1 / 71

FIlosofie

FIlosofie. Natuurfilosofen Sofisten , Socrates, Plato Stoa en Epicurisme Door: E. Mos -Burgers. De polis als eenheid Griekenland is van nature maar voor een klein deel bewoonbaar .

osgood
Télécharger la présentation

FIlosofie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. FIlosofie NatuurfilosofenSofisten, Socrates, PlatoStoa en EpicurismeDoor:E. Mos-Burgers

  2. De polis als eenheid • Griekenland is van nature maar voor een klein deel bewoonbaar. • Veel bergen barrière 750 gemeenschappen die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelden: ´stadstaten‘ , polis’ (meervoud: ‘poleis’); • Bestuurd door kleine groep: oligarchie, aristocratie  één leider (monarchie), al dan niet bijgestaan door een adviesraad.  vanwege hun bezit de economische, militaire en politieke macht in handen hebben.

  3. Emigratie • Rond 800 : bevolkingstoename  veroveringen direct rond de polis bijv. deel van de Peloponnesos bij de polis Sparta heel Attica bij Athene. • emigratie: nieuwe poleis, ookwel‘koloniën’ (hielden contact met moedersteden, handel)  Sicilië, in Zuid-Italië Zuid-Frankrijk op de kusten van het huidige Turkije (de Grieken spraken van Ionië). • Griekse cultuur verspreidt zich zo over het Middellandse zeegebied. • Grieken in Ionië in aanraking met andere culturen:Babyloniëen Egypte

  4. Zuid-Italië en Ionië ELEATEN IONISCHE NATUURFILOSOFEN

  5. Mythologisch wereldbeeld • Hesiodus/Homerus

  6. NatuurfilosofenHoe zit de wereld in elkaar? • In Ioniëbegint het verhaal van de Grieksefilosofie • Eeuwenlang: toevlucht tot bovennatuurlijkeverklaringen met goden en helden • Griekenbegonnenantwoordtezoeken op levensvragenZONDER beroep op goden en bovennatuurlijkekrachten_______________________________________________ • de wereld is een geordend geheel (bijv. seizoenen en baan van planeten): κοσμος = ordening • kosmologie: onderzoek naar alle mogelijke verschijnselen in het heelal • Ionische natuurfilosofen (φυσις > φυσικοι) • archè/oerstof/basisprincipe/constante 1) beginpunt (waar alles uit voorkomt) 2) leidend beginsel, principe (dat alles bestuurt)

  7. Thales (600 vC)‘Allesbestaatuit water’ • Nieuwidee: veranderlijkheid(tegenover het ideevan eenconstantenatuur.) • Thales en anderedenkers: op zoeknaareenheid, eenbasisprincipe in de natuur voor Thales water • Alles is ontstaanuit water want: water kanallevormenaannemen:gas, vloeistof en ijs • Anderenatuurfilosofenzochtennaareenandere ‘oerstof’

  8. oerstof: getallen Pythagoras (580-500 vC)

  9. Herakleitos (550 vC) ‘Allesverandertvoortdurend’ • Vuur = oerstof- Vuurduidt op proces: alles in de natuuronderhevigaanverandering.- De veranderingenkennen 1 wetmatigheid:zegaan over in huntegendeelleven-dood dag-nacht- Plato vat zijntheoriesamenals:παντα ῥει, οὐδεν μενει(= alles stroomt, niets blijft) ‘filosoof van het worden

  10. Parmenides (550)‘Wat we zien is nietecht’ • Tegenovergestelde van Herakleitos:‘Alleswatkanveranderen, kannietechtzijn’ • het zijnde is en het niet-zijnde is niet • De echtewerkelijkheid = onvergankelijk, eeuwigonveranderlijkondeelbaar • Watwij met onzezintuigenzien, voldoetnietaandezeeisen duswijzienniet de echtewerkelijkheid. echtewerkelijkheidzien we pas door tedenken. • Filosoof van hetzijn

  11. Raphael, De school van Athene (1510-1511), Rome : parmenides

  12. Pythagoras, Parmenides, Herakleitos

  13. Herakleitus

  14. De jongere natuurfilosofen(vanaf helft 5e eeuw)

  15. de jongere natuurfilosofen (vanaf helft vijfde eeuw) De werkelijkheid kent twee geheel verschillende aspecten: de veelheid (die voortdurend verandert): Heraclitus het constante (dat gelijk blijft): Parmenides Oplossingen voor het dilemma:worden tegenover zijn

  16. Sicilië 4 oerstoffen: aarde, water, lucht en vuur liefde en haat zorgen voor vermenging en scheiding van deze vier elementen Empedocles (495-435 vC)

  17. Ionië oerstof: Nous(geest) spermata: elk zaadje bezit alle eigenschappen elk zaadje is anders, omdat de verhouding van de verschillende eigenschappen anders is Anaxagoras (500 vC)

  18. Anaxagoras

  19. Demokritos (460-370 vC) ‘Allesbestaatuitatomen’ • Allesbestaatuitondeelbaredeeltjesa-tomos: niet de snijden/delen, ondeelbaar • De verschillendecombinaties + hoeveelhedenatomen = verklaren de verscheidenheid die wijzien. • Veranderingenontstaan door - samenvoeging- uiteenvallen van atomen • kosmos ontstaan door botsing en klontering van atomen

  20. A B C D Combineer de onderstaandefilosofen met de plaatjes: 1. Empedocles2. Thales3. Herakleitos4. Pythagoras5. Anaxagoras6. Parmenides7. Demokritos E G H

  21. Democratie in ATHENE SOFISTENWat besluiten we?

  22. Politieke situatie in de vijfde eeuw • Perzische Oorlogen (490 – 479 v. Chr.) • Gouden Eeuw voor Athene : zeebond • Peloponnesische Oorlog (431-404) • Athene verliest: de Dertig • Radicale democratie ingesteld

  23. GevolgenDemocratie • Nieuwevorm van onderwijs: men moetgoed het woordkunnenvoerenmen moetgoedanderenkunnneovertuigen van eigenstandpuntlogischeredenering op kunnenzetten • Professioneledocenten: sofisten • In democratie: besluitafhankelijk van overtuiging van de stemmersEenovertuigingkonwordenbeïnvloed door tegenstander eenalgemeengeldendewaarheidkomt op losseschroeventestaan belangrijkeonderzoeksvragenvoorfilosofie: Hoe moeten we onsgedragen?Wat is goed, wat is fout?(ethiek/gedragsleer)

  24. Presocratici: sofisten

  25. Protagoras (480-411), sofistHomo Mensura, relativisme • Bekendstesofist (zelfs Plato positief)Homo-mensura-stelling: “De mens is de maat van alledingen, van de dingen die zijndat/hoe zezijn, en van de dingen die nietzijndat/hoe zenietzijn” - universelewaarheidbestaatniet (watiederindividueelmensziet, voelt en ervaart, is maatgevendvoorzijndenken)dus: wetten en normenresultaat van afsprakentussenmensen geen absolute geldigheid • Subjectivistischevisie: mensbepaaltwatgoed is en watniet • Mensalsmaatstafvoorwerkelijkheid?

  26. Gorgias (480-376), sofist‘Er is geenobjectievewaarheid’ Nihilisme • Erbestaatniets • Alserietszoubestaan, zou het tochnietgekendkunnenworden • Als het dantochgekendkonworden, zou die kennisnietdoor woordenaananderenkunnenwordenverteld. Geenobjectievewaarheid: dusanderenovertuigen van jouwopvattingenDezefilosofen (sofisten): kregenslechtenaam‘Bedervers van de jeugd’

  27. 450 vC- Wat is de idealestaat?

  28. SOKRATES(ca. 470-399 v. Chr.)

  29. Plato (427-347) – alle dialogen, vooral: Apologie, Krito en Phaedo Plato is een leerling van Socrates: hebben soms zelfde gedachtegang, niet altijd duidelijk van wie een idee oorspronkelijk komt. Aristophanes (ca.450-385) – De Wolken Xenophon (ca.430-354) – Memorabilia Aristoteles (384-322) Waar komen we Socrates tegen in de literatuur?

  30. Socrates, 399

  31. Socrates • Hijwerdgezienalssofist, maar namergeen geld vooraan, zoalsanderesofistendatdeden. • Tochwordthijwelzogezien door mensen. • Hijwilmensennietovertuigen, maar brengen tot eigeninzicht. • In 399: veroordeeld tot de gifbekerdoor sofisten

  32. Socrates was op zoeknaar de waarheid.Orakel in Delphi:‘Socrates is de wijste man’Zijninterpretatie: ‘Ik ben de wijste, omdatiknietsweet.’Bij de ingang van de tempel in Dephi, staat de spreuk van Apollo: Ken uzelf!

  33. Sokratische methode

  34. dialoog wat-is-het-vraag: “geestelijke verloskunde” elenchos: onderzoeken en weerleggen eironeia: de Sokratische ironie aporie: geen uitweg meer weten Methode

  35. Uitgangspunten filosofisch denken van Sokrates/Plato

  36. De grotvergelijking

  37. Plato, De Staat, boek VII Illustratie: Scott Mayhew APF 0809

  38. De ideeënwereld (plato) • Oplossingvoorprobleempre-socratici/ oerfilosofen: • het veranderlijke: de wereldzoals we die zien met onzezintuigen • het onveranderlijke: de ideeënwereld

  39. Opdracht • Tekenallemaaleenseenstoel • Heeftiedereendezelfdestoel?Hoe komt het datwijdittochallemaaleenstoelnoemen? Wat is de definitie van eenstoel? • Plato: Dezestoel is een ‘afbeelding’ van het concept ‘stoel’, de ‘idee-stoel’, de ‘perfecte’ stoel. • De IdeeStoelblijftbestaan, maar gewonestoelenniet. • We hebbenallemaal in onshoofdeenidee van hoe eenstoeleruitziet. • Toch is het eenafbeelding van de ‘ware stoel’ in onshoofd of in de ideeenwereld

  40. Het is mogelijk de dingen te kennen zoals ze zijn door van deze dingen algemene kennis te verwerven (inductie door abstraheren): particularia tegenover universale Wat hebben departicularia van bijvoorbeeld dapperheid gemeen?: idea/eidos Algemene kennis

  41. Sokrates was de eerste filosoof die zich bezig hield met ethiek Het hoogste goed voor een mens is streven naar geluk: eudaimonia centraal in de Griekse ethiek staat aretè= optimaal functioneren deugd: aretè van het menselijk handelen Ethiek

  42. Dapperheid Bezonnenheid/gematigdheid Rechtvaardigheid Godsdienstigheid Wijsheid Alle deugden zijn één! Vijf deugden

More Related