1 / 31

De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg

De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg. Hoofdspeler of bijwagen? C.C.D. van der Rijt. Toegenomen aandacht voor palliatieve zorg. Veranderde rol van patiënten Belang dat zorgverleners hechten aan de autonomie van patiënten

taini
Télécharger la présentation

De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg Hoofdspeler of bijwagen? C.C.D. van der Rijt

  2. Toegenomen aandacht voor palliatieve zorg • Veranderde rol van patiënten • Belang dat zorgverleners hechten aan de autonomie van patiënten • Aandacht voor kwaliteit van leven in de hedendaagse gezondheidswetenschappen • Demografische ontwikkelingen

  3. Demografische achtergrond 1997 totaal aantal overledenen: 145.000 met terminale fase: 55.000 met kanker: 37.000 65% thuis en hospice 28% ziekenhuis 6% verpleeg-/verzorgingshuis

  4. Demografische achtergrond Schatting 2015: totaal aantal overledenen met terminale fase: 66.000 stijging van 20%

  5. Zorgbehoeften terminale patiënten en naastenNIVEL • Goede en beschikbare professionele hulp • Heldere informatie • Begeleiding rond beslissingen rond het levenseinde • Zorg zo veel mogelijk thuis • Continuïteit en flexibiliteit in de organisatie van de zorg

  6. 6 COPZen PIH Kennisontwikkeling Kennisverspreiding Structuuraanpassing Integratie hospices Stimuleringsprogramma Palliatieve ZorgVWS

  7. COPZen • Onderzoek: epidemiologisch, ethisch, inhoudelijk, in relatie tot structuuraanpassing • Onderwijsprogramma’s • Structuuraanpassing: consultatie, ondersteuning netwerkvorming

  8. Consultatie • 20 verschillende teams • meerderheid multidisciplinair • regionaal vs lokaal

  9. Consultvragentelefonisch %

  10. Consultvragerstelefonisch

  11. Doelen netwerkvorming • Afstemming zorgaanbod-zorgbehoefte • Opzet nieuwe zorgprodukten • Uitwisseling van kennis en ervaring • Gemeenschappelijke scholing • Continuïteit van zorg

  12. Model van een netwerk thuis ziekenhuis hospice verzorgingshuis verpleeghuis

  13. Wat kun je regelen in een netwerk? • Casuïstiekbesprekingen • Consultatie • Beschikbaarheid van bedden voor kort-durend palliatief-terminale zorg • (Electronische) communicatie • Inzet thuiszorgtechnologie

  14. Standpunt VWSUitgangspunten • Generalistische insteek • Stimulering samenhang en samenwerking binnen de reguliere zorg • Ondersteuning van de reguliere zorg

  15. Standpunt VWSOrganisatie • Netwerkvorming op lokaal/regionaal niveau • Consultatie regionaal. Mogelijk naast de lokaal georganiseerde consultatie • Ondersteuning regionaal georganiseerd via de IKC’s • Landelijke marktplaats

  16. Samenwerking VIKC-COPZenKwaliteitsbeleid Organisatie van de zorg Consultatie Richtlijnvorming

  17. De internist-oncoloog

  18. Raamplan Interne Geneeskunde2002 Taakafbakening: • De internist als coördinator in het ziekenhuis • De internist als consulent • De internist en de huisarts

  19. Raamplan Interne Geneeskunde2002Medische oncologie Palliatieve zorg: • Pathofysiologie • Klinische presentatie • Diagnostiek • Therapie • Preventie • Begeleiding

  20. Wat maakt palliatieve zorg complex? • Naderende dood • Multi-problematiek • Multi-dimensionaliteit • Multi-disciplinaire benadering • Fluctuerend, moeilijk voorspelbaar ziektebeloop

  21. Symptom prevalence in palliative care Donnelly et al, 1995

  22. Symptom prevalence in palliative care Walsh 2000 % Vaino 1996 % n=1000 n=1640 pain 84 pain 57 fatigue 69 weakness 51 weakness 66 weight loss 39 anorexia 66 anorexia 30 lack of energy 61 constipation 23

  23. Medicatie Geloof Lichamelijke factoren symptoom Angst Stemming Eerdere ervaringen Omgeving Vermoeidheid

  24. Behandeling Causaal Symptomatisch Multi-dimensioneel Anticiperend

  25. Conclusie Inhoudelijk internist-oncoloog goed uitgerust voor palliatieve zorg

  26. Ervaring met transmurale zorg o.a. • Thuiszorgtechnologie • Vervroegd ontslag uit het ziekenhuis • Diabeteszorg • Electronische communicatie

  27. Knelpunten bij zorgaanbieders • Informatie-overdracht tussen de zorgplekken • Het herkennen van potentiële problematiek • Bereidheid tot het vragen van ondersteuning • Wachtlijsten

  28. Uitdaging voor de internist-oncoloog in de praktijk Richting eerste lijn Intramuraal Heldere communicatie Nadrukkelijke aandacht voor palliatieve zorg Anticiperende adviezen

  29. Specifieke rol in depalliatieve zorg Consultatie Richtlijnvorming Casuïstiekbesprekingen

  30. Actieve rol in de netwerkvorming? • Kanker de belangrijkste diagnose in de palliatieve zorg • Internist-oncoloog best bekend met ziekte-beloop en mogelijkheden • Voldoende inhoudelijk toegerust

  31. Actieve rol in de netwerkvorming? JA Medeverantwoordelijkheid in het verspreiden van kennis en bieden van continuïteit van zorg

More Related