1 / 24

Een patiënt met een DLBCL (diffuus grootcellig B-cellymfoom)

Een patiënt met een DLBCL (diffuus grootcellig B-cellymfoom). Sylvia Sprangers - van Campen Verpleegkundig Specialist Research oncologie / hematologie. Minisymposium: Diagnostiek en behandeling van lymfomen 22 april 2013. CASUS. Anamnese

rae
Télécharger la présentation

Een patiënt met een DLBCL (diffuus grootcellig B-cellymfoom)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Een patiënt met een DLBCL (diffuus grootcellig B-cellymfoom) Sylvia Sprangers - van Campen Verpleegkundig Specialist Research oncologie / hematologie Minisymposium: Diagnostiek en behandeling van lymfomen22 april 2013

  2. CASUS Anamnese • Februari 2013 op de polikliniek hematologie: 68 jarige man, getrouwd, 2 kinderen en 3 kleinkinderen, gepensioneerd; • Reden van komst: sinds 2 maanden progressief moe, sinds 4 weken klieren bemerkt in de rechter lies. B-symptomen: last van nachtzweten (kletsnat wakker worden waarbij kleding en beddengoed verschoond moet worden) en gewichtsverlies > 10%. • Blanco voorgeschiedenis; • Geen medicatiegebruik, rookt niet, drinkt 2-3 EH alcohol in het weekend.

  3. Lichamelijk onderzoek: WHO 1 (beperkt in zware lichamelijke activiteit, ambulant en tot lichte arbeid in staat) Lengte 183 cm, gewicht 114 kg, RR 125/70 , P 68 en Temp 37,20C • Klieren: hals en oksels (axillair) geen palpabele klieren liesstreek (inguinaal) rechter lies een fors pakket lymfomen, links geen klieren • Cor en pulmones: geen duidelijke afwijkingen. • Abdomen: lever en milt niet palpabel

  4. Wat wil je weten? • Welk type NHL? (hangt af van het biopt) • Welk stadium? (I tot IV) • Welke lokalisaties? (lymfeklieren, milt, lever, beenmerg, vaak ook elders) • Welk risicoprofiel van de patiënt? • Welke behandeling is mogelijk?

  5. Stadiëringsonderzoek bij NHL • Goede anamnese; op de aan- of afwezigheid van algemene symptomen; • Lichamelijk onderzoek; aantal plaats en grootte lymfklieren • Bloedonderzoek • PET / CT-scan hals, thorax, abdomen • Beenmergbiopt • Ejectiefractie / MUGA-scan • o.i. longfunctieonderzoek

  6. Uitslagen diagnostiek • Pathologie: excisie lymfklier rechterlies: Lokalisatie diffuus grootcellig B-cellymfoom met CD20-antigeen overexpressie (WHO classificatie 2008). • PET / CT–scan hals/thorax/abdomen: Lymfadenopathie para-aortaal en rechts inguinaal. Geen pleuravocht, ascites of hepatosplenomegalie. • Beenmergaspiraat en beenmergbioptie: Geen aanwijzing voor NHL, belangrijk om stadium IV uit te sluiten • MUGA-scan: Ejectiefractie 70 %

  7. BLOEDUITSLAGEN

  8. Indeling risicogroepen IPI (International Prognostic Index) • Prognostisch ongunstige factoren:Leeftijd > 60 jaar LDH > 1 x normaal Performance status ≥ 2 Stadium III of IV > 1 extranodale lokalisatie • IPI: Laag risico 0 of 1 risicofactor Laag intermediair risico 2 risicofactoren Hoog intermediair risico 3 risicofactoren Hoog risico 4 of 5 risicofactoren

  9. Diagnose: Diffuus grootcellig B-cellymfoom, stadium IIB met laag risico IPI

  10. BEHANDELING Advies hematologiebespreking: 6 x R-CHOP-14 + 2 x Rituximab nabehandeling bij voorkeur in onderzoeksverband. Mab-Ease studie: Een vergelijkend, gerandomiseerd, multicenter,fase-IIIb-onderzoek met parallelle groepen naar de werkzaamheid van subcutane (SC) rituximab versus intraveneuze (IV) rituximab, beide in combinatie met CHOP (R-CHOP), bij niet eerder behandelde patiënten met CD20-positief diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL)

  11. MabEase studie.

  12. Rituximab sc • De subcutane injectie bevat naast rituximab ook hyaluronidase. Door deze hulpstof hyaluronidase wordt de verbinding tussen de onderhuidse cellen tijdelijk soepeler. Hierdoor is het mogelijk om een grotere hoeveelheid medicijn onder de huid toe te dienen. Binnen 24 uur is de verbinding tussen de onderhuidse cellen weer helemaal hersteld. • Hyaluronidase (rHuPH20) is een enzym dat van nature voorkomt in het lichaam. • Mogelijke bijwerkingen van deze hulpstof zijn over het algemeen mild, zoals roodheid en zwelling van de huid en pijn.

  13. Researchspreekuur • Onderzoeker: • Bespreekt behandelingsplan • Beoordeelt of de patiënt in de studie past • Overhandigt informed consent • Studiecoördinator: • Voorbereiding startsets • Geeft mondelinge informatie over studie • Ongeveer1 week bedenktijd voor randomisatievisite en start 1e chemokuur • Afspraken: Inlichtingsgesprek oncologieverplk.

  14. Randomisatie visite • Patiënt komt eerst bij studiecoördinator • Voor vragen en nadere informatie • Anamnese • Data voorgeschiedenis • Startdata medicatie • Lichamelijk onderzoek en controles vitale functies • Checken van in- en exclusie criteria • Registratie / randomisatie regelen • Recepten voor (studie)medicatie tekenen • Afspraak + lab-formulier controlevisite • Aansluitend naar onderzoeker: • Patiënt en onderzoeker tekenen informed consent • Tekent aanvraag van chemotherapie

  15. VRAGEN..?

More Related