1 / 49

Netwerken

I N =2 A. R= 6 . V= 2 V. R= 4 . R= 4 . R= 8 . Netwerken. De bouwstenen van elektrische netwerken. Topologie van netwerken. Wetten van Kirchoff. Netwerken met één bron. Superpositiestelling. Stellingen van Thevenin en Norton. Stelsel van takstromen.

Télécharger la présentation

Netwerken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. IN=2 A R=6 V= 2 V R=4 R=4 R=8 Netwerken • De bouwstenen van elektrische netwerken. • Topologie van netwerken. • Wetten van Kirchoff. • Netwerken met één bron. • Superpositiestelling. • Stellingen van Thevenin en Norton. • Stelsel van takstromen.

  2. De bouwstenen van elektrische netwerken. • De ideale spanningsbron • De ideale stroombron • De weerstand

  3. De bouwstenen van elektrische netwerken.

  4. De bouwstenen van elektrische netwerken.

  5. De bouwstenen van elektrische netwerken.

  6. Netwerken • De bouwstenen van elektrische netwerken. • Topologie van netwerken. • Wetten van Kirchoff. • Netwerken met één bron. • Superpositiestelling. • Stellingen van Thevenin en Norton. • Stelsel van takstromen.

  7. Topologie van netwerken. Tak: serieschakeling van bronnen en weerstanden Knooppunt: punt waar ten minste 3 takken samenkomen Maas : gebied tussen takken Hoofdlus: gesloten pad van takken die een maas omringen

  8. Topologie van netwerken. t = 6 n = 4 l=4 Stel: t = aantal takken n = aantal knooppunten l = aantal lussen Betrekking van Euler: (l-1)+(n-1) = t

  9. Netwerken • De bouwstenen van elektrische netwerken. • Topologie van netwerken. • Wetten van Kirchoff. • Netwerken met één bron. • Superpositiestelling. • Stellingen van Thevenin en Norton. • Stelsel van takstromen.

  10. Wetten van Kirchoff. 1e wet : Knooppuntswet In een knooppunt :  i = 0 i4 i1 + i2 + i3= i4 + i5 i2 i3 i1 + i2 +i3- i4 - i5 = 0 i5 i1

  11. Wetten van Kirchoff. 2e wet : Luswet In een lus :  v = 0 lus 1: of

  12. Netwerken • De bouwstenen van elektrische netwerken. • Topologie van netwerken. • Wetten van Kirchoff. • Netwerken met één bron. • Eén spanningsbron • Eén stroombron. • Ster-driehoek-transformatie • Superpositiestelling. • Stellingen van Thevenin en Norton. • Stelsel van takstromen.

  13. R V Netwerken met één spanningsbron Zijn steeds te herleiden tot:

  14. R= 7  R= 5 V= 20 V Netwerken met één spanningsbron Voorbeeld 2-1 p 2.2 R= 10  R= 4  R= 12 

  15. R= 7  R= 5 V= 20 V Netwerken met één spanningsbron R= 10  R= 3

  16. R= 5 V= 20 V Netwerken met één spanningsbron R= 10  R= 10

  17. R= 5 V= 20 V Netwerken met één spanningsbron R= 5

  18. V= 20 V Netwerken met één spanningsbron R= 10

  19. 20 V V= 20 V I= 2 A Netwerken met één spanningsbron R= 10

  20. R= 5 10 V V= 20 V 10 V I= 2 A Netwerken met één spanningsbron R= 5

  21. R= 5 10 V 10 V V= 20 V 10 V I= 2 A I= 1 A I= 1 A Netwerken met één spanningsbron R= 10  R= 10

  22. R= 7  R= 5 R= 5 10 V 3 V V= 20 V 10 V 7 V I= 2 A I= 1 A I= 1 A Netwerken met één spanningsbron R= 10  R= 10  R= 3

  23. R= 7  R= 5 R= 5 R= 5 3 V 3 V 10 V V= 20 V 7 V 10 V I= 2 A I= 1 A I= 0.25 A I= 1 A I= 0.75 A Netwerken met één spanningsbron Voorbeeld 2-1 p 2.2 R= 10  R= 10  R= 10  R= 12  R= 4 

  24. R= 9 V= 20 V Oefening 1 R= 2  R= 6 R= 3 

  25. R= 9 2 V V= 20 V 18 V I= 2 A I= 1 A I= 0.333 A I= 0.666 A Oefening 1 R= 2  R= 6 R= 3 

  26. R= 16  Oefening 2 R= 30  V= 126 V R= 30  R= 5  R= 20 

  27. R= 16  36 V 7,2 V 7,2 V 28,8 V I= 1,2 A I= 1,44 A I= 0,36 A Oefening 2 I= 1,8 A R= 30  90 V V= 126 V R= 30  R= 5  R= 20  I= 3 A

  28. R=3,5  R=6  R=6  R=2  Oefening 3 V= 10 V

  29. 3V 7V 10V R=3,5  R=6  R=6  R=2  I= 2 A I= 1,667 A I= 0,5A I= 1,5 A Oefening 3 I= 3,667A V= 10 V

  30. 3V 7V 10V R=3,5  R=6  R=6  R=2  I= 2 A I= 1,667 A I= 0,5A I= 1,5 A Oefening 3: Vermogenbalans I= 3,667A V= 10 V PB= 10x3,667 = 36,67 WPR= 3,5x2² + 6x0,5² + 2x1,5² + 6x1,667² = 36,67 W

  31. Netwerken • De bouwstenen van elektrische netwerken. • Topologie van netwerken. • Wetten van Kirchoff. • Netwerken met één bron. • Eén spanningsbron • Eén stroombron. • Ster-driehoek-transformatie • Superpositiestelling. • Stellingen van Thevenin en Norton. • Stelsel van takstromen.

  32. R I Netwerken met één stroombron. Te herleiden tot :

  33. R= 5  R= 6  Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 6  R= 6  I= 10 A

  34. R= 5  Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 6  R= 12  I= 10 A

  35. R= 5  Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 4  I= 10 A

  36. Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 9  I= 10 A

  37. 60 V Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 6  I= 10 A

  38. 6,66 A 3,33 A 60 V Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 9  I= 10 A

  39. R= 5  3,33 A 6,66 A 60 V 26,6 V 33,4V Netwerken met één stroombron.Voorbeeld R= 18  R= 4  I= 10 A

  40. R= 5  R= 5  4,44 A 3,33 A 2,22 A 60 V 26,6 V 26,6 V 33,4V Netwerken met één stroombron.Voorbeeld 6,66 A R= 18  R= 18  R= 6  R= 12  I= 10 A

  41. R= 5  R= 5  R= 6  2,22 A 3,33 A 4,44 A 13,3 V 26,6 V 60 V 33,4 V 13,3 V Netwerken met één stroombron.Voorbeeld 6,66 A R= 18  R= 18  R= 6  R= 6  I= 10 A

  42. R= 1.9  Netwerken met één stroombron: Oefening 1 R= 1  R= 7  R= 3  10 A

  43. R= 1.9  21 V 21 V 19 V Netwerken met één stroombron: Oefening 1 I= 7A I= 3 A R= 1  10 V R= 7  R= 3  50 V 10 A

  44. I =9 A R=7  R= 20  R=1 R= 8  R= 4  R= 4  Netwerken met één stroombron: Oefening 2

  45. I =9 A R=7  R= 20  R=1 R= 3  Netwerken met één stroombron: Oefening 2

  46. I =9 A R= 20  R=1 R= 10  Netwerken met één stroombron: Oefening 2

  47. I2= 6 A I1= 3 A I =9 A 60 V 60 V 69 V R= 20  R=1 R= 10  9 V Netwerken met één stroombron: Oefening 2

  48. I2= 6 A I1= 3 A I =9 A R=7  18 V 60 V 69 V R= 20  R=1 R= 3  42 V 9 V Netwerken met één stroombron: Oefening 2

  49. 4,5 A 1,5 A 3 A I =9 A R=7  6 A 69 V 60 V 12 V 18 V 6 V R= 4  R= 4  R= 8  R=1 R= 20  42 V 9 V Netwerken met één stroombron: Oefening 2

More Related