1 / 49

De probatiestage in perspectief 14 en 16 Okt 2014

De probatiestage in perspectief 14 en 16 Okt 2014. Gespecialiseerd HINP Claude Vannieuwenhuyse Oost-Vlaamse Politieacademie vzw Sprendonkstraat 5 · 9042 Gent Tel. 09 345 69 64 · Fax 09 342 82 09· e-mail: info@opac.be · www.opac.be. Doelstellingen.

raven-booth
Télécharger la présentation

De probatiestage in perspectief 14 en 16 Okt 2014

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De probatiestage in perspectief14 en 16 Okt 2014 Gespecialiseerd HINP Claude Vannieuwenhuyse Oost-Vlaamse Politieacademie vzwSprendonkstraat 5 · 9042 Gent Tel. 09 345 69 64 · Fax 09 342 82 09· e-mail: info@opac.be · www.opac.be

  2. Doelstellingen Door de link te leggen tussen de wereld van de opleiding en de beroepsomgeving biedt de probatiestage elk personeelslid van het basiskader : in de eerste plaats de mogelijkheid om bij het begin van zijn loopbaan op een optimale manier te worden omkaderd op basis van een welbepaald proces en zijn verworvenheden voorts te ontwikkelen op grond van de specifieke kenmerken die eigen zijn aan zijn plaats van tewerkstelling. Ten tweede biedt de stage de korpschef, de commissaris-generaal of betrokken directeur-generaal de mogelijkheid het traject van de nieuwe inspecteur zo te organiseren en te steunen, dat zijn beroepsgeschiktheid in fine kan worden geëvalueerd op basis van vooraf gedefinieerde doelstellingen en criteria.

  3. Wettelijke basis KB 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol – Mammoet) MB 28/12/2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van KB 30/03/2001 (UBPol – Dino) KB 24/04/2014 tot invoeging van een stage voor de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten MB 25/04/2014 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de stage van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten Ministeriële omzendbrief GPI 73 d.d. 14/05/2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten

  4. Wettelijke basis De stage is verplicht voor : alle personeelsleden van het basiskader die hun opleiding op óf na 1 september 2013 hebben aangevat en uiterlijk op 1 januari 2017 zullen aanvatten. Om tot de stage toegelaten te worden, moet de betrokkene de basisopleiding voor inspecteur hebben beëindigd en ervoor geslaagd zijn. De stage duurt zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. Ze vangt aan de dag van de benoeming van het personeelslid van het basiskader. Op die datum verkrijgt dit personeelslid van rechtswege de hoedanigheid van stagiair.

  5. Wettelijke basis De stage duurt: zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. 109° Promotie : 01 Nov 2014 -> 30 Apr 2015 De stage vangt aan : de dag van de benoemingvan het personeelslid van het basiskader.109° Promotie : benoeming op 01 Nov 2014 Op die datum verkrijgt dit personeelslid van rechtswegede hoedanigheidvan stagiair. 109° Promotie : Inspecteur - Stagiair

  6. Wettelijke basis De stage duurt : zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. Die stage van zes maanden kan ten hoogstemet de helft van de duur worden verlengdals: de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal, na zich bij de betrokken dienstchefs te hebben geïnformeerd, beslist ze te verlengen op basis van de verslagenover de wijze van functioneren, het samenvattend stageverslag en de eventuele opmerkingenvan de stagiair die hierop betrekking hebben; de burgemeester of het politiecollege voor de stagiairs van de lokale politie of de benoemende overheid (DSP) voor de stagiairs van de federale politie beslist ze te verlengen op basis van het adviesvan de paritairecommissie

  7. Wettelijke basis De stage duurt: zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. De afwezigheden die zich voordoen nadat de stagiair gedurende vijftien werkdagen (ononderbroken of onderbroken) afwezig is geweest, hebben de schorsing van de stage tot gevolg, zelfs indien hij gedurende deze afwezigheden in dienstactiviteit was. De stage wordt vanrechtswegeverlengdmet de tijdspannegedurende dewelke de stage werd geschorst.

  8. Wettelijke basis De stage duurt: zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. De afwezigheden die zich voordoen nadat de stagiair gedurende vijftien werkdagen (ononderbroken of onderbroken) afwezig is geweest, hebben de schorsing van de stage tot gevolg, zelfs indien hij gedurende deze afwezigheden in dienstactiviteit was. (Onder werkdag verstaat men de dag waarop het personeelslid verplicht is te werken krachtens de arbeidsregeling die hem is opgelegd (met uitzondering van zaterdagen en zondagen, behalve deze binnen continudiensten van de lokale politie van categorie 4 en 5))(Noch de jaarlijkse vakantieverloven, noch de omstandigheidsverloven en uitzonderlijke verloven wegens overmacht komen in aanmerking voor de berekening van die afwezigheidsdagen.)

  9. Wettelijke basis : Samengevat De stage is verplicht voor : alle personeelsleden van het basiskader die hun opleiding op óf na 1 september 2013 hebben aangevat en uiterlijk op 1 januari 2017 zullen aanvatten. Om tot de stage toegelaten te worden, moet de betrokkene de basisopleiding voor inspecteur hebben beëindigd en ervoor geslaagd zijn. De stage duurt zes maanden, met inbegrip van de opleidingsactiviteiten. Ze vangt aan de dag van de benoeming van het personeelslid van het basiskader. Op die datum verkrijgt dit personeelslid van rechtswege de hoedanigheid van stagiair.

  10. Start opleiding Start examens AP Start opleiding INP Start examens INP Basisopleiding - Stage Gewenningsstage ( 24 uur – 3 dagen ) + probatiestage Opleidingsstage in operationele situaties (aspirant-agent) - (80 uur – 2 weken ) Opleidingsstage in operationele situaties (aspirant-inspecteur) (240 uur – 6 weken ) KennismakingsdagMentor Promotie AP/INP Terugkomdag Mentoren Oost-Vlaamse Politieacademie vzw Continue samenwerking stagecoördinator - mentor

  11. Basisopleiding - Stage

  12. Organisatie probatiestage Evaluatie beroepsgeschiktheid Opleidingsactiviteitenmax. ¼ stageduur Beschrijvende stage Verplichte Opleidingsactiviteiten VrijeOpleidingsactiviteiten Professionele bekwaamheden Attitude

  13. Beschrijvend stagedossier Inventaris van : het samenvattend evaluatieverslag doorgestuurd door de directeur van de politieschool de verslagen over de wijze van functioneren het samenvattend stageverslag in voorkomend geval, de opmerkingen van de stagiair bij de voornoemde verslagen de beslissing van de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal en, in voorkomend geval, het advies van de paritaire commissie en de beslissing van de burgemeester of het politiecollege voor de stagiairs van de lokale politie of de benoemende overheid (DSP) voor de stagiairs van de federale politie alsmede alle stavingsstukken. Dit stagedossier zal worden geklasseerd in het persoonlijk dossier van de betrokkene overeenkomstig bijlage 1 van de UBPol – ST7 (map 2).

  14. De probatiestage in perspectief Actoren in de probatiestage Gespecialiseerd HINP Claude Vannieuwenhuyse Oost-Vlaamse Politieacademie vzwSprendonkstraat 5 · 9042 Gent Tel. 09 345 69 64 · Fax 09 342 82 09· e-mail: info@opac.be · www.opac.be

  15. Actoren in de probatiestage

  16. Stagedossier Wanneer tijdens de stage de dienst / zone waar de inspecteur werkt, wijzigt, wordt zijn dossier met de voorziene formulieren overgemaakt aan de nieuwedienst / zone opdat de voorziene procedure voor deze stage kan verdergezet worden door de nieuwe eenheid. Indien de stagiair zijn stage doorloopt binnen de algemene reserve, worden de stageleider en de mentor(en) aangeduid binnen de federale politie; deze zijn verantwoordelijk voor het begeleiden en evalueren van de stagiair. Indien de stagiair wordt gedetacheerd, wordt hij ondersteund door een mentor aangewezen op de werkplaats. Deze laatste verzekert de begeleiding van de stagiair en overlegt regelmatig met de mentor(en) officieel aangewezen op het federaal niveau. Het/de stagerapport(en) en het samenvattend stageverslag worden opgesteld door de officiële mentor(en).

  17. Actoren in de probatiestage

  18. OPAC De directeurvan de politieschoolzendt aan de stageleidereen samenvattend evaluatieverslagaangaande de gehele opleiding van de stagiair dat, in voorkomend geval, verschillende punten bevat waaraan bijzondere aandacht moet worden besteed gedurende de stage. de cijfersvan het dagelijksewerkvan de stagiair (basisopleiding agent van politie en inspecteur) het eindresultaat (basisopleiding agent van politie en inspecteur) het evaluatieverslagvan het professionelefunctioneren(De school wordt verzocht de verschillende verbeterpunten waaraan tijdens de stage bijzondere aandacht moet worden besteed in dit evaluatieverslag over de wijze van functioneren op te nemen in de rubriek ‘potentieel’). indien nodig worden deze aangevuld met bijkomendenuttigeinformatie.

  19. Actoren in de probatiestage

  20. Korpschef – CG/DG De korpschef, de commissaris-generaalof de betrokken directeur-generaalis verantwoordelijkvoor de organisatievan de stage. Bij aanvangvan de stage: duidt hij de stageleider en de mentor(en)aan onder de personeelsleden die aan de geschiktheidscriteria voldoen en bepaalt hij op basis van de algemene basisprincipes en, eventueel in samenwerking met de stageleider, de opleidingsactiviteiten die de stagiair moet volgen.

  21. Korpschef – CG/DG De korpschef, de commissaris-generaalof de betrokken directeur-generaalis verantwoordelijkvoor de organisatievan de stage. Na de stage: beslisthij op basis van de verschillende verslagen en na de nodige informatie te hebben ingewonnen bij de betrokken dienstchefs of de stagiair met goed gevolg de stage heeft volbracht, of de stage wordt verlengd of stelt hij voor de stagiair te ontslaan of in sommige gevallen wegens beroepsongeschiktheid te herplaatsen in zijn oorspronkelijke kader hoorthij, op diens verzoek, de stagiair, alvorensde beslissingte nemen de stage te verlengen brengthij ofwel de burgemeester of het politiecollege ofwel de benoemende overheid (DSP) van deze beslissing op dehoogte informeerthij de paritaire commissie.

  22. Samengevat : Korpschef – CG/DG Aanduiden stageleider Aanduiden mentoren Bepalen opleidingsactiviteiten (eventueel i.s.m. stageleider) Beslissing inzake stage : Goed gevolg Verlenging (hoorrecht betrokken stagiair) Ontslag/herplaatsing in oorspronkelijk kader Kennisgeving aan burgemeester/politiecollege/DSP Informeren van paritaire commissie

  23. Actoren in de probatiestage

  24. Stageleider De stage verloopt onder de leiding van de officierof de hoofdinspecteur of het lid van het administratief en logistiek kader van niveau A, aangewezendoor de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal, hierna ‘stageleider’ genoemd.

  25. Stageleider De stage verloopt onder de leiding van de ‘stageleider’ als laatste functioneringsevaluatie geen evaluatie met eindvermelding ‘onvoldoende’ hebben opgelopen zich in een administratievestand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering of baremische loopbaan kan doengelden een anciënniteit bezitten in het officierskader, het middenkader of het niveau A van ten minste vijf jaar een ervaring van ten minste één jaar hebben binnen het betrokken lokale politiekorps of de betrokken algemene directie van de federale politie (die wordt berekend overeenkomstig de artikelen 5 tot 7 van het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten)

  26. Stageleider De stage verloopt onder de leiding van de ‘stageleider’ De stageleiderof mentor die : op ononderbrokenwijzegedurende meerdan éénmaandafwezigis of die een verlofbekomt bedoeld in verschillende artikelen van de RPPol voor zover het bedoelde verlof 50%ofmeerbedraagt van een voltijdse prestatie wordtvervangen.

  27. Stageleider De stage verloopt onder de leiding van de ‘stageleider’ Contacfuntie contacten met de politieschool ontvangen van het samenvattend evaluatieverslag van de school Coördinatiefunctie toezicht deelname aan de vastgelegde opleidingsactiviteiten kennisname van de verslagen over de wijze van functioneren Informatie- en evaluatiefunctie opstellen van het samenvattend stageverslag (i.s.m mentor) overmaken van de verslagen over de wijze van functioneren, het samenvattend stageverslag en de eventuele opmerkingen van de stagiair aan de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal

  28. Stageleider De stage verloopt onder de leiding van de ‘stageleider’Zijn wettelijk vastgelegde rol is de volgende: VÓÓR Hij ontvangt het samenvattend evaluatieverslag van de school TIJDENS Hij ziet erop toe dat de stagiair aan de vastgelegde opleidingsactiviteiten deelneemt Hij neemtkennis van de verslagen over de wijze van functioneren Hij steltsamen met de mentor(en) het samenvattendstageverslag op NA Hij bezorgt de verslagen over de wijze van functioneren, het samenvattend stageverslag en de eventuele opmerkingen van de stagiair aan de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal.

  29. Actoren in de probatiestage

  30. Mentor Iedere stagiair wordt begeleiddoor éénof meerdere politieambtenarenvan zijn korpswat de lokale politie betreft ofvan het commissariaat-generaal of de algemene directie waarvan hij deel uitmaakt wat de federale politie betreft, hierna ‘mentor’ genoemd. De mentor heeft ten minstedezelfdegraad als de stagiair, is niet de stageleider en wordt aangewezendoor de korpschef, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal onder de personeelsleden van het operationeelkaderdie voldoen aan de geschiktheidscriteria.

  31. Mentor Iedere stagiair wordt begeleiddoor een ‘mentor’ als laatstefunctioneringsevaluatie geenevaluatie met eindvermelding ‘onvoldoende’ hebben opgelopen zich in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering of baremische loopbaan kan doen gelden een graadanciënniteit bezitten van ten minste vierjaar een ervaring van ten minste twee jaarhebben binnen het betrokken lokale politiekorpsof de betrokken algemene directievan de federale politie (die wordt berekend overeenkomstig de artikelen 5 tot 7 van het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten) houderzijn van het brevetvan mentor

  32. Mentor Iedere stagiair wordt begeleiddoor een ‘mentor’ De stageleiderof mentordie : op ononderbrokenwijzegedurende meerdan éénmaandafwezigis of die een verlofbekomt bedoeld in verschillende artikelen van de RPPol voor zover het bedoelde verlof 50%ofmeerbedraagt van een voltijdse prestatie wordtvervangen.

  33. Mentor Iedere stagiair wordt begeleiddoor een ‘mentor’ Een mentormag ten hoogstedriestagiairstezelfdertijdbegeleiden. Niettemin kan de korpschef of, naargelang van het geval, de commissaris-generaal of de door hem aangewezen directeur-generaal dit aantal, in overleg met de mentor, om organisatorischeredenenverhogen.

  34. Mentor Iedere stagiair wordt begeleiddoor een ‘mentor’ Deze begeleidingomvat verscheidene wettelijk vastgelegde taken: het samenvattendevaluatieverslagvanwege de politieschool besprekenen samen met de stagiair bij de aanvang van de stage doelstellingenén vereiste attitudevastleggen na de stagiair te hebben gehoord een verslagover de wijze van functionerenopstellen (tegen ten laatste het einde van de derde maand van de stage) het overmakenvan elk functioneringsverslag aan de stageleider; na de stagiair te hebben gehoord samenmet de stageleiderhet samenvattendstageverslagopstellenbinnen de 30 dagen na het einde van de stage. Naast de wettelijke takenbestaat de kernopdrachtvan de mentor uit de begeleidingen de steunvan de stagiairin zijn ontwikkeling.

  35. Actoren in de probatiestage

  36. Collega’s Indiennoodzakelijkof opportuunkande mentor de begeleiding van de stagiaire tijdelijkoverdragenaan een collegadie in het betrokken domein werkzaam is. Zo zijn alle collega’s betrokken bij de stage van de inspecteur. De aangewezen mentor blijft echter de enige verantwoordelijke voor de follow-up van die begeleiding.

  37. Actoren in de probatiestage

  38. Stagiair De stagiair bespreekt met de mentor het samenvattend evaluatieverslag opgesteld door de politieschool neemtkennis van elk verslag over de wijze van functioneren en van het samenvattend stageverslag (waaraan hij eventueel zijn opmerkingen toevoegt) en is daarnaast verantwoordelijk voor zijn leerproces tijdens de stage, onder meer door aan de vastgelegde opleidingsactiviteiten deel te nemen. Het wordt aangeraden dat hij vanaf het begin van zijn stage stavingstukken voor zijn ontwikkeling bewaart, dit voor de verwerving van de verschillende competenties in het kader van het professioneel functioneren en van de verwezenlijking van de doelstellingen die bij het begin van de stage zijn vastgelegd. Daartoe wordt hij gestimuleerd een stageportfolio bij te houden.

  39. Actoren in de probatiestage Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  40. De probatiestage in perspectief Procedure in de probatiestage Gespecialiseerd HINP Claude Vannieuwenhuyse Oost-Vlaamse Politieacademie vzwSprendonkstraat 5 · 9042 Gent Tel. 09 345 69 64 · Fax 09 342 82 09· e-mail: info@opac.be · www.opac.be

  41. Opvolging- Samengevat Binnen de 30 dagen na einde stage X + 6 maanden + 30 dagen Ten laatste op einde van maand drie X + 3 maanden Einde probatiestageX + 6 maanden Start probatiestageX Overmaken samenvattend evaluatieverslag door OPAC aan stageleider Voorafgaande zelfevaluatie door de aspirant is wenselijk Mentor stelt samen met de stageleider na stagiair te hebben gehoord een samenvattend verslag over de wijze van functioneren op m.o.o. gemotiveerd voorstel Mentor heeft een gesprek met stagiair over de wijze van functioneren op Mentor stelt binnen de tien dagen een verslag over de wijze van functioneren op (t.a.v. stageleider) Bespreking samenvattend evaluatieverslag (school) tussen mentor en stagiair “Wat goed is handhaven, wat anders kan/moet laten aanpassen Vastleggen stagedoelstellingen en toelichten vereiste attitude Eventuele repliek binnen de zeven dagen door stagiair Eventuele repliek binnen de zeven dagen door stagiair na gesprek Eventuele repliek binnen de zeven dagen door stagiair na kennisgeving

  42. Opvolging- Samengevat Binnen de 30 dagen na einde stage X + 6 maanden + 30 dagen Einde probatiestageX + 6 maanden Mentor stelt samen met de stageleider na stagiair te hebben gehoord een samenvattend verslag over de wijze van functioneren op m.o.o. gemotiveerd voorstel Overmaken van verslagen over wijze van functioneren samenvattend stageverslag en eventuele opmerkingen door stageleider aan korpschef – CG/DG Goed gevolg stage volbracht Verlenging Ontslag/herplaatsing oorspronkelijke graad Overmaken beslissing aan burgemeester/politiecollege of DSP Eventuele repliek binnen de zeven dagen door stagiair na gesprek Evaluatieprocedure Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  43. Organisatie probatiestage Evaluatie beroepsgeschiktheid Opleidingsactiviteitenmax. ¼ stageduur Verplichte Opleidingsactiviteiten VrijeOpleidingsactiviteiten Professionele bekwaamheden Attitude Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  44. Verplichte opleidingsactiviteiten Ter integratie in het bredere politielandschap Situeren Beschrijven Ter integratie in de eigen functie Bespreken vereisten en doelstellingen verbonden aan de functie Bespreken en opvolgen van een evolutieplan Toelichten en correct implementeren van richtlijnen en databanken Herhalen juridisch kader en rechtspositie Beschrijven taken stageleider en mentor Extra wat de lokale politie betreft Verstrekken en toelichten van alle nuttige informatie ivm gespecialiseerde diensten, lokale politieverordeningen en aanvullende verkeersreglementen

  45. Organisatie probatiestage Evaluatie beroepsgeschiktheid Opleidingsactiviteitenmax. ¼ stageduur Verplichte Opleidingsactiviteiten VrijeOpleidingsactiviteiten Professionele bekwaamheden Attitude Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  46. Organisatie probatiestage Evaluatie beroepsgeschiktheid Opleidingsactiviteitenmax. ¼ stageduur Verplichte Opleidingsactiviteiten VrijeOpleidingsactiviteiten Professionele bekwaamheden Attitude Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  47. Evaluatie van de stage Bij de start van de probatiestage Bespreking samenvattend verslag Vastleggen doelstellingen Tussentijds functioneringsverslag Samenvattend stageverslagOpgelet : !!! Tweejaarlijkse evaluatieprocedure in kader van loopbaan start pas na afloop probatiestage !!!

  48. Do’s en Don’ts Vragen ?? Oost-Vlaamse Politieacademie vzw

  49. Úw docent :Úw stagecoördinator : Gesp. HINP Claude Vannieuwenhuyse09/ 326 75 18claude.vannieuwenhuyse@OPAC.be Bedankt voor uw aandacht ! Oost-Vlaamse Politieacademie vzwSprendonkstraat 5 · 9042 GentTel. 09 345 69 64 · Fax 09 342 82 09· e-mail: info@opac.be · www.opac.be

More Related