1 / 27

Netwerken

Netwerken. Module 4. Wat is een netwerk?. Een netwerk is een (evt. draadloze) verbinding tussen twee of meer computers, zodat ze gegevens kunnen uitwisselen. Er zijn verschillende soorten netwerken : Server-client -netwerken Servers : aanbieders van diensten

reilly
Télécharger la présentation

Netwerken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Netwerken Module 4

  2. Wat is een netwerk? • Een netwerk is een (evt. draadloze) verbinding tussen twee of meer computers, zodat ze gegevens kunnen uitwisselen. • Er zijn verschillende soorten netwerken: • Server-client-netwerken • Servers: aanbieders van diensten • Clients: gebruikers van diensten • Peer-to-peer-netwerken • Alle PC’s gelijkwaardig: geen centrale boekhouding van toegangsrechten, e.d. • Voorbeelden: • Thuisnetwerk (minder dan 10 PC’s) • KaZaa, Morpheus, Gnutella, e.d.

  3. Netwerkstructuur • Point to point: iedere PC eigen lijn met server Voorbeeld: Ster-netwerk

  4. Netwerkstructuur • Multi drop: meer verbindingen over één lijn Voorbeeld: ringnetwerk of busnetwerk

  5. Opbouw van een netwerk LAN • meerdere pc’s • deelnetwerken WAN

  6. Hoe kunnen computers met elkaar ‘praten’ over het internet? • Afspraken over hóe berichten verstuurd worden: protocol • Voor internet (TCP/IP) o.a.: • TCP: Transmission Control Protocol • beschrijft wijze van splitsing berichten in pakketten, weer samenstellen, foutcontrole en -afhandeling • IP: Internet Protocol • Legt format van pakketten vast en adressering • HTTP:Hypertext Transfer Protocol (web-pagina’s) • SMTP: Simple Mail Transfer Protocol (e-mail) • DNS: Domain Name Service (domeinnamen)

  7. Hoe kunnen computers elkaar vinden op het internet? • Iedere computer krijgt via de Internet Service Provider (ISP) een uniek adres: • het IP-adres • bijv: 216.27.61.137 of: 156.240.117.2

  8. IP – adres (bijv. 216.27.61.137) • bestaat uit 4 groepen getallen, 0 – 255 • in totaal 2564 = 4.3 miljard mogelijkheden • indeling in klassen: • 126 A: met 16.7 miljoen adressen p.st. • 16.384 B: met 65.500 adressen p. st. • 2 miljoen C: met 254 adressen p. st. • rest: voor experimenten, onderhoud, test • 255.255.255.255 als je álle pc’s wil bereiken

  9. Waarom zie je (bijna) nooit IP-nummers? • Server (voor bijv. websites) heeft ook een (domein-) naam. • www.mollerlyceum.nl • www.howstuffworks.com • www.informaticavo.nl • Voordeel: makkelijker te onthouden • Nadeel: omzetting naam naar nummer nodig • Oplossing: Domein Naam Service

  10. DNS: Domain Name Service Namen verdeeld in domeinen: • Top level: • .com bedrijven • .org non-profit organisaties • .net netwerk providers • .mil militaire organisaties (USA) • .gov overheid (USA) • .edu educatieve organisaties • Second level binnen toplevel: • hotmail.com; msn.com; google.com

  11. DNS: Domain Name Service Namen verdeeld in domeinen: • landen: • .nl Nederland • .be België • .uk Groot Britannië • Onderverdeling in (meerdere) sub-levels: • mollerlyceum.nl • bbc.co.uk

  12. Het DNS-systeem • is heel grote database op diverse servers • wordt bij ieder bezoek aan website gebruikt(vertaalt domeinnaam in IP-nummer) • dat zijn miljarden verzoeken om miljarden adressen per dag!!

  13. Hoe verloopt het berichtenverkeer? • Op 3 manieren te organiseren door gebruik te maken van drie soorten schakeltechnieken: • Circuits • Berichten • Pakketten

  14. Schakeltechnieken • Circuit schakeling (Circuit switching): • Er is een fysieke verbinding tussen zender en ontvanger (bijv. koperdraad, glasvezel) • voorbeeld: telefoon • Synchrone communicatie  directe verbinding

  15. Schakeltechnieken • Berichten schakeling (Message switching): • Het bericht wordt in zijn geheel verstuurd • (Volledige) fysieke verbinding niet noodzakelijk • voorbeeld: post • Asynchrone communicatie

  16. Schakeltechnieken • Pakket-schakeling (Packet switching):Dé techniek voor het internet • Bericht wordt verdeeld in (even grote) pakketten (segmentering) • Pakketten worden afzonderlijk verstuurd (volgen evt. allemaal eigen route!!) • Ontvanger verzamelt ze en stelt bericht weer samen • Meestal snelste manier van transport

  17. Hoe ziet een pakket er uit? • Afhankelijk van gebruikt protocol • TCP/IP: grootte 1000 –1500 bytes • Meestal 3 gedeeltes: • Kop: bevat gegevens over inhoud • Lengte pakket • Nummer in de volgorde • Bestemmingsadres • Afzenderadres • Time to live (TTL-) gegevens (max. aantal hops) • Evt. gebruikt protocol • Body (payload): bevat de te versturen data • Staart: bevat • ‘einde-pakket’-signaal • Meestal foutcontrole (bijv: pariteitbit)

  18. Voorbeeld: e-mail (van 3500 bytes) • Protocol: • Vaste pakketlengte van 1024 byte (1 KB) • Kop-grootte: 96 bytes • Staart-grootte: 32 bytes • (dus) body: 896 bytes • Dan 4 pakketten: 3 x 896 bytes en 1 x 812 bytesElk pakket: Het vierde pakket wordt nog opgevuld met 84 ‘lege’ bytes!

  19. Pakketjes onderweg Point of Presence: Aansluitpunt ISP Netwerk Access Point:

  20. Pakketjes onderweg Het verkeer wordt onderweg geregeld door routers Het verkeer wordt onderweg geregeld door routers

  21. Routers • Taak:het bepalen van de snelste route door het internet (eventueel via het ene deelnetwerk na het andere) naar de eindbestemming • Handelwijze: • Kijken bij elk pakket in de kop naar bestemmings-IP • Bepalen de snelste route die beschikbaar is m.b.v. speciale algoritmen • Houden onderling contact over drukte op de verbindingslijnen, storingen, etc. • Controleren de TTL

  22. Visual Route • PING: • methode om verbindingen op internet te onderzoeken • geeft routers en verbindingstijden • Visual Route: commercieel programma • Stuurt PING-pakketjes naar IP-adres, meet de retourtijd, maakt grafische weergave • http://www.visualroute.nedcomp.nl/

  23. Routers, switches en hubs • Een routerregelt het verkeer tussen deelnetwerken • Een switchregelt het verkeer tussen computers in een netwerk • Een hub is een verdeeldoos die binnenkomend verkeer doorstuurt naar álle andere computers • Opm: het verschil tussen router en switch is niet altijd even duidelijk!

  24. Servers • Op een server-machine draaien meestal meerdere server-programma’s: • Web-server: verzorgt verzenden van Webpagina’s • FTP-server: verzorgt het versturen van bestanden • SMTP-server: verzorgt e-mail verkeer • … N.B.: Het World Wide Web is ‘slechts’ een toepassing die het Internet gebruikt om bestanden (webpagina’s) te versturen; het is niet het internet zélf!!

  25. Servers • Client benadert bepaalde service op server via een specifiek stuk software: poort • Voor bepaalde diensten vaste poort(-nummers): • WWW: 80 • FTP: 21 • SMTP: 25 • tijdmelding: 13 • Er zijn meer dan 100 poorten!

  26. Firewalls • Open poorten zijn gevaarlijk: virussen, hackers!! • Software die poorten af kan sluiten:firewall • Gebruiker programmeert welke poorten hij open wil laten

  27. Bronnen: • Boek: Informatica dl 1, hoofdstuk 5Uitg. Edu-actief • Boek: Alles over Windows XP HomeR.Cowart & B.Knittel • Boek: ComputernetwerkenA.Tanenbaum • Internet: www.howstuffworks.com

More Related