1 / 64

Hoofdstuk 6: De onderneming als organisatie

Economie, een Inleiding. Hoofdstuk 6: De onderneming als organisatie. De onderneming als organisatie. Doel van onderneming Winstmaximalisatie Beperkingen Technologisch (inputs) Marktomgeving. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel. Waarom zijn er ondernemingen?

zaria
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 6: De onderneming als organisatie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Economie, een Inleiding Hoofdstuk 6:De onderneming als organisatie

  2. De onderneming als organisatie • Doel van onderneming • Winstmaximalisatie • Beperkingen • Technologisch (inputs) • Marktomgeving

  3. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  4. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? 1. De omvang en organisatie van ondernemingen 2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  5. 1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Kleine en middelgrote ondernemingen ‘KMO’s’ (versus grote ondernemingen) • Criteria: • Aantal werknemers kleiner dan 250 • Jaaromzet lager dan €50 miljoen • Of jaarlijks balanstotaal lager dan €43 miljoen

  6. 1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Overwicht van kleine ondernemingen • 68% der ondernemingen hebben minder dan 5 werk-nemers • 97% der ondernemingen hebben minder dan 50 werknemers • Bedrijven met meer dan 500 werknemers maken maar 0,2% der ondernemingen uit, maar zorgen wel voor 43% van de arbeidsplaatsen

  7. 1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Meeste multinationale ondernemingen • zijn grote bedrijven • hebben productievestigingen over verscheidene landen • Rangschikking volgens zakenkrant Financial Times

  8. 1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Eenmanszaak • Ondernemer = eigenaar = bedrijfsleider • Vermogen eigenaar niet gescheiden • Alternatief: eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid (ebvba) • Grotere onderneming • Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) • Beperkt aantal vennoten • Vennoten bezitten aandelen(op naam): bewijzen voor aandeel in totale vermogen van onderneming • Persoonlijk vermogen: afgescheiden

  9. 1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Nog grotere onderneming • Naamloze vennootschap (nv) • Groot aantal vennoten mogelijk • Aandelen niet langer op naam maar overdraagbaar aan anderen • Hoogste instantie: algemene vergadering • Alle vennoten • Minstens eenmaal per jaar • Goedkeuren van resultatenrekening en bestemming van winst • Beleid in praktijk: raad van bestuur • Grote aandeelhouders • Dagelijks bestuur: directie of management

  10. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? 1. De omvang en organisatie van ondernemingen 2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  11. 1.2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • Ondernemingen vaak groot en complex • Drie soorten leden • Werknemers • Managers • Eigenaars • Waarom wordt productie niet georganiseerd door middel van markttransacties tussen individuen? • Coase: complexe en omvangrijke organisaties hebben belangrijk voordeel • Transactiekosten (onderhandelingskosten) lopen niet zo hoog op

  12. 1.2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • Organisaties ontstaan wanneer • Interne organisatievan de transactie minder kostelijk is dan de externe organisatievia de markt • Externe organisatie: bij elke nieuwe situatie moet worden heronderhandeld tussen beide marktpartijen • Interne organisatie: één partij draagt soevereiniteit over aan andere partij • Make or buybeslissing • Make: intern • Buy: extern: outsourcing

  13. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  14. 2.1. Economische winsten • Winst = totale opbrengsten – totale kosten • Totale opbrengsten: opbrengsten uit verkochte output • Totale kosten: • Arbeid • Kapitaal • Energie • Materiaal • Opmerking: economische kost = opportuniteitskost = waarde van die input in beste alternatieve aanwending. Dit zijn ook economische kosten: • Gederfd salaris • Gederfde huur van gebruikt gebouw

  15. 2.1. Economische winsten • Economische winst ≠ boekhoudkundige winst

  16. 2.1. Economische winsten • We houden dus rekening met • Economische kost • In plaats van historische kost • Voorbeeld: • Koffiebrander: contract om koffiebonen te kopen aan €5 per kilo • Echter: prijs koffiebonen op wereldmarkt daalt tot €4 per kilo • Outputbeslissing? • Op basis van €4 • Want aan deze prijs kan hij de koffiebonen weer verkopen • Historische kost van €5 niet relevant

  17. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  18. 2.2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties • Opdeling: • Hoofdstuk 6: hoeveel produceren • Hoofdstuk 7:hoe produceren

  19. 2.2.1. Totale ontvangsten • Totale ontvangstenfunctie • Op voorwaarde dat onderneming haar complete output aan dezelfde prijs verkoopt: • Merk op: inverse vraagfunctie • Verwijst naar ondernemingsvraag • d.w.z. voor individuele producent • Ondernemingsvraag meestal vlakker dan marktvraag • Ondernemingsvraag = marktvraag bij monopolie • Er is slechts 1 producent • Ondernemingsvraag helemaal horizontaal bij perfecte concurrentie: prijsnemerschap voor producent

  20. 2.2.1. Totale ontvangsten • Totale ontvangsten hangen op dubbele wijze af van output: • Outputstijging verhoogt totale ontvangsten bij gegeven prijs • Verhoogde output vereist wel lagere prijs om deze verkocht te krijgen en verlaagt dus totale ontvangsten • Totale ontvangsten: • Voorbeeld En dus volgende kwadratische ontvangstenfunctie

  21. 2.2.1. Totale ontvangsten • Elastische deel van vraagrechte: • Prijsdaling leidt tot ontvangstentoename • Inelastische deel van vraagrechte • Prijsdaling leidt tot ontvangstenafname

  22. 2.2.2. Totale kosten • Twee opmerkingen: • Kostenfunctie: minimale uitgaven • Uit optimale combinatie van productiefactoren • Zie Hoofdstuk 7 • Kostenfunctie: economische kosten • Waarde van productiefactoren in hun beste alterna-tieve aanwending • Voorbeeld:

  23. 2.2.2. Totale kosten • Eigenschappen: • Kosten nemen toein functie van output • Curve vertrekt vanuit oorsprong • Typisch aan langetermijn kostencurve • Alle kosten zijn variabel op lange termijn • Lage outputniveaus: • kosten nemen minder dan evenredig toe met output (toenemende schaalopbrengsten) • Hoge outputniveaus: • kosten nemen meer dan evenredig toe met output (afnemende schaalopbrengsten) • Rechte kostencurve wordt verkregen bij constante schaalopbrengsten

  24. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  25. 2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Totale winstfunctie • Hangt via • Totale ontvangsten en • Totale kosten zelf af van outputniveau • Formeel: • Gedragsveronderstelling: • Onderneming kiest outputniveau met maximale winst

  26. 2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Marginale ontvangsten: • Bijkomende totale ontvangsten die voortvloeien uit verkoop van één bijkomende eenheid • Voor zeer kleine veranderingen: afgeleide van totale ontvangstenfunctie naar output • Marginale kosten: • Bijkomende kosten die voortvloeien uit verkoop (en dus productie) van een additionele eenheid • Voor zeer kleine veranderingen: afgeleide van totale kostenfunctie naar output

  27. 2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Winstmaximalisatie • Winstmaximaliserende onderneming kiest output zo dat • Noodzakelijke, niet voldoende voorwaarde • MO en MK kunnen meermaal snijden

  28. 2.3.2. De sluitingsregel • Let wel, • Maximale winst is niet noodzakelijk positief (maximale winst = kleinste verlies) • Onderneming zal slechts produceren indien zij positieve totale economische winst realiseert • Vergelijk totale opbrengsten en kosten • Of, equivalent, gemiddelde opbrengsten en kosten • Bij winstmaximaliserend outputniveau

  29. 2.3.2. De sluitingsregel • Gemiddelde opbrengsten: • Gemiddeldekosten: • Sluitingsregel • Indien bij winstmaximaliserende output GO < GK  sluiten • Voorbeeld Figuur 6.5.: • Links: beter om te produceren • Rechts: beter om te sluiten

  30. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  31. 3. Maximaliseert de onderneming haar winsten? • Model van de winstmaximaliserende onderneming • Kritiek? • Gedragstheorieën (‘behavioural theories’) • stellen dat ondernemingen niet altijd in staat zijn om winstmaximaliserende keuzes te maken, omwille van beperkte rationaliteit • Managementtheorieën (‘managerial theories’) • beklemtonen probleem van controle van eigenaars op beslissingsnemers in ondernemingen

  32. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? 1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? 2. Is er voldoende controle op het management? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  33. 3.1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? • Case study 1 • Feldman • Conclusie: • Goede outputbeslissing • (Slechte prijsbeslissing) • Informatie blijkt essentieel • Case study 2 • Zweeds tabaksmonopolie

  34. 3.1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? • Regel dat MO = MK: geldt bij benadering • Vaak andere terminologie gebruikt door bedrijven • Vuistregels, trial and error

  35. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? 1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? 2. Is er voldoende controle op het management? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  36. 3.2. Is er voldoende controle op het management? • Het principaal-agent probleem • Controlemechanismen en incentives

  37. 3.2.1. Het principaal-agent probleem • Verschillende doelstellingen • Aandeelhouders: • Jaarlijks dividend • Maximale winst • Managers: • Vrije tijd • Voordelen in natura • Prestige • Interne groei • Gerealiseerde omzet eerder dan gerealiseerde winst • Zie Figuur 6.6. • Externe groei • Ongeoorloofde overnames

  38. 3.2.2. Controlemechanismen • Interne controlemechanismen: aandeelhouders sturen gedrag van managers • Rechtstreekse controle • Formele en informele regels • Goed bestuur = corporate governance • Onrechtstreekse controle • Juiste prikkels, incentives • Voorbeeld: managers krijgen aandelenoptie, bonus… • Nadelen: korte termijn focus, free riding, risicoaverse managers

  39. 3.2.2. Controlemechanismen • Externe controlemechanismen: management controle door mensen buiten onderneming • Markt voor bedrijfscontrole • (market for corporate control) • Blootstelling aan mogelijke overname • Nadelen: ‘financiële gifpillen’, free riding aandeelhouders • Concurrentie

  40. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief

  41. 4. De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief • Voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid • Bedrijf heeft eigen bezittingen en schulden • Balans • Eigen vermogen = bezittingen – schulden aan derden • Bedrijf maakt kosten en realiseert opbrengsten • Resultatenrekening

More Related