1 / 35

OVERHEID

OVERHEID. Vrije markteconomen klassieken: Vrije markteconomen: De prijs zorgt ervoor dat alle markten ruimen: al het aanbod wordt verkocht. Zij kijken dus alleen naar het aanbod. De overheid moet een kleine rol spelen. Keynes :

vadin
Télécharger la présentation

OVERHEID

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. OVERHEID

  2. Vrije markteconomen klassieken: Vrije markteconomen: De prijs zorgt ervoor dat alle markten ruimen: al het aanbod wordt verkocht. Zij kijken dus alleen naar het aanbod. De overheid moet een kleine rol spelen

  3. Keynes: In de jaren ’30 bracht de markt geen uitkomst en we belandde in een lange crisis. De economie zakte steeds verder af. Keynes zag het als taak van de overheid om de economie te stabiliseren. Hij keek naar de vraagkant

  4. Marx: Dacht dat bedrijven steeds groter zouden worden en dat kapitaal in steeds minder handen zou komen. Dit zou uiteindelijk leiden tot een ineenstorting van het systeem.

  5. Omvang collectieve sector

  6. Nadelen grote collectieve sector • Verminderd keuzevrijheid • Hoge lasten: minder stimulans om meer te werken/produceren

  7. Soorten goederen Collectieve goederen: Goederen waar je mensen niet van kan uitsluiten (dijken, defensie, rechtspraak) Quasi-Collectieve goederen: Individuele goederen die door de overheid worden gemaakt. Individuele goederen: Je kan aanwijzen wie er hoeveel gebruik van maakt en je kan mensen ervan uitsluiten

  8. Collectieve lasten

  9. Collectieve sector

  10. http://www.youtube.com/watch?v=MzCywGh6P30

  11. Belastingen box 1 • Stap 1: Bereken belastbaar inkomen: Bruto inkomen Aftrekposten – Bijtellingen + Belastbaar inkomen

  12. Aftrekposten • Arbeidsgerelateerde kosten: de reiskosten woon-werkverkeer. • hypotheekrenteaftrek. • Buitengewone lasten: bijvoorbeeld hoge ziektekosten, studiekosten, kinderopvang. • Giften.

  13. bijtellingen -Eigenwoning forfait -Lease-auto

  14. Vervolgens ga je met schijven rekenen Bereken belastingen bij belastbaar inkomen van 30.000

  15. Belastbaar bedrag   €    30.000,-    schijf 1                            6.800,-    x   35,7%   =  2.427,60                           over  €    23.200,-    schijf 2                          15.000,-    x   37,05% =  5.557,50                          over  €      8.200,-    schijf 3                            8.200,-    x   50%      =  4.100,-- +                          over               0           belasting:  12.085,10

  16. Belasting

  17. Aan het eind mag je de heffingskorting ervan afhalen: • 12.085 – 2.500 =

  18. BOX 3 • 30 procent van een fictief rendement van 4% oftewel 1,2 procent na aftrek van de vrijstelling

  19. Nivellering: inkomensverschillen worden relatief kleiner • Denivellering: inkomensverschillen worden relatief groter. • Proportioneel: inkomensverschillen blijven relatief gelijk.

  20. Nivellering/denivellering • Iedereen betaalt 1000 euro belasting • Iedereen betaalt 30% met een heffingskorting van 8.000 euro

  21. Sociale zekerheid

  22. Kosten sociale zekerheid

  23. Uitkeringen: soorten

  24. Voor en nadelen uitkeringen • Voordelen • Armoedebestrijding • Stabilisatie • Nadelen • Hoge lasten/wig • Concurrentiepositie komt in gevaar • armoedeval

  25. SALDI Begrotingssaldo=Inkomsten – uitgaven Financieringssaldo = begrotingssaldo + aflossing Financieringssaldo = inkomsten – uitgaven (excl. Afl.) Financieringssaldo = - verandering staatsschuld

  26. Emu tekort Nederland

  27. Schuld Overheid

  28. Voor en nadelen schuld Voordeel: Als het goed wordt gebruikt kan het later tot een hoger inkomen leiden Kan stabiliserend werken Nadeel: Last voor toekomstige generaties Crowding out effect:hogere rente

  29. Verschillende gedachten overheidstekort • Klassieken: overheid mag geen tekort hebben. Ze drukken particuliere investeringen weg • Keynes: overheid moet in tijden van crisis tekorten creëren om de vraag te vergroten Laatste jaren: Trendmatige begrotingsnorm: Verandering van inkomsten vang je op door bij te lenen of af te lossen. Uitgaven tegenvallers moet je bezuinigen

  30. http://www.edit-extra.nu

  31. Zalm norm:Stel je schat de groei van het NI komende 4 jaar in op 3%. • Als de inkomsten tegenvallen of meevallen doe je niks. Tegenvallers of meevallers in de uitgavenkant compenseer je wel:

  32. Functies overheid • Allocatiefunctie • Stabilisatiefunctie • (her)verdelingsfunctie

  33. Doelstellingen economische politiek • Evenwichtige arbeidsmarkt • Prijsstabiliteit • Evenwichtige betalingsbalans • Rechtvaardige inkomensverdeling • Evenwichtige duurzame groei

  34. Instrumenten economische politiek • Belastingen • Wetgeving • Subsidies

More Related