1 / 43

Algemene Voorwaarden 10 jaar rechtspraktijk

8-5-2002. Lon Mlenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk. 2. EU-richtlijn 93/13 en afdeling 6.5.3 BW. Geen directe horizontale werkingEU-HvJ 10 mei 2001, zaak C-144/99 (EU-Commissie/Koninkrijk der NederlandenRichtlijn conforme uitlegHR 19 september 1997, NJ 1998/6

ramla
Télécharger la présentation

Algemene Voorwaarden 10 jaar rechtspraktijk

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 1 Algemene Voorwaarden 10 jaar rechtspraktijk Léon Mölenberg Universiteit Maastricht

    2. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 2 EU-richtlijn 93/13 en afdeling 6.5.3 BW Geen directe horizontale werking EU-HvJ 10 mei 2001, zaak C-144/99 (EU-Commissie/Koninkrijk der Nederlanden Richtlijn conforme uitleg HR 19 september 1997, NJ 1998/6 (Assoud-SNS) Ambtshalve toepassing van richtlijnconform uitgelegde afdeling 6.5.3? HvJ EG 27 juni 2000, C-240/98 t/m C-244/98 (Océano Grupo Editorial)

    3. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 3 Hof Arnhem 12 dec 2000 en 5 juni 2001, NJ 2001/622 (Meurs/Van Esch Populiers) Annuleringskostenbeding in koopovereenkomst voor bankstel “ 2.4 (.....) in rechtsoverweging 26 (van Océano-arrest) wordt tot uitdrukking gebracht dat de nationale rechter, teneinde de doelstelling van artikel 6 van de richtlijn, te weten dat een individuele consument niet door een oneerlijk beding wordt gebonden, te bereiken, de bevoegdheid heeft alle oneerlijke bedingen in de zin van de richtlijn ambtshalve te toetsen. In deze rechtsoverweging wordt gesteld dat deze doelstelling mogelijk niet kan worden bereikt, wanneer de consument het oneerlijke karakter van dergelijke bedingen zelf aan de orde zou moeten stellen.

    4. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 4 Beding in algemene voorwaarden Art. 6:231 onder a BW: Een of meer schriftelijke bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatie weergeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Art. 3 lid 1 en 2 Richtlijn Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk wordt onderhandeld. Artikel 2 aanhef en onder a Richtlijn, verstaat onder oneerlijke bedingen: de bedingen van een overeenkomst zoals die in artikel 3 zijn omschreven. Art. 3 lid 2 Richtlijn: Een beding wordt steeds geacht niet het voorwerp van afzonderlijke onderhandeling te zijn geweest wanneer het, met name in het kader van een toetredingsovereenkomst, van tevoren is opgesteld en de consument dientengevolge geen invloed op de inhoud ervan heeft kunnen hebben. De verkoper die stelt dat een standaardbeding het voorwerp is geweest van afzonderlijke onderhandeling, dient dit te bewijzen.Artikel 2 aanhef en onder a Richtlijn, verstaat onder oneerlijke bedingen: de bedingen van een overeenkomst zoals die in artikel 3 zijn omschreven. Art. 3 lid 2 Richtlijn: Een beding wordt steeds geacht niet het voorwerp van afzonderlijke onderhandeling te zijn geweest wanneer het, met name in het kader van een toetredingsovereenkomst, van tevoren is opgesteld en de consument dientengevolge geen invloed op de inhoud ervan heeft kunnen hebben. De verkoper die stelt dat een standaardbeding het voorwerp is geweest van afzonderlijke onderhandeling, dient dit te bewijzen.

    5. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 5 Kernbeding Richtlijn conforme interpretatie: artikel 4 lid 2 Richtlijn. HR 19 sept. 1997, NJ 1998, 6 (Assoud/SNS): ‘moet het begrip “bedingen die de kern van de prestaties aangeven” zo beperkt mogelijk worden opgevat, waarbij als vuistregel kan worden ge-steld dat “kernbedingen veelal zullen samenval-len met de essentialia zonder welke een overeen-komst, bij gebreke van voldoende bepaalbaarheid van de verbintenissen, niet tot stand komt.’ Artikel 4 lid 2 Richtlijn: De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.Artikel 4 lid 2 Richtlijn: De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.

    6. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 6 ‘Voor de vaststelling van wat daaronder moet worden verstaan is dan ook niet bepalend of het beding in kwestie een voor de gebruiker belangrijk punt regelt, maar of het van zo wezenlijke betekenis is dat de overeenkomst zonder dit beding niet tot stand zou zijn gekomen of zonder dit beding niet van wilsovereenstemming omtrent het wezen van de overeenkomst sprake zou zijn.’

    7. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 7 Aanvaarding van de gelding Art. 6:231 0nder c BW: wederpartij: degene die door ondertekening van een geschrift of op andere wijze de gelding van algemene voorwaarden heeft aanvaard. Artikel 6:217 BW. Art. 3:33 BW: wil die zich uit door verklaring. Art. 3:35 BW: opgewekt vertrouwen van wil. Art. 6:232 BW: Bekendheid met inhoud is niet vereist. Battle of Forms: art. 6:225 lid 3 BW. Zie Hof ‘s-Gravenhage 17 februari 1998, NJ 2000/608 (Sprangers Bouwbedrijf/Constructiebedrijf Du Puy). Art. 3:37 BW: verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden en kunnen in elke gedraging, ook een (na)laten, besloten liggen. Art. 3:37 BW: verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden en kunnen in elke gedraging, ook een (na)laten, besloten liggen.

    8. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8 Verwijzing op orderbevestigingen Hof Arnhem 2 april 1996, NJ 1996, 689 (Ostrich Trade/Respo): In opdrachtbevestiging door Respo verwezen naar Smecoma-voorwaarden waartegen door Ostrich niet is geprotesteerd. ‘Waar in het handelsverkeer tussen ondernemers toepasselijkverklaring van de (onderhavige) a.v. door een bedrijf als Respo gebruikelijk is en Ostrich als professionele opdrachtgever daarop bedacht hoorde te zijn, dient geoordeeld te worden dat Ostrich gelet op de art. 6:231 onder c juncto 6:232 juncto 3:35 de gelding van de Smecomavoorwaarden heeft aanvaard.’

    9. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 9 ‘Hierbij is niet relevant dat Respo de Smecomavoorwaarden niet reeds vóór de totstandkoming van de overeenkomst aan Ostrich heeft ter hand gesteld dan wel op dat moment op andere wijze haar met de inhoud daarvan heeft bekend gemaakt.’ ‘Dienaangaande zou anders moeten worden geoordeeld indien partijen ter gelegenheid van hun gesprekken voorafgaande aan de orderbevestiging een complete overeenkomst zouden hebben gesloten in dier voege dat Ostrich niet meer zou behoeven te verwachten dat Respo daarin bij het schriftelijk bevestigen van die overeenkomst nog wijziging zou brengen door een verwijzing naar algemene voorwaarden.’ In casu was weliswaar over technische details met betrekking tot de plaatsing van het hekwerk ten behoeve van het struisvogelverblijf gepraat maar was volgens het hof van een complete overeenkomst nog geen sprake. Het is immers, gelet op de aard en omvang van het onderhavige werk, de aard van het bedrijf van Respo en de omstandigheid dat zijdens Respo door een buitendienstmedewerker is onderhandeld, niet gebruikelijk dat in dergelijke gesprekken onmiddellijk een volledige overeenkomst, - waarin ook alle “details”, zoals de algemene voorwaarden – tot stand komt. De hoedanigheid van Ostrich – een professionele opdrachtgever – brengt mee dat hij zich dat had dienen te realiseren. Te meer daar de buitendienstmedewerker het voorbehoud maakte van goedkeuring van het kantoor.In casu was weliswaar over technische details met betrekking tot de plaatsing van het hekwerk ten behoeve van het struisvogelverblijf gepraat maar was volgens het hof van een complete overeenkomst nog geen sprake. Het is immers, gelet op de aard en omvang van het onderhavige werk, de aard van het bedrijf van Respo en de omstandigheid dat zijdens Respo door een buitendienstmedewerker is onderhandeld, niet gebruikelijk dat in dergelijke gesprekken onmiddellijk een volledige overeenkomst, - waarin ook alle “details”, zoals de algemene voorwaarden – tot stand komt. De hoedanigheid van Ostrich – een professionele opdrachtgever – brengt mee dat hij zich dat had dienen te realiseren. Te meer daar de buitendienstmedewerker het voorbehoud maakte van goedkeuring van het kantoor.

    10. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 10 Verwijzing op factuur Hof Arnhem 25 nov. 1997, NJ 1998, 753 (Houtplex/De Vries): Uit het feit dat twee facturen van Houtplex aan De Vries d.d. 28 juni en 16 september 1991 zijn toegekomen, waarin verwezen wordt naar a.v., kan niet tot het oordeel worden gekomen dat De Vries geacht moet worden met betrekking tot de onderhavige overeenkomst (gesloten in september 1992) de gelding van de algemene voorwaarden te hebben aanvaard. Zeker als Houtplex zich beroept op andere voorwaarden dan waarnaar verwezen wordt. De Vries vordert van Houtplex schadevergoeding wegens wanprestatie. Houtplex doet een beroep op arbitragebeding volgens welk de rechtbank niet bevoegd is. Rechtbank komt tot conclusie dat De Vries niet gebonden is aan arbitragebeding. Twee eerdere facturen is niet voldoende om stilzwijgende aanvaarding van de gelding aan te nemen. Bovendien deed Houtplex een beroep op de A.V. van de Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen gedeponeerd ter griffie op 1 oktober 1992 (dus ná het sluiten van de onderhavige overeenkomst!) terwijl de facturen verwijzen naar de A.V. van de Nederlandse Houtbond. Dus kennelijk naar geheel andere voorwaarden!De Vries vordert van Houtplex schadevergoeding wegens wanprestatie. Houtplex doet een beroep op arbitragebeding volgens welk de rechtbank niet bevoegd is. Rechtbank komt tot conclusie dat De Vries niet gebonden is aan arbitragebeding. Twee eerdere facturen is niet voldoende om stilzwijgende aanvaarding van de gelding aan te nemen. Bovendien deed Houtplex een beroep op de A.V. van de Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen gedeponeerd ter griffie op 1 oktober 1992 (dus ná het sluiten van de onderhavige overeenkomst!) terwijl de facturen verwijzen naar de A.V. van de Nederlandse Houtbond. Dus kennelijk naar geheel andere voorwaarden!

    11. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 11 Hof Den Bosch 28 okt. 1997, Prg. 1998/4888 (Kusters/Van de Bijgaart): Stilzwijgende aanvaarding van a.v. van verkoper (Kusters), omdat daarnaar is verwezen op een vijftal facturen terzake van eerdere transacties en tegen toepassing van de voorwaarden niet is geprotesteerd door koper (V.d. Bijgaart). Zie ook: HR 19 december 1997, NJ 1998/271(Helpman/Imbema): Door niet te protesteren tegen herhaalde verwijzing op facturen naar AV, moet wederpartij geacht wordenb daarmee te hebben ingestemd. Bij transacties welke telefonisch worden gesloten, met mondelinge vaststelling van slechts de hoofdzaken, kan koper op toepasselijkverklaring van A.V. bedacht zijn, ook al is hij met de inhoud daarvan ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet bekend.

    12. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 12 Dat kan echter niet zonder meer gezegd worden van bepalingen in algemene voorwaarden welke de strekking hebben de contractuele positie van partijen ingrijpend te regelen in afwijking van het gewone recht. De omstandigheden kunnen meebrengen dat toepassing van zodanige bepalingen in strijd met de redelijkheid en billijkheid moet worden geacht. Hoge Raad 28 november 1997, NJ 1998/705 (Visser/Avéro): Bij verwijzing naar twee verschillende sets AV, maakt geen enkele set AV deel uit van de overeenkomst.

    13. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 13 Hof Amsterdam 21 nov. 1996, NJ 1996, NJ 1999 (Staro Beheer/Van Staveren): Geen stilzwijgende aanvaarding na niet protesteren tegen verwijzing op facturen. Twee facturen, samen met twee anderen verstuurd op 21 feb. 1990, betroffen gratis proefzending welke niet als normale handelstransacties worden aangemerkt. Één factuur was gelijk gestuurd met factuur voor in het geding zijnde overeenkomst op 4 sept. 1990. Staro hoefde er geen rekening mee te houden dat van Staveren A.V. hanteerde.

    14. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 14 Informatieplicht Art. 6:233 aanhef en onder b BW: een beding is vernietigbaar wanneer de gebruiker de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden van de inhoud van de algemene voorwaarden kennis te nemen Art. 6:234 lid 1sub a BW: Indien redelijkerwijs mogelijk dienen de A.V. vóór of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand te worden gesteld. Voor of bij het sluiten van de overeenkomst. Art. 6:234 lid 1 sub b BW: Indien terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is, depot en medeling dat A.V. op verzoek zullen worden toegezonden. De toetsing aan de informatieplicht veronderstelt dat de algemene voorwaarden aanvaard zijn. Indien de A.V. niet aanvaard zijn, valt er niets te toetsen. Zie Hof Arnhem, 25 nov. 1997, NJ 1998, 753 (Houtplex/De Vries). De toevoeging bij het sluiten van de overeenkomst ziet op een soort samenval van momenten waarin sprake is van een (nagenoeg) gelijktijdige aanvaarding en terhandstelling en is opgenomen om bewijsproblemen te vermijden. De wederpartij moet echter de gelegenheid hebben de aanvaarding van het aanbod uit te stellen om kennis te nemen van die algemene voorwaarden. Feitelijk komt de zinsnede “vóór of bij” dus neer op vóór het sluiten van de overeenkomst.De toetsing aan de informatieplicht veronderstelt dat de algemene voorwaarden aanvaard zijn. Indien de A.V. niet aanvaard zijn, valt er niets te toetsen. Zie Hof Arnhem, 25 nov. 1997, NJ 1998, 753 (Houtplex/De Vries). De toevoeging bij het sluiten van de overeenkomst ziet op een soort samenval van momenten waarin sprake is van een (nagenoeg) gelijktijdige aanvaarding en terhandstelling en is opgenomen om bewijsproblemen te vermijden. De wederpartij moet echter de gelegenheid hebben de aanvaarding van het aanbod uit te stellen om kennis te nemen van die algemene voorwaarden. Feitelijk komt de zinsnede “vóór of bij” dus neer op vóór het sluiten van de overeenkomst.

    15. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 15 Wanneer redelijkerwijs onmogelijk om ter hand te stellen? Feitelijke onmogelijkheid; Practische onmogelijkheid. Art. 6:234 lid 2 BW: vernietigbaarheid indien bij verzoek tot toezending niet onverwijld kosteloos wordt toegezonden. Art. 6:234 lid 3: het bepaalde omtrent de verplichting tot toezending is niet van toepassing voorzover toezending redelijkerwijs niet van de gebruiker kan worden gevergd.

    16. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 16 Overgangsrecht: artt. 191 lid 2 en 79 Overgangswet NBW Hof ‘s-Gravenhage 27 januari 2000, NJ 2000/743 (Wyers/Bouwbedrijf Vogels): Het niet voldoen aan de informatieplicht vóór 1 januari 1993 kan op grond van art. 79 Overgangswet niet tot vernietiging ná 1 januari 1993 leiden. Art. 191 lid lid 2 Overgangswet dient restrictief te worden uitgelegd in die zin dat een beroep op de nietigheidsgrond van artikel 6:233 sub b juncto 6:234 BW buiten haar reikwijdte valt.

    17. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 17 HR 1 oktober 1999, RvdW 1999,136 (Geurtzen/Kampstaal): In artikel 6:234 lid 1 BW is limitatief geregeld hoe de gebruiker van A.V. aan de wederpartij de mogelijkheid kan bieden om kennis te nemen van die voorwaarden. Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg brengt evenwel mee dat de wederpartij zich niet op de vernietigbaarheid kan beroepen wanneer hij t.t.v. het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn: ook kunnen zich omstandigheden voordoen waarin een beroep op vernietigbaarheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In casu heeft Geurtzen aannemingswerkzaamheden (het plaatsen van een staalconstructie t.b.v. een kap van een bouwwerk) uitbesteed aan Kampstaal. In de offerte verwijst Kampstaal naar elders gedeponeerde A.V. van de Metaalunie die op de opdracht van toepassing zullen zijn, en dat deze op verzoek zullen worden toegezonden. In deze voorwaarden zit een exoneratie ten behoeve van Kampstaal. Relevante omstandigheden: Geurtzen en kampstaal hadden reeds eerder verschillende aannemingsovereenkomsten met elkaar gesloten, waarbij in de offertes van kampstaal steeds verwezen werd naar de betreffende A.V.. Beide partijen zijn professionals in dezelfde bedrijfstak. De voorwaarden worden op grote schaal toegepast in de bouw en kunnen bij een partij als Geurtzen (ook aannemer) bekend verondersteld worden. Het is geen ongebruikelijk beding (aanspakelijkheidsuitsluiting) in de bouwwereld. De verwijzing stond op de offerte en Geurtzen had alle gelegenheid om de A.V. op te vragen. In casu vond het Hof dat Geurtzen geen beroep kon doen op de vernietigbaarheid van de A.V.. De HR verwijst terug omdat het Hof niet voldoende onderzocht heeft of Geurtzen t.t.v. het sluiten van de overeenkomst bekend was met de A.V. van Kampstaal.In casu heeft Geurtzen aannemingswerkzaamheden (het plaatsen van een staalconstructie t.b.v. een kap van een bouwwerk) uitbesteed aan Kampstaal. In de offerte verwijst Kampstaal naar elders gedeponeerde A.V. van de Metaalunie die op de opdracht van toepassing zullen zijn, en dat deze op verzoek zullen worden toegezonden. In deze voorwaarden zit een exoneratie ten behoeve van Kampstaal. Relevante omstandigheden: Geurtzen en kampstaal hadden reeds eerder verschillende aannemingsovereenkomsten met elkaar gesloten, waarbij in de offertes van kampstaal steeds verwezen werd naar de betreffende A.V.. Beide partijen zijn professionals in dezelfde bedrijfstak. De voorwaarden worden op grote schaal toegepast in de bouw en kunnen bij een partij als Geurtzen (ook aannemer) bekend verondersteld worden. Het is geen ongebruikelijk beding (aanspakelijkheidsuitsluiting) in de bouwwereld. De verwijzing stond op de offerte en Geurtzen had alle gelegenheid om de A.V. op te vragen. In casu vond het Hof dat Geurtzen geen beroep kon doen op de vernietigbaarheid van de A.V.. De HR verwijst terug omdat het Hof niet voldoende onderzocht heeft of Geurtzen t.t.v. het sluiten van de overeenkomst bekend was met de A.V. van Kampstaal.

    18. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 18 ‘Daarbij valt te denken aan het geval dat regelmatig gelijksoortige overeenkomsten tussen partijen worden gesloten, terwijl de A.V. bij het sluiten van de eerste overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld en aan het geval van een van algemene voorwaarden deel uitmakende eenvoudige exoneratie-clausule, die in een winkel of bedrijfsruimte op duidelijke wijze aan klanten wordt gepresenteerd.’

    19. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 19 Bewijslast: Hof Leeuwarden 2 mei 2001, NJ 2002/68 (Bauke de Jong/Hama Nederland) Diefstal machine gehuurd door professionele gebruiker (de Jong): risicoverdelingsbeding Bewijslast van terhandstelling van huurvoorwaarden rust bij betwisting daarvan op gebruiker (Hama) Bewijs niet geleverd, beding vernietigbaar, leemte in ovk. “Vervolgens moet worden bezien of – naar in het verkeer geldende opvattingen – diefstal en/of verlies van een apparaat als het onderhavige voor rekening en risico van de huurder dient te komen en of het derhalve op de weg van de huurder ligt om zich desgewenst tegen dat risico te verzekeren.

    20. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 20 Hoge Raad 17 december 1999, NJ 2000/140 (Breg/Asper): Mocht het Hof hebben geoordeeld dat een beroep op voormelde vernietigingsgrond uitsluitend één of meer specifieke bedingen in AV kan betreffen en niet het gehele samenstel van die voorwaarden geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Heeft de gebruiker niet voldaan aan de infoplicht dan staat het de wederpartij vrij zich te beroepen op de vernietigbaarheid van die algemene voorwaarden in hun geheel

    21. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 21 Verwijzing op orderbevestiging naar elders gedeponeerde A.V..Uittreksel van A.V. op achterzijde van orderbevestiging. Consument is op voorzijde van orderbevestiging niet attent gemaakt op uittreksel van A.V. op achterzijde. Niet voldaan aan infoplicht. Geschillencommissie Woninginrichting 11 aug. 1993, TvC 1994, pag. 147. Aan bekendmaking via advertenties, verwijzing boven brievenbussen naar elders gedeponeerde A.V. en folders in de molen op het postkantoor, schort dat niet met voldoende zekerheid gezegd kan worden dat de wederpartij een redelijke mogelijkheid tot kennisneming is geboden. Geschillencom. Post en Telecommunicatie 26 sept. 1994, TvC 1995, pag. 47. Geschillencommissie woninginrichting: Annulering van koop bankstel, boetebeding van 30% van aankoopsom.Geschillencommissie woninginrichting: Annulering van koop bankstel, boetebeding van 30% van aankoopsom.

    22. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 22 Verwijzing naar A.V. op bord Bij ingang fietsenstalling alsook op een verder geplaatst bord wordt verwezen naar elders gedeponeerde A.V.. Niet voldaan aan infoplicht als gebruiker de algemene voorwaarden op daartoe strekkend verzoek niet kan overhandigen aan wederpartij. Ktg. Maastricht 27 aug. 1997, TvC 1998, pag. 41. In casu betrof het een exoneratieclausule voor schade die meer bedroeg dan fl. 250,-. Wederpartij heeft de voorwaarden moeten opvragen bij het hoofdkantoor van de NS in Utrecht. De gebruiker kon zijn eigen A.V. niet ter hand stellen omdat hij ze niet had.In casu betrof het een exoneratieclausule voor schade die meer bedroeg dan fl. 250,-. Wederpartij heeft de voorwaarden moeten opvragen bij het hoofdkantoor van de NS in Utrecht. De gebruiker kon zijn eigen A.V. niet ter hand stellen omdat hij ze niet had.

    23. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 23 ‘… verklaart door ondertekening van deze opdrachtbevestiging een exemplaar van onze algemene voorwaarden ontvangen te hebben ….’ Hof Amsterdam 28 maart 1996, TvC 1998, pag. 44: ‘Nu V zelfs niet aangeeft waarom zij voor ontvangst heeft getekend indien haar geen exemplaar van de A.V. ter hand zou zijn gesteld, moet voorshands ervan worden uitgegaan dat zij een exemplaar van de A.V. heeft ontvangen.’ Hof Arnhem 3 febr. 1998 (Poppeliers Meubelen/Veenstra): Het beding is onredelijk bezwarend o.g.v. 6:236 sub k BW, omdat de bewijslast m.b.t. de infoplicht ten nadele van de consument wordt gewijzigd. Het hof Arnhem gaat er in navolging van Duitse rechtspraak vanuit dat in casu sprake is van een beding en wel een verklaringsfictie welke onredelijk bezwarend is voor de consument indien hij de A.V. niet ter hand gesteld heeft gekregen.Het hof Arnhem gaat er in navolging van Duitse rechtspraak vanuit dat in casu sprake is van een beding en wel een verklaringsfictie welke onredelijk bezwarend is voor de consument indien hij de A.V. niet ter hand gesteld heeft gekregen.

    24. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 24 Foute toepassing?: Rb Utrecht 10 november 1999, NJ 2000/350 (John Reinerie Makelaardij/ Haven en Kool) Courtagebeding in NVM-voorwaarden bij valse opdracht om taxatiekosten te ontlopen Uitgangspunt bij zulk een verklaring is dat de wederpartijen de gelding van de algemene voorwaarden hebben aanvaard. “Mocht hun lezing juist zijn dat de algemene voorwaarden hun niet (voor of bij ondertekening) ter hand zijn gesteld, dan had het gelet ook op vorenbedoeld uitgangspunt op hun weg gelegen om Reinerie als gebruiker in de zin van artikel 6:234 lid 2 BW te verzoeken aan ieder van hen deze algemene voorwaarden toe te zenden. Nu dit niet is gesteld of gebleken oordeelt de rechtbank dat de algemene voorwaarden zijn overeengekomen.

    25. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 25 Onjuiste toepassing infoplicht?: Hof Amsterdam, 7 mei 1998 (Assoud/SNS) “Op die kopie is vermeld dat de deelnemer het op de Lotto toepasselijke reglement(algemene voorwaarden) kan verkrijgen op het adres waar hij het lottoformulier inlevert. Aldus heeft de Sporttotalisator een redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Art. 6:233 aanhef en onder b geeft het leidend beginsel en art. 6:234 lid aanhef en onder a en b noemt slechts voorbeelden van gevallen waarin de redelijke mogelijkheid tot kennisneming van algemene voorwaarden is gegeven.”

    26. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 26 Inhoudstoets Open norm in 6:233 aanhef en onder a BW: een beding is vernietigbaar indien het gelet op de aard van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Vaststelling van de inhoud van algemene voorwaarden – art 6:238 lid 2 BW: bedingen in consumentenovereenkomsten moeten duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Bij twijfel over de betekenis prevaleert de voor de wederpartij gunstigste uitleg.

    27. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 27 Relevante omstandigheden Hof Arnhem 25 feb. 1997 en 27 januari 1998 (Jaffa Pita Bakkerij/Handelmij Möller) Indien ter afwering van een beroep op een exoneratieclausule mede een beroep wordt gedaan op de aard en de ernst van de wanprestatie en op de hoogte van de als gevolg daarvan geleden schade, zal dienaangaande onderzoek moeten worden verricht alvorens een oordeel kan worden gegeven over die clausule.

    28. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 28 Sanctie? Richtlijn is niet duidelijk. Zie artikel 5 Richtlijn. Is een onduidelijk beding een onredelijk bezwarend beding? Ktg. Utrecht 3 juni 1998, Prg. 1998/5029: Huur havenligplaats voor één jaar. Automatische verlenging van huurovereenkomst havenligplaats met één jaar indien niet tijdig opgezegd in artikel 10 algemene voorwaarden is onduidelijk voor consument. Duidelijke verwijzing onder kopje “duur van de overeenkomst” ontbreekt.

    29. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 29 Inhoudstoets in consumentenzaken Beding onredelijk bezwarend waaarin wordt bepaald dat bij niet tijdige betaling van de huurprijs van gebruikte schoolboeken de nieuwprijs verschuldigd is. Ktg. Zwolle 2 november 1996, Prg. 1997/4722. Bedrijfscreditcard voor werkneemster: (kortweg) … en is iedere functionaris aansprakelijk jegens American Express voor de uitgaven die hij/zij met de Kaart heeft gedaan. Maandelijkse afrekeningen dienen door de functionaris te worden betaald. De door de functionaris vertegenwoordigde rechtspersoon is mede hoofdelijk aansprakelijk.

    30. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 30 Hof Arnhem 9 sept. 1997, NJ 1998/655: Zulk een beding is onvoldoende duidelijk voor de gemiddelde werknemer (medeondertekenaar) om zijn contractuele risico’s bij het gebruik van de bedrijfskaart in te schatten. Zulke vergaande rechtsgevolgen moeten klip en klaar in niet mis te verstane bewoordingen vooraf aan de aspirant bedrijfskaarthouder worden duidelijk gemaakt. Beding onredelijk bezwarend. Het beding was in casu tamelijk ingewikkeld door het gebruik van termen als hoofdelijke aansprakelijkheid, U, Uw vennoten, uw maten, functionarissen of de door u vertegenwoordigde rechtspersoon.Het beding was in casu tamelijk ingewikkeld door het gebruik van termen als hoofdelijke aansprakelijkheid, U, Uw vennoten, uw maten, functionarissen of de door u vertegenwoordigde rechtspersoon.

    31. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 31 Inhoudstoetsing in handelszaken HR 23 maart 1990, NJ 1991, 214 (Botman/ van Haaster): ‘Verbindendheid van het arbitraal beding dient (…) niet te worden beoordeeld aan de hand van de nadelen die zich bij de op grond van het beding aangespannen arbitrage daadwerkelijk hebben verwezenlijkt, maar aan de hand van de eventuele onredelijk bezwarende gevolgen waaraan het beding, bij gebondenheid daarvan, Van Haaster van de aanvang af bloot stelde, waarvan de verwezenlijking bij handhaving van het beding slechts “mogelijk” was.’

    32. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 32 Hof Amsterdam 2 september 1997, TvC 1998, pag. 68 (Van ‘t Riet/Makro): Onduidelijke en onvolledige gebruiksvoorschriften voor vouwladder. ‘Eventuele gebreken aan het gekochte moeten voor het passeren van de eindcontrole gemeld worden. Na het passeren van de eindcontrole vervalt elke aansprakelijkheid onzerzijds voor andere dan verborgen gebreken’. Beding is onredelijk bezwarend: van klanten kan niet verwacht worden dat zij al hun aankopen uitpakken en uitvoering controleren tussen kassa en eindcontrole.

    33. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 33 De zwarte lijst: 6:236 BW Pres. Rb Den Haag 22 mei 1990, TvC 1990, blz. 379 (Van Gijtenbeek/Soek-Crest Hotels): Dubbelboeking bruidsuite ten gevolge bezoek popster ‘prince’. Beding sluit recht op gebruik geboekte kamer volledig uit. Onredelijk bezwarend op grond van bepaalde in artikel 6:236 onder a BW.

    34. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 34 Sub b: beperking of uitsluiting ontbindingsbevoegdheid ex afd. 6.5.5 BW Consument mag alleen ontbinden indien na een schriftelijke ingebrekestelling alsnog na een termijn van 9 maanden plaatsing van advertentie uitblijft, terwijl All-Media bij iedere tekortkoming geheel of gedeeltelijk mag ontbinden. Ktg. Utrecht 11 december 1996, Prg. 1997/4739 (Kok/All Media Holland Management). Plaatsing van advertentie van Vlinders Escort Bureau in de Guide L’Amour 1995 blijft uit en eiser (Kok h.o.d.n. Vlinders Escort Bureau) ontbind overeenkomst.Plaatsing van advertentie van Vlinders Escort Bureau in de Guide L’Amour 1995 blijft uit en eiser (Kok h.o.d.n. Vlinders Escort Bureau) ontbind overeenkomst.

    35. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 35 Sub g: verkorting van wettelijke verval- of verjaringstermijn tot minder dan één jaar. ‘Klachten welke later dan een week na afloop van het arrangement worden ingediend kunnen niet meer in behandeling worden genomen.’ Ktg. Groenlo 25 mei 1998, Prg. 1998/4982 (Vogel c.s./Crone). Jachtvakantie in Schotland, waarbij reisdoel gewijzigd werd. Reisorganisator Crone doet beroep op vervalbeding. Jachtvakantie in Schotland, waarbij reisdoel gewijzigd werd. Reisorganisator Crone doet beroep op vervalbeding.

    36. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 36 Sub k: beperking of uitsluiting bewijslevering of voor consument nadelige bewijslastverdeling. Boekenclausule: Voor de bepaling van de verschuldigde bedragen terzake van een telefoonaansluiting zijn de gegevens van PTT beslissend. Ktg. Zaandam 12 december 1991, Prg. 1992/3656 (PTT/Visser).

    37. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 37 Sub l: afwijking ten nadele van de consument van artikel 3:37 BW, tenzij de afwijking betrekking heeft op de vorm van de af te leggen verklaring. Jaarabonnement leesportefeuille De Map: Stilzwijgende verlenging met een jaar behoudens opzegging per aangetekende brief. Ktg. Zwolle 19 september 1995, Prg. 1996/4447 (De Map/Benjamins). Artikel 3:37 BW: verklaringen zijn vormvrij (lid 1), een schriftelijke verklaring kan ook bij exploit worden gedaan (lid 2), verklaring moet wederpartij bereiken (lid 3), onjuist overgebrachte verklaring geldt als verklaring van afzender (lid 4), intrekking verklaring (lid 5). MvT: Zo zal het beding dat verzending per aangetekende brief vereist steeds ongeoorloofd zijn, hetgeen gerechtvaardigd wordt door de overweging dat zo’n beding tegen de wederpartij zou kunnen worden gebruikt, terwijl de voorgeschreven wijze van verzending juist haar belangen dient.Artikel 3:37 BW: verklaringen zijn vormvrij (lid 1), een schriftelijke verklaring kan ook bij exploit worden gedaan (lid 2), verklaring moet wederpartij bereiken (lid 3), onjuist overgebrachte verklaring geldt als verklaring van afzender (lid 4), intrekking verklaring (lid 5). MvT: Zo zal het beding dat verzending per aangetekende brief vereist steeds ongeoorloofd zijn, hetgeen gerechtvaardigd wordt door de overweging dat zo’n beding tegen de wederpartij zou kunnen worden gebruikt, terwijl de voorgeschreven wijze van verzending juist haar belangen dient.

    38. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 38 De grijze lijst: art. 6:237 BW Sub b: wezenlijke beperking van de verplichtingen van gebruiker. Bewaarnemingsovereenkomst: ‘De directie stelt zich niet aansprakelijk voor diefstal of vermissing.’ Ktg. Rotterdam 6 december 1996 en 4 april 1997, Prg. 1997/4776 (Drenthen/Tropicana): “In een bewaakte garderobe dienen afgegeven kledingstukken te worden bewaakt en teruggegeven.” Jas van fl. 1099 welke tegen betaling in bewaring is gegeven, vermist na afloop avond.Jas van fl. 1099 welke tegen betaling in bewaring is gegeven, vermist na afloop avond.

    39. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 39 Sub f: beperking of uitsluiting van wettelijke aansprakelijkheid. “Het nutsbedrijf is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van de onderbreking van levering van electriciteit/gas/water/stadsverwarming.” HR 16 mei 1997, TvC 1997, blz. 322 (exoneratie nutsbedrijven); Geschillencommissie Openbare Nutsbedrijven, 14 dec. 1994 en 5 januari 1996, resp. TvC 1996, pag. 139 en pag. 141.

    40. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 40 Sub i: betaling geldsom bij beëindiging overeenkomst. Hof Arnhem 1 augustus 2000, NJ 2001/71 (Bogers beheer/Kop en Kop-tax): beding waarin opdrachtgever bij koop/aannemingsovereenkomst wordt verplicht 35% van de contractsom te betalen bij annulering vóórdat enig begin van uitvoering is gemaakt is onredelijk bezwarend. Hof ‘s-Gravenhage 21 december 2000, NJ 2001/341 (vd Berg/Kozijn- en Serrebouw BV): Nu de gebruiker heeft aangetoond dat in casu de schade voor hem groter is dan het gefixeerde bedrag (35% van aanneemsom) is het beding niet onredelijk bezwarend. ??

    41. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 41 Reflexwerking lijsten Beroep op exoneratieclausule waterleidingbedrijf bij waterschade op school. Rb. Arnhem 13 januari 1994, TvC 1994, pag. 360: reflexwerking van artikel 6:237 sub f. School oefent geen bedrijf uit, maakt geen winst en gaat overeenkomst aan buiten haar professionaliteit. Stilzwijgende verlenging van proefabonnement horecabonnen met vijf jaar. Ktg. Den Haag 18 feb. 1998, Prg. 1998/4961: sterke reflexwerking van 6:236 sub j BW voor horecaondernemer.

    42. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 42 Exoneratie bij stroomstoring in Bistro. Ktg. Harderwijk 11 maart 1998, Prg. 1998/5018: Geringe omvang bedrijf van bistro-exploitant is geen reden om reflexwerking aan te nemen, aangezien uitbater vrij is in de keuze van energieleverancier en niet onder druk is gezet (bijv. door colportage) te kiezen voor elektriciteit. Elke vordering wegens over- of ondermaat is uitgesloten. Hof Den Bosch, 3 november 1997, NJ 1998, 719: Geen reflexwerking van artikel 6:236 BW voor agrariër. Van een agrariër die handelt in de uitoefening van zijn bedrijf mag worden verwacht dat hij zich bij aankoop van de grond in de oppervlaktematen daarvan verdiept. De Kantonrechter te Harderwijk acht het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend omdat het een feit van algemene bekendheid is dat 100% storingvrije energielevering technisch onmogelijk is.De Kantonrechter te Harderwijk acht het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend omdat het een feit van algemene bekendheid is dat 100% storingvrije energielevering technisch onmogelijk is.

    43. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 43 Verhouding open norm tot ander toetsen Nietigheid wegens strijd met de goede zeden, art. 3:40 lid 1 BW. Vernietigbaarheid wegens strijd met dwingend recht (bijvoorbeeld consumentenkoop), art. 3:40 lid 2 BW. Vernietigbaarheid op grond van de open norm, art. 6:233 sub a BW. Buiten toepassing van beding wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 lid 2 BW.

    44. 8-5-2002 Léon Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 44 Collectieve actie Preventieve actie: 6:240 BW e.v. Omgekeerde contra proferentem regel van artikel 6:240 lid 1 BW: “Bij de beoordeling van een beding blijft de uitlegregel van artikel 238 lid 2, tweede zin, buiten toepassing.” Repressieve actie: 3:305a BW. Nieuwe overlegtermijn 14 dagen.

More Related