1 / 40

Informatie binnen de onderneming.

Informatie binnen de onderneming. de WHAT?-kolom. Enterprise Architectuur: Zachman. What. How. Where. Who. When. Why. 1. Contextual/ Scope. 2. Conceptual/ Enterprise. 3. Logical/ IS Functionality. 4. Physical/ Design. 5. As Built/ Subcontractor. 6. Functioning/ Code.

torn
Télécharger la présentation

Informatie binnen de onderneming.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Informatie binnen de onderneming. de WHAT?-kolom

  2. Enterprise Architectuur: Zachman What How Where Who When Why 1 Contextual/ Scope 2 Conceptual/ Enterprise 3 Logical/ IS Functionality 4 Physical/ Design 5 As Built/ Subcontractor 6 Functioning/ Code Entity Relationship Entity Input Process Output Node Line Node Organization Reporting Organization Event Cycle Event Objective Precedent Objective

  3. WHAT ? -kolom • Information-view • Wat is informatie ? • Data versus informatie • Soorten informatie • Hoe zorg ik ervoor dat investeringen in IT renderen ? • geïntegreerde gegevens • kwaliteit van informatie • Waarde van informatie

  4. Eigenschappen van Management Informatie • Data scope: bereik/afbakening van de verzameling geg. die gebruikt worden om informatie te extraheren • Time span: periode gedekt door gegevens. • Niveau van detail: graad van detail vs niveau van aggregatie • Bron: intern vs. extern • Interne gegevens: verzameld binnen de onderneming • Externe gegevens: verzameld mbv externe bronnen (media, newsletters, overheid, Internet, …) • Structuur • gestructureerde gegevens: cijfers en feiten, op gestructureerde wijze opgeslagen en gemakkelijk te doorzoeken • ongestructureerde gegevens: zoals in vergaderingen, documenten, gesprekken, presentaties, etc.

  5. Information at Managerial Levels LEVEL OF DETAIL DATASCOPE TIMESPAN DEGREE OFSTRUCTURE SOURCE STRATEGIC langetermijn geaggregeerdsamengevat grotendeels extern wijd ongestructureerd TACTICAL OPERATIONAL gedetailleerd onmiddelijk smal intern gestructureerd

  6. Gegevens versus Informatie • Gegevens: ruwe geöbserveerde feiten van gebeurtenissen zoals bedrijfstransacties • Informatie: verwerkte gegevens die bruikbaar zijn voor besluitvorming Gegevens Informatie 331 Zeep 1.29 863 Koffie 4.69 173 Melk 79 331 Zeep 1.29 663 Ham 3.29 524 Mosterd 1.49 113 Bier .85 … Verkoop Regio: Noord westen Winkel: Winkel #122 Item No.BeschrijvingItems verkocht Omzet 331 Zeep 7156 8976

  7. Gegevens versus Informatie • Gegevens • Datum van vandaag, bezoek van een website, observaties van een productielijn • Informatie • Bank uitreksel, verkoopsvoorspelling, grafieken met trends van website gebruik

  8. Soorten informatie • Harde versus zachte informatie • Harde informatie: kwantitatief, objectief, verifieerbaar, vb. deze student(e) behaalde 75%. • Zachte informatie: kwalitatief, subjectief, moeilijker te verifiëren, vb. deze student(e) heeft een vlotte pen, "Cultuur“, … • Interne versus Externe informatie • Interne informatie: bestaat binnen het bedrijf • Externe informatie: wordt extern aangekocht • Meta-informatie • Gegevens omtrent gegevens kunnen betrekking hebben op het formaat van de gegevens, op het waardenbereik, op de eigenaar van de gegevens, enzovoort • Operationele/tactische/strategische informatie (cf. infra)

  9. Voorbeeld meta-informatie • Het gegeven ‘prodnr’, gegevens omtrent dit gegeven zijn: • het feit dat prodnr numeriek is; • het feit dat de waarden voor prodnr moeten liggen tussen 1 en 9999; • het feit dat de instantie die prodnrs toekent de productie-afdeling is; • enzovoort.

  10. Meta-informatie in XML <?xml version="1.0"?> </Book> <Title>My Life and Times</Title> <Author>Paul McCartney</Author> <Date>1998</Date> <ISBN>1-56592-235-2</ISBN> <Publisher>McMillin Publishing</Publisher> </Book> Metadata: tags Data: content

  11. WHAT ? -kolom • Information-view • Wat is informatie ? • Data versus informatie • Soorten informatie • Hoe zorg ik ervoor dat investeringen in IT renderen ? • geïntegreerde gegevens • kwaliteit van informatie • Waarde van informatie

  12. Integratie van Gegevens

  13. Integratie van gegevens • vermijden van reduntantie • Efficientie • geen dubbele opslag • éénmalige update • Consistentie • single source – geen discrepanties • igv fouten: welke bron is juist ?

  14. Kwaliteit van Informatie • Kwaliteitsvolle informatie is sleutelvereiste voor kwaliteitsvolle procesuitvoering • Gigo: garbage in, garbage out • Kwaliteitscriteria • Juistheid • Nauwkeurigheid • Selectiviteit • Tijdigheid • Relevant • Aangepast aan kennisniveau • Veiligheid

  15. Effect Kost Juistheid Juistheid Juistheid van informatie • Hoe kan juistheid worden gemeten? • percentage van juiste berichten berekend op het geheel van de verstrekte berichten • gemiddelde afwijking tussen bericht en werkelijkheid • Percentage van outliers (bv. Leeftijd=324 jaar)

  16. Oorzaken van onjuiste informatie • Onjuiste invoer • Tikfouten (Baessens) • Niet-invoer van gegevens • Captatie-probleem • Inconsistente duplicate invoer van informatie • Telefonisch en via Internet • Registreer gegevens aan de bron (bv. KULoket) • Data transformaties • Samenvoegen verkoopscijfers in dollar en Euro • Onjuist gebruik van gegevens • Toegang door niet geauthoriseerde gebruikers • Interferenties in juist gebruik die foutieve gegevens doen ontstaan • Concurrency control problemen

  17. Interferentie tussen lezen en schrijven

  18. Vermijden van onjuiste informatie • Het gebruik van validatie-regels voor het vastleggen van de syntax van de gegevens • HoevInVoorraad: • Geheel getal • Positief • Bovengrens ? • Gewicht (Persoon) • Syntax: getal > 0, < 500 • Semantiek: in combinatie met leeftijd range van mogelijke waarden verfijnen • Het vastleggen van de relaties tussen de verschillende data items in een gegevens model (bv. ER model) • Business rules • Specificiëren gebruikerstoegang • Zie hoofdstuk ER modellering en het relationele model!

  19. Voorbeeld data model

  20. Nauwkeurigheid • Nauwkeurigheid is iets anders dan juistheid. • een boodschap kan juist zijn, maar onnauwkeurig • een boodschap kan onjuist zijn, maar nauwkeurig • Nauwkeurigheid = graad van precisie van de gegevens • De toegelaten onnauwkeurigheid moet klein zijn in vergelijking tot de grootte van de eventuele storing die hieruit kan volgen.

  21. Afdwingen van nauwkeurigheid • Gebruik van datatypes • numerieke datatypes • SMALLINT = geheel getal tussen -32767 en +32676 • DECIMAL (p,s) = een kommagetal van p cijfers waarvan s na de komma • alfanumerieke datatypes • CHAR (n) = een woord van max n willekeurige tekens • tijds datatypes • DATE = een uit 3 delen opgebouwde waarde met jaar, maand en dag

  22. Besturingseffect van nauwkeurigheid Effect Nauwkeurigheid

  23. Selectiviteit van informatie • detailgraad • uitzonderingsgraad • graad van relevantie

  24. Detailgraad • Heeft betrekking op de mate van detail van het object waarover wordt geïnformeerd. • Bv: individuele klant <-> klantengroep • Detailgraad van de informatie moet zijn aangepast aan het niveau van leidinggeven. minder detail niveaus van leidinggeven meer detail

  25. Detailgraad van informatie • Voorbeeld van multidimensionele data: • Verkoopsgegevens per regio (Noord, West, Oost, Zuid), per seizoen, per product (A, B, C, D) • Aggregeren (rollup) • Verkoopscijfers van alle producten over alle seizoenen in regio Noord • <==>Drill-down • Slicing • Verkoopscijfers van product A over alle regio’s en gedurende alle seizoenen • Dicing • Verkoopcijfers van product A en B, in regio Noord en West, gedurende zomer en winter

  26. Uitzonderingsgraad • mate waarin de informatie enkel de toestand rapporteert van informatie-objecten waarvan de waarde vooropgestelde boven- of ondergrenzen heeft overschreden. • Meten: • het percentage van de informatie-objecten waaromtrent informatie wordt verschaft. • Hoe: • opzetten van een informatiesysteem gebaseerd op het principe van exceptierapportering • Management by Exception

  27. Graad van relevantie │D│ D= Documenten R = Relevante docs A = Antwoord (= gekregen docs) │A│ │R│ • Sommige antwoorden zijn relevant. Een deel van de relevante informatie werd verkregen • Alle antwoorden zijn relevant, maar niet alle relevante informatie werd verkregen • Niet alle antwoorden zijn relevant, maar alle relevante informatie werd verkregen • Niets van wat je kreeg is relevant

  28. │Ra│ │R│ │Ra│ │A│ Graad van relevantie │D│ │R│ │A│ ‘recall’ = │Ra│ ‘precision’ =

  29. Graad van relevantie: voorbeeld • Gegeven een query q, waarbij de relevante documenten zijn: d3, d12, d15, d21, d22. Zoekrobot Hoehel geeft de volgende documenten als antwoord: d5, d3, d21, d36, d30, d45, d80, d28, d23, d12 • Precision= 3/10 • Recall= 3/5

  30. Tijdigheid van informatie Informatie moet tijdig worden verschaft. De waarde van informatie is aan tijd gebonden. Dit wil niet zeggen dat informatie altijd zo snel mogelijk beschikbaar moet zijn. Overigens: hoe sneller de beschikbaarstelling, hoe duurder de (aanmaak van) informatie.

  31. Tijdigheid van informatie • informatie-vertraging • tijd die verloopt tussen het ogenblik waarop de informatie betrekking heeft en het ogenblik waarop de informatie de bestuurder bereikt. • Op 1 maart winst van afgelopen kalenderjaar meedelen • informatie-interval • tijd die verloopt tussen twee mededelingen van informatie omtrent een bepaald ‘object’. • Jaarlijkse rapportering van het bedrijfsresultaat • informatie-periode • tijdsperiode waarover informatie wordt verstrekt. • Bedrijfsresultaten berekenen over een periode van 3 of 6 maand • informatie-interval kan korter zijn informatieperiode • om de maand semesterresultaten rapporteren

  32. Tijdigheid van informatie Voorraad Verkoop best. eff. best. eff. best. eff. Info. vertraging. Info. interval periode Info. interval periode Kans op het rapporteren van incidentele verstoringen wat kan leiden tot oversturing Verlaging informatie-interval leidttot lagere veiligheidsvoorraad

  33. Beveiliging • vertrouwelijkheid • houdt in dat enkel die personen toegang mogen hebben tot informatie die daartoe bevoegd zijn. • authenticiteit • houdt in dat zekerheid wordt verkregen over de afzender van de informatie. • identificatie van de afzender; • (probleem: het aannemen van een valse identiteit) • verificatie van de identiteit door de ontvanger. • (probleem: het ontkennen van het versturen van berichten)

  34. Ter afsluiting: kwaliteit van informatie • “According to a global management study by PWC, 75% of companies surveyed admitted that defective data impacted them financially. And 33% were forced to delay or scrap new systems. Once company reported that data problems had caused it an £4.4m loss in one year alone”. • “Gartner group says data quality is a serious problem that is imperiling business initiatives, future growth and long-term survival. It has found that more than a quarter of critical data in Fortune 1000 businesses will continue to be inaccurate or incomplete until 2007.”

  35. Waarde van Informatie • Een bank moet beslissen om een lening toe te kennen aan een klant. Het ontleende bedrag is 50.000 Euro aan een interest van 12%. • Als de lening toegekend wordt, weet de bank op basis van historische analyses dat er een 4% kans bestaat dat de klant niet terugbetaalt en dus een wanbetaler wordt. • Als de lening geweigerd wordt, kan het bedrag geïnvesteerd worden in een overheidsobligatie met een return van 6%, met andere woorden 3000 Euro per jaar. • Moet de bank de lening toekennen of niet?

  36. Beslissingsbomen • Veel gebruikte techniek in beslissingsanalyse • Twee types knooppunten: • Decision nodes: beslissingsnemer neemt een beslissing, wordt voorgesteld door een rechthoek • Chance event node: state of nature, wordt voorgesteld door een cirkel

  37. B Waarde van informatie Goede betaler 0.96 £6000 Aanvaard A -£50000 Slechte betaler 0.04 Weiger £3000 Verwachte winst bij aanvaarden is: 0.96*6000+0.04*(-50000)=3670 Aanvaard de klant en ken de lening toe!

  38. Waarde van informatie • Veronderstel dat de bank kan gebruiken maken van data van een kredietbureau (vb. CKP, Experian, Equifax, Bureau van Dijck, …) • Kredietbureaus verzamelen informatie betreffende het terugbetalingsgedrag van klanten over banken heen • Stel dat de bank 500 Euro moet betalen voor de informatie van het kredietbureau. De bank kan daarna nog beslissen de aanbeveling van het bureau te volgen of niet. • Op basis van historische data weet de bank: • 80% van de aanbevelingen van het bureau waren positief en 20% negatief • Van de positieve aanbevelingen bleken 98.75% goede klanten en 1.25% slechte klanten • Van de negatieve aanbevelingen bleken 85% goede klanten en 15% slechte klanten • Is het voordelig voor de bank om het kredietbureau in te schakelen en wat is de waarde van de informatie?

  39. Waarde van informatie Goede klant 0.9875 5500 4799 Zonder bureau A 3760 Aanvaard Slechte klant 0.0125 -50500 4799 Met bureau C Weiger 2500 4340 positief 0.8 5500 Goede klant 0.85 B negatief 0.2 2500 -2900 D Aanvaard Slechte klant 0.15 -50500 Weiger 2500 • Doordat 4340 > 3760 is het economisch verantwoord om het kredietbureau te raadplegen • De waarde van de informatie is 4840-c (c is de kostprijs van de informatie) • Informatie is waardevol als 4840-c >3760 waarde van informatie is c < 1080 Euro

More Related