  9. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 1 – Verbintenissen uit overeenkomst • Plaats van verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt • Quid? • Rol van conflictenrecht • Bijkomende complexiteit: plaatsbepaling en online-diensten • Plaats van ontvangst (?) – (analoog: art. 21,7°, k) BTW-Wetboek (03-07-1969)) • Oplossing: overeenkomst – Let op: fictieve plaatsbepaling • Elektronisch contract versus geschreven document: • betwisting betreffende bestaan van de overeenkomst: gevolg • Parallel met forumclausules (EEX-Vo)

  10. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 1 – Verbintenissen uit overeenkomst • EEX-Verordening -> vermoede plaats van uitvoering • Basis van vermoeden: centrale rol van leveringsverplichting bij geschillen • VERMOEDEN • Lokalisatie van plaats van uitvoering die aan de eis ten grondslag ligt  • Plaats in lidstaat waar de verkochte roerende lichamelijke zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of hadden moeten worden • Analoog voor dienstverlening • Interpretatie: volgens overeenkomst ??? • Geen bepaling van plaats van levering bij online-diensten

  11. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 3 – Verbintenissen uit onr. daad • EEX-Verordening -> vermoede plaats van uitvoering • Schadebrengende feit: ontdubbelde interpretatie • Omvang van uitgeoefende bevoegdheid • Gevaar van mondiale bevoegdheidsuitoefening • Schade en toegankelijkheid (Payline) • Schade en bestemming (Koi) • Dow Jones v. Gutnick (publicatie – plaats server) • Stakingsvordering • EEX-Verordening – dreigende schade

  12. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Forumclausule Art. 24 – Stilzwijgen Art. 23 – Expliciet • 1 der partijen woonplaats in lidstaat • Beperkingen bij consumentenovereenkomsten • Voorrang op art. 2 en op art. 5 • Vormvereisten => waarborgen van toestemming • Schriftvereiste • Elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam geregistreerd wordt • Algemene voorwaarden • Click-wrap • Taal

  13. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. Art.15 • Uitgangspunt: forum consument (als eiser – daarenboven forum verkoper -of verweerder) • Voorwaarde in EEX-Verdrag: Cons.-overeenko. plus • Bij overeenkomst met betrekking tot verstrekking van diensten of levering van roerende lichamelijke zaken (! Afbetaling !) • sluiting van de overeenkomst in de staat waar de consument woonplaats heeft voorafgegaan door bijzonder voostel of reclameEN • consument heeft in die Staat de voor de sluiting van die overeenkomst noodzakelijke handelingen verricht.

  14. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. • Moeilijkheden in elektronische handel • Bijzonder voorstel of reclame : quid ? • Webiste, e-mail, banner, zoekmachine • Oplossing: EEX-Vo • In alle andere gevallen, de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in de lidstaat waar de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op die lidstaat of op meerdere staten met inbegrip van die lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt.

  15. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. • Bedenkingen • Actief/passief (cfr. V.S. - Zippo) • Andere marketing-activiteiten • Afbakenbaarheid – honereren redelijke inspanningen? • Impact vrij verkeer: consument & aanbieder • Resultaat: voorlopig onzekerheid

  16. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Basis: Rechtskeuze door partijen • “Een overeenkomst wordt beheerst door het rechtdat partijen hebben gekozen” (art. 3) • rechtskeuze in algemene voorwaarden : geldigheid • geldigheid van rechtskeuze gekozen recht (art. 3, 4 juncto 8,1) • partij kan, om te bewijzen dat zij haar toestemming niet heeft verleend, beroep doen op recht van land van haar gewone verblijfplaats, indien het niet redelijk zou zijn de gevolgen van haar gedrag te bepalen aan de hand van gekozen lex causae (art. 8, 2)

  17. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Afwezigheid rechtskeuze • nauwste verbondenheid (art. 4) • “Voor zover geen keuze overeenkomstig art. 3 van het op de overeenkomst toepasselijke recht is gedaan, wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst is verbonden”

  18. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenovereenkomsten • Inhoud • Waarborg bescherming wet staat verblijfplaats consument • Beperking wilsautonomie (bescherming niet wegbedingbaar) • Aanknoping bij aanwezigheid van rechtskeuze

  19. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Voorwaarden consumentenbescherming • Rechtskeuze kan consument niet de bescherming ontnemen die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft indien • Sluiting van de overeenkomst in dat land voorafgegaan door bijzonder voorstel of publiciteit • en • indien consument in dat land de voor de sluiting van de overeenkomst noodzakelijke handelingen heeft verricht • Geen afwijking voor overeenkomst op afbetaling

  20. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming- bedenkingen • Ratio : Bescherming van passieve consument • Moeilijkheid in virtuele context onderscheid toe te passen tussen actieve en passieve consument • Kwalificatieproblematiek: • bijzonder voorstel of reclame • Wanneer is sprake van “webvertentie”? • In staat van verblijfplaats consument • Geografische afbakenbaarheid • Relevantie van verplichting dat consument in staat van verblijfplaats handelingen voor tostandkoming overeenkomst stelt ??

  21. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming- bedenkingen • Evaluatie beschermingsniveau • Uit oogpunt consument • Uit oogpunt van “verkoper” • Internet als distributiekanaal • Ontwikkeling e-commerce • Belang van harmonisatie inzake consumentenbescherming • Verschillen EEX-Vo en EVO • RomeI-Vo op komst  gelijkschakeling?

  22. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming– bijk. hypotheses • Heeft de wederpartij van de consument of zijn vertegenwoordiger de bestelling van de consument in land van gewone verblijfplaats consument ontvangen? • moeilijk toepasbaar bij verkoop op afstand in virtuele omgeving • Kaffeefahrten • Assimilatie: virtuele kaffeefahrten

  23. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Dwingende bepalingen • Art. 7 EVO • Gevolg toekennen aan het recht van een ander land waarmede het geval nauw is verbonden • indien en voor zover deze bepalingen volgens het recht van het laatstgenoemde land toepasselijk zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst. • Rekening houden met: aard en strekking, alsmede met de gevolgen die uit de toepassing of niet-toepassing van deze bepalingen zouden voortvloeien. • toepassen van bepalingen van het recht van het land van de rechter die ongeacht het op de overeenkomst toepasselijke recht, het geval dwingend beheersen

  24. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Openbare Orde • Art. 16 EVO • De toepassing van het aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter

  25. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II VOORSTEL VAN DE COMMISSIE VOOR EEN ERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD BETREFFENDE HET RECHT DAT VAN TOEPASSING IS OPNIET-CONTRACTUELE VERBINTENISSEN ("ROME II") Brussel, 22.7.2003 COM(2003) 427 definitief

  26. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II Art. 3 – Algemene regel 1. Het recht dat van toepassing is op de niet-contractuele verbintenis is het recht van het land waar de schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welk(e) land(en)sprake is van indirecte gevolgen van de schade. 2. Wanneer evenwel de persoon die aansprakelijk wordt gesteld, en de persoon die schade lijdt, hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, wordt de niet-contractuele verbintenis beheerst door het recht van dit land. 3. Wanneer, in weerwil van de leden 1 en 2, uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis kennelijk nauwere banden met een ander land heeft, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land kan met name berusten op een reeds bestaande betrekking tussen de partijen, zoals een contract dat een nauwe band heeft met de desbetreffende niet-contractuele verbintenis.

  27. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II Art. 4 – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken Art. 5 – Oneerlijke concurrentie 1. Op een niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een daad van oneerlijke concurrentie is het recht van toepassing van het land waar de concurrentieverhoudingen of de collectieve belangen van consumenten rechtstreeks en aanzienlijk worden geschaad of dreigen te worden geschaad. 2. Indien een daad van oneerlijke concurrentie uitsluitend de belangen van een bepaalde concurrent schaadt, is artikel 3, leden 2 en 3, van toepassing [lees: recht van diens verblijfplaats]. Analogie: locus delicti, als plaats van intreden van schade Markt waarop daad van oneerlijke concurrentie betrekking heeft

  28. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II .Art. 6 – Inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op persoonlijkheidsrechten Art. 7 – Milieu-inbreuk Art. 8 – Inbreuk op intellectuele eigendomsrechten

  29. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP • Omzetting richtlijn verkoop op afstand • art. 82, § 4 WHP : • “Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op de overeenkomst toepasselijk verklaart, wordt wat de in deze afdeling geregelde aangelegenheden betreft als nietig en verboden gehouden wanneer de overeenkomst een nauwe band vertoont met het grondgebied van één of meerdere lidstaten”.

  30. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP • Omzetting richtlijn verkoop op afstand • Basis: art. 20 EVO voorrang van internationaal privaatrechtelijke bepalingen voor bijzondere gebieden in het gemeenschapsrecht • Nauwe band :bij. verblijfplaats van consument in een lidstaat • Gevolg : gewaarborgde toepassing van geharmoniseerde bepalingen inzake verkoop op afstand

  31. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP • Omzetting richtlijn onrechtmatige bedingen • art. 33, § 2 WHP : • “ Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op de overeenkomst toepasselijk verklaart, wordt wat de in deze afdeling geregelde aangelegenheden betreft voor niet geschreven gehouden wanneer • bij gebreke van dat beding de wet van een Lidstaat van de Europese Unie toepasselijk zou zijn • en • die wet de consument in de genoemde aangelegenheden een hogere bescherming verleent”

  32. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Het beginsel van vrij verrichten van diensten  herkomstlandbeginsel Art. 5 Wet E-handel Afwijkingen van het beginsel van vrij verrichten van diensten herkomstlandbeginsel Art. 6 Wet E-handel ? Internationaal privaatrechtelijke impact ?

  33. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling 1. Iedere lidstaat zorgt ervoor dat de diensten van de informatiemaatschappij die worden verleend door een op zijn grondgebied gevestigde dienstverlener voldoen aan de in die lidstaat geldende nationale bepalingen die binnen het gecoördineerde gebied vallen. 2. De lidstaten mogen het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden geleverd, niet beperken om redenen die vallen binnen het gecoördineerde gebied.

  34. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling •  Broncontrole • Overweging 22 – bescherming algemene belangen en verbetering wederzijds vertrouwen tussen lidstaten • Overweging 22 - Waarborgen vrij dienstverkeer en rechtszekerheid voor diensteverleners en afnemers  onderwerping dienst aan rechtstelsel van lidstaat van vestiging dienstverlener

  35. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling 2.  verbod vrij verkeer te beperken om redenen die binnen gecoördineerd gebied vallen • Gecoördineerd versus geharmoniseerd • bedenkingen

  36. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Gecoördineerd gebied? (art. 2,h Rlijn 2000/31) “…de in de nationale rechtsstelsels vastgelegde vereisten voor dienstverleners van de informatiemaatschappij en diensten van de informatiemaatschappij, ongeacht of die vereisten van algemene aard zijn dan wel specifiek daarop zijn toegesneden: i) Het gecoördineerde gebied omvat vereisten waaraan de dienstverlener moet voldoen met betrekking tot: - het starten van een activiteit van een dienst van de informatiemaatschappij, zoals vereisten inzake kwalificatie, vergunning en aanmelding,

  37. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR • Gecoördineerd gebied? (art. 2,h Rlijn 2000/31) - het uitoefenen van een activiteit van een dienst van de informatiemaatschappij, zoals vereisten inzake gedrag van de dienstverlener, vereisten inzake kwaliteit en inhoud van de dienst inclusief inzake reclame en contracten, of vereisten inzake aansprakelijkheid van de dienstverlener. ii) Het gecoördineerde gebied omvat niet vereisten met betrekking tot: - goederen als zodanig, • de levering van goederen, • diensten die niet langs elektronische weg verleend worden.

  38. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Overweging 21 Rlijn 2000/31 – toelichting bij gebrip “gecoördineerde gebied” “… Het gecoördineerde gebied heeft alleen betrekking op vereisten voor on-lineactiviteiten zoals on-line-informatie, on-linereclame, on-linewinkelen en on-linecontracten, en niet op wettelijke vereisten van de lidstaten voor goederen, zoals veiligheidsnormen, etiketteringsvoorschriften of aansprakelijkheid van goederen, dan wel de vereisten van de lidstaten in verband met de levering of het vervoer van goederen, met inbegrip van distributie van geneesmiddelen. De uitoefening van het preferentiële recht door overheidsinstanties met betrekking tot bepaalde goederen, zoals kunstwerken, valt niet onder het gecoördineerde gebied”.

  39. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling • Discussie: invloed op de werking van het internationaal privaatrecht? • Piste 1: art. 3 verwijzingsregel (aanwijzing land van “oorsprong”) • Variant: recht van land van oorsprong, m.i.v. internationaal privaatrecht • Piste 2: art. 3 règle d’application immédiate • Piste 3: art. 3 – correctie op werking ipr

  40. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht - overwegingen • Art. 1,4 Richtlijn 2000/31 Deze richtlijn bevat geen aanvullende regels op het gebied van het internationale privaatrecht en laat de bevoegdheid van de rechtelrijke instanties onverlet

  41. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – overwegingen Overweging 23 Rlijn 2000/31 Deze richtlijn heeft niet ten doel aanvullende regels op het gebied van het internationale privaatrecht voor wetsconflicten vast te stellen en laat de bevoegdheden van de rechterlijke instanties onverlet. Bepalingen van het aan de hand van het internationale privaatrecht aangewezen toepasselijke recht mogen niet leiden tot een beperking van de vrijheid om diensten van de informatiemaatschappij aan te bieden zoals die zijn omschreven in deze richtlijn.

  42. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht - overwegingen • Bevoegdheid  terugvallen op klassieke bevoegdheidsregelen • Toepasselijk recht  betekenis van art. 3, rekening houdend met art. 1, 4

  43. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie • Art. 1, h gecoördineerd gebied • Art.3, 3 uitsluiting van in bijlage genoemde gebieden • Art. 3, 4 conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te treffen voor bepaalde dienst van de informatiemaatschappij • Contractuele context  art. 4,1 EVO leidt vaak tot recht van lidstaat van oorsprong • Belang vooral extra-contract.: bijv. reclame (klassiek IPR; marktprincipe)

  44. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie Uitsluitingen Bijlage I • Wilsautonomie • Consumentenovereenkomsten • Vormvereisten contracten onr. goed. • Ongevraagde commerciële communicatie

  45. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Bijlage I In artikel 3, lid 3, bedoelde gebieden waarop artikel 3, leden 1 en 2, niet van toepassing zijn: - auteursrechten, naburige rechten, rechten bedoeld in Richtlijn 87/54/EEG en in Richtlijn 96/9/EG, alsmede industriële-eigendomsrechten; - de uitgifte van elektronisch geld door instellingen waarvoor de lidstaten een van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2000/46/EG, bedoelde afwijkingen hebben toegepast; - artikel 44, lid 2, van Richtlijn 85/611/EEG; - artikel 30 en titel IV van Richtlijn 92/49/EEG, titel IV van Richtlijn 92/96/EEG, de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 88/357/EEG en artikel 4 van Richtlijn 90/619/EEG(8);

  46. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Bijlage I - de vrijheid van de partijen om het op hun contract toepasselijke recht te kiezen; - contractuele verplichtingen betreffende consumentenovereenkomsten; - de formele geldigheid van contracten waarbij rechten op onroerende zaken ontstaan of worden overgedragen, indien op deze contracten ingevolge het recht van de lidstaat waar de onroerende zaak is gelegen, verplichte vormvereisten van toepassing zijn; - de toelaatbaarheid van ongevraagde commerciële communicatie per elektronische post.

  47. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel • Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen

  48. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Materieel • Noodzaak in functie van volgende doelstellingen: openbare orde, volksgezondheid, openbare veiligheid, bescherming van consumenten • Ten aanzien van dienst die hieraan afbreuk doet of dreigt te doen (ernstig gevaar) • Evenredigheid

  49. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Formeel • Verzoek aan lidstaat van vestiging om nodige maatregelen te treffen • Bedkendmaking Commissie en lidstaat van voornemen beperkende maatregelen te treffen • Uitzondering bij urgentie • Controle door Commissie

  50. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Toelichting • Overweging 24 – Rlijn 2000/31 • Ook in burgerlijke procedure • Overweging 25 Nationale rechtbanken, met inbegrip van burgerlijke rechtbanken, die privaatrechtelijke geschillen behandelen, kunnen onder de in deze richtlijn gestelde voorwaarden maatregelen nemen om af te wijken van de vrijheid om diensten van de informatiemaatschappij aan te bieden.

More Related