1 / 31

Afstuderen ? Schrijven !

Afstuderen ? Schrijven ! . Dank voor jullie aandacht !. Schrijven in vijf stappen Onderdelen van een eindwerk Ideeën formuleren en structureren. Inhoud. Tiggeler , E. Check je tekst : tips en checklists om snel beter te schrijven . Den Haag: Sdu uitgevers , 2010.

umed
Télécharger la présentation

Afstuderen ? Schrijven !

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Afstuderen? Schrijven! Dank voorjullieaandacht!

  2. Schrijven in vijfstappen • Onderdelen van eeneindwerk • Ideeënformuleren en structureren Inhoud

  3. Tiggeler, E. Check je tekst: tips en checklists omsnelbeterteschrijven. Den Haag: Sduuitgevers, 2010. Pollefliet, L. Schrijven: van verslag tot eindwerk. Do’s & don’ts. Gent: Academia Press, 2011. Schatplichtigaan…

  4. Stap 1: Oriënteren (hopelijk al gedaan) • Doel? Informeren, instrueren, overtuigen, aanzetten • Onderwerp? Wat is de inhoud? Wat is de centralevraag? Kan die vraagwordenopgesplitst in deelvragen? Watwil de anderweten over de centraleboodschap? • Publiek? • Randvoorwaarden? 1. Schrijven in vijfstappen: stap 1

  5. Stap 2: Voorbereiden • de brainstormmethode • centralevragen en subvragen bv. probleemstructuur • Waarom is het eenprobleem? • Watzijn de oorzaken? • Watkangedaanwordenom het probleem op telossen / tevoorkomen? 1. Schrijven in vijfstappen: stap 2

  6. bv. maatregelstructuur • Wat is de maatregelprecies? • Waarom is de maatregelnodig? • Hoe wordt de maatregeluitgevoerd? • Watzijn de effecten van de maatregel? bv. evaluatiestructuur • Watzijn de kenmerken? • Watzijn de beoordelingscriteria? • Watzijn de positieveaspecten? • Watzijn de negatieveaspecten? • Wat is het totaaloordeel? 1. Schrijven in vijfstappen: stap 2

  7. bv. onderzoekstructuur • Watwordterpreciesonderzocht? • Met welkdoel? • Volgenswelkemethode? • Met welkeresultaten? • Watzijn de conclusies? 1. Schrijven in vijfstappen: stap 2

  8. Stap 3: opstellen van tekstschema 1. Schrijven in vijfstappen: stap 3

  9. Stap 4: uitvoeren – het schrijvenzelf 1. Eersteversie = kladversie Schrijfsnel en associatief. Eerstmakkelijkedelen, danmoeilijkere. Inhoud! 2. Tweedeversie = het echtewerk Let op formuleringen, volledigheid, structuur, logica, taal- en tikfouten. 3. Laatsteronde = eindredactie Schrijfinleiding & slot Lay-out, opmaak, witruimtes 1. Schrijven in vijfstappen: stapvier

  10. Stap 5: reflecteren • Las enkeledagen rust in. • Schrijven is schrappen. • Gebruik checklist. • Laatiemandanders je tekstlezen: • structuur? (buitenstaander) • taal? (niet per se je moeder) 1. Schrijven in vijfstappen: stapvijf

  11. Kaft • Blanco blad • Woordvooraf: - dankbetuigingen: rolbijkennisoverdracht, interpretatie van idee, typewerk, moreleondersteuning, … - kort - ‘ik-vorm’ 2. Onderdelen van eeneindwerk

  12. Inleiding: - max. 3 pagina’s - kan volgende onderdelen bevatten: - probleemstelling & begrenzing van je eindwerk - verantwoording van je keuze / redenen voor onderzoek - methode van onderzoek - hoofdlijnen van de uiteenzetting - voornaamste bronnen van informatie - meer achtergrond voor niet-deskundige lezers (Abstract: max. 100-150 woorden, eventueel met kernwoorden – ‘tags’) 2. Onderdelen van eeneindwerk

  13. Inhoudsopgave - Pas op het einde maken - Geen onderstrepingen - Onderverdeling: niet meer dan vier niveaus (voorlooppuntjes) - Hoofdstukken: decimaal nummeren met Arabische cijfers bv. Hoofdstuk 1 (lijst met afkortingen: alfabetisch – in tekst zelf eerst voluit schrijven ) 2. Onderdelen van eeneindwerk

  14. Corpus: eigenlijketekst Figuren: tekeningen, grafieken, foto’s - harmonie en eenvoud - Nederlands - zelfdebladzijde - duidelijkeidentificatie (eigennummering, titel/bijschrift, eventuelebron) bv. Figuur 15: Verschil in betooglijn (Claes & Gerritsen, 2005) bv. Grafiek 8: Concentratieniveaubijleerlingen en docent (De Bruycker, 2006) 2. Onderdelen van eeneindwerk

  15. Voetnoten: - verklarendevoetnoot - alsbronvermelding (Chicagostijl) • Conclusie: - Overzicht van bevindingen / besprekingresultaten - Geennieuwegegevens - Kort en duidelijk - Sluitaan op inleiding 2. Onderdelen van eeneindwerk

  16. Lijst met figuren en tabellen • Bronvermelding en referentielijst: - Vermeld steeds volledigebron - Citaten: “dubbeleaanhalingstekens” (correctebron) - enkelkernachtigeuitspraken - raadpleegmeerderebronnen en verwerk die tot eigenvisie - beterteveeldanteweinig 2. Onderdelen van eeneindwerk

  17. Citeren “Tegenwoordig krijgt men in onderwijs, maatschappij en bedrijfsleven in toenemende mate te maken met internationalisering, wat als gevolg heeft dat communicatie verloopt volgens nieuwe en veranderende culturele en professionele regels en gebruiken” (Anseel, Beirens & Feys, 2008). Citeren, parafraseren, verwijzen

  18. Parafraseren met citaat F. Anseelwijsterdateenlaatstebarrière van effectievecommunicatie ‘communicatieangst’ is. “Mensen die hieraanlijden, kampen met buitensporige angst en spanning wanneerzeverbaal en/of schriftelijkmoetencommuniceren” (2008). Bijgevolg is het belangrijk… Citeren, parafraseren, verwijzen

  19. Parafraseren F. Anseelwijsteropdatermensenzijn die extreme angstendoorstaanwanneerzeschriftelijk en/of mondelingcommuniceren (2008). Bijgevolg is het belangrijk … • Verwijzen Bepaaldemensendoorstaan extreme angstenwanneerzeschriftelijk en/of mondelingcommuniceren (Anseel 2008). Bijgevolg is het belangrijk … Citeren, parafraseren, verwijzen

  20. MLA-stijl (APA, IEEE, Chicago) In de tekst: Het wezenlijkeverschil in denkprocessen en gedragingentussen man en vrouw is teverklaren door het verschil in hersenstructuur (Jansseunissen 56). In de referentielijstachteraan: Jansseunissen, R. Typischmannelijk en typischvrouwelijk. 2e druk. Gent: AcademischeUitgeverij, 1993. Refeersysteem

  21. Referentielijst / literatuurlijst / literatuuropgave / literatuur / bronnen Geeftbijeenteksteenoverzicht van allebronnen (schriftelijke, mondelinge, elektronische en niet-elektronische) die werdengeraadpleegd, geciteerd, geparafraseerd of samengevat • Bijlage/ appendix / addendum / aanhangsel - eenbijlage, geendeel van het eindwerk - verwijzingvanuit de tekst (met nummer) - steeds belangrijker - nummering en groepering (formulieren, grafieken, flowcharts) vb. interviews, vragenlijsten, flowcharts, screenshots, … • Blanco blad - kaft 2. Onderdelen van eeneindwerk

  22. Toon en stijl: • formele, zakelijke, wetenschappelijkestijl • Gebruik steeds dezelfdetoon en stijl in de verwerking van al je bronnen. • Gebruikwoordenuithetzelfde register. • Gebruikgeenspreektaal. 3. Ideeënformuleren en structureren

  23. NIET: Wat er juist bedoeld wordt met een generieke GUI is het volgende. Het is blijkbaar erg, erg gemakkelijk om slechte en lelijke code te schrijven in PHP. Al zijn er sommigen die zeggen dat JSP-code zelfs nog erger is. Je moet je in het algemeen geen zorgen maken over het type van een bepaalde variabele, PHP is slim genoeg om dat zelf uit te maken. 3. Ideeënformuleren en structureren

  24. WEL: Wat wordt er bedoeld met een generieke GUI? Blijkbaar is het eenvoudig om een foute code in PHP te schrijven. Sommigen beweren dat het nog gemakkelijker is om een foute JSP-code te schrijven. PHP bepaalt zelf het juiste type van een bepaalde variabele. 3. Ideeënformuleren en structureren

  25. Passiefconstructie: Nadruk wordt gelegd op de proef, de resultaten … niet op de persoon die deze proef opstelt of op de persoon die deze resultaten bereikt heeft. (JIJ dus) 3. Ideeënformuleren en structureren

  26. NIET: In het eerste deel van deze bachelorproef zal ik een inleiding geven in de materie. Daarna bespreek ik de huidige situatie. WEL: In het eerste deel van deze bachelorproef wordt een inleiding gegeven in de materie. Daarna wordt de huidige situatie belicht. 3. Ideeënformuleren en structureren

  27. Alternatieven voor passiefconstructie: dynamische werkwoorden Aan de vormgeving wordt veel aandacht besteed. • De vormgeving krijgt veel aandacht. In hoofdstuk 2 worden de meningen van de geïnterviewden weergegeven. • Hoofdstuk 3 bevat de meningen van … 3. Ideeënformuleren en structureren

  28. Dynamische werkwoorden in plaats van naamwoordstijl NIET: Dank aan de heer Janssens voor het beantwoorden van mijn vragen en het nalezen van mijn masterproef. WEL: Dank aan de heer Janssens omdat hij mijn vragen beantwoordde en deze masterproef nalas. 3. Ideeënformuleren en structureren

  29. Vermijd: • Betreft – constructies • Zijn + …end STROEF: Watbetreft de onderzoeksprocedurezijn de meningengelijklopend. VLOTTER: De meningen over de onderzoeksprocedureslopengelijk. 3. Ideeënformuleren en structureren

  30. Vermijdverder: • ‘ik’, ‘wij’, ‘jij’, ‘jullie’ • ‘men’ • Bv. Men kentdezeproblemenoveral, ook in Nederland. Ook Nederland kentdezeproblemen. Eenverslag is geendagboek! 3. Ideeënformuleren en structureren

  31. Zinsbouw: • Eénnieuwegedachte per zin/alinea. • Varieer de zinslengte. • Varieerzinsbouw • Schrijfvolwaardigezinnen. 3. Ideeënformuleren en structureren

More Related