1 / 42

Anatomie plant

Anatomie plant. 6A. Fotosynthese. Vindt plaats in bladgroen korrels Zitten in alle groene delen van de plant Vooral in blad. Anatomie blad. Waslaagje: voorkomt overtollige verdamping Huidmondjes (gem 100-200/mm 2 ) aan opperhuid en onderkant van het blad

baruch
Télécharger la présentation

Anatomie plant

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Anatomie plant 6A

  2. Fotosynthese • Vindt plaats in bladgroen korrels • Zitten in alle groene delen van de plant • Vooral in blad

  3. Anatomie blad • Waslaagje: voorkomt overtollige verdamping • Huidmondjes (gem 100-200/mm2) aan opperhuid en onderkant van het blad • Achter elk huidmondje licht een luchtkamer. Hier circuleert CO2 en O2

  4. Anatomie blad • Pallissadenparenchym: langwerpige cellen met veel bladgroenkorrels. (bovenzijde) • Sponsparenchym: onregelmatig gevormde cellen: uitwisseling gassen  veel intracellulaire ruimten. (onderzijde)

  5. Functies bladeren • Fotosynthese • Zoveel mogelijk licht opvangen: oplossing? • Waterverlies zoveel mogelijk voorkomen: oplossing? • Huidmondjes dienen voor doorlaten CO2, O2 en H2O • Over het algemeen overdag open en ‘s nachts gesloten. Wanneer niet?

  6. Huidmondjes • Openen en sluiten van de huidcel heeft te maken met de turgor van de cellen in de huidmondjes. Zoek uit op welke manier dit gebeurt

  7. Fotosynthese • Autotroof = zelfvoedend • Chloroplasten in alle groene delen van de plant  chlorofyl (kleurstof) • Gemiddelde mesofyll bladcel: 30-40 chloroplasten • Foto - Assimilatie

  8. Chloroplast

  9. Licht • Elektromagnetische straling • Fotonen: deeltjes die energie bevatten • Moleculen kunnen deze deeltjes opnemen • Energie vrij: warmte • Brengt elektronentransport op gang

  10. NADP Elektron + Waterstof acceptor Opname waterstof: NADPH,H+ • Taak: waterstof en elektronen transporteren naar andere plaatsen in de cel

  11. Fotosystemen

  12. Non cyclische en cyclische fotofosforylering • Non cyclische flow: beide fotosystemen worden gebruikt. Vorming van ATP en NADPH,H+ • Cyclische flow: alleen fotosysteem 1 wordt gebruikt: • Geen zuurstof productie en NADPH,H+ productie! Wel ATP!

  13. Verbruik ATP / NADPH,H+ • Calvin cyclus verbruikt meer ATP dan NADPH,H+: • Chloroplast te weinig ATP voor Calvincyclus: NADPH,H+ hoopt zich op in de cel: Calvin cyclus remt af • Bij ophoping van NADH,H+: overgang van non-cyclisch naar cyclisch totdat er genoeg ATP is.

  14. Cyclische fotofosforylering

  15. Chemiosmose

  16. Calvin cyclus • Voor vormen van 1 G3P molecuul, nodig: • 3 CO2 moleculen • 9 ATP moleculen • 6 NADPH moleculen • 2 G3P moleculen worden omgezet in 1 glucose molecuul

  17. Fotosynthese • Zoek uit in welke processen de stoffen uit de volgende reactievergelijking verbruikt en / of gevormd worden 6CO2 +6H2O  C6H12O6 + 6O2

  18. Fotosynthese • De netto reactie van de lichtreactie wordt: 12H2O + 12NADP + 12ADP + 12P → 6O2 + 12NADPH2 + 12ATP  • Via de cyclische fosforilering wordt het tekort aan ATP aangevuld tot 18!! • Hierbij wordt geen H2O verbruikt • De netto reactie van de donkerreactie is: 6CO2 + 12NADPH2 + 18ATP → C6H12O6 + 12NADP + 6H2O + 18ADP + 18P Totaal Netto: 6CO2 +6H2O  C6H12O6 + 6O2

  19. C3- planten • Via voorgaande stappen: CO2 opgenomen uit atmosfeer wordt direct gebonden aan rubisco en opgenomen in de calvin cyclus • Waarom de naam C3: eerste organische stof van koolstoffixatie is een C3-molecuul (G3P)

  20. C4-planten • Suikerbiet, maïs en families van de grassenfamilies • Zijn anatomisch aangepast om in warme en droge klimaten te overleven

  21. C4-planten • Andere cellen om fotosynthese te laten plaats vinden: • Vaatbundelschede cellen • Zitten dicht rond de nerven van het blad • Mesofyll cellen • Bevinden zicht tussen de vaatbundelschede cellen en het bladoppervlak • De Calvin cylcus: in chloroplasten van vaatbundel • Wordt voortgezet door omzetten van CO2 in organische stoffen in het mesofyl

  22. C4-planten • Overdag huidmondjes grotendeels gesloten en ‘s nachts open • Opgenomen CO2 wordt gebonden aan fosfoenolpyruvaat (PEP) ipv aan ribulose difosfaat • PEP carboxylase is een enzym dat een hele grote affiniteit heeft voor CO2 • Hierdoor zowel overdag als ‘s nachts CO2 binding!!! • Product: Oxaalazijnzuur (dit is een C4-verbinding) • Kan de opgenomen CO2 weer afstaan  donkerreactie • Van waar de naam C4-plant?

  23. C4-planten • Oxaalazijnzuur kan overdag de opgenomen CO2 weer afstaan en wordt dan gebruikt in de donkerreactie (Calvin cyclus) • Minimalisatie ademhaling • Verhoogde suiker productie • Vooral handig in warme gebieden met fel zonlicht

  24. CAM - planten • Tweede oplossing tegen warmte en droogte (vooral woestijn planten) • Crassulacean acid metabolism (CAM): in Crassulacea familie is dit systeem als eerst ontdekt • Cactussen en ananas planten • ‘s Nachts wordt CO2 opgenomen door de geopende huidmondjes

  25. Principe CAM-planten • Overdag sluiten van huidmondjes. Functie? • ‘s Nachts open: CO2 kan worden opgenomen. • Wordt ingebouwd in organische zuren en opgeslagen in de vacuoles van de mesofylcellen • Overdag: ATP + NADPH beschikbaar CO2 vrij uit de organische zuren

  26. Verschil C4- en CAM-planten • Opslag van CO2 in organische stoffen vindt bij C4-planten structureel plaats in een ander type cellen dan de Calvin cyclus. Dit is bij CAM-planten niet het geval. Hier is scheiding tijd waarin de processen plaatsvinden.

  27. Anatomie van de stengel • Lengtegroei stengel heeft gevolg voor afstand wortel-blad • Wateropname via de wortels • Opperhuid, vaak met cuticula • Schors bestaande uit parenchym soms ook collenchym • Centrale cylinder bestaande uit parenchym. Hierin liggen de vaatbundels.

  28. Groei van de stengel • Cambium is het delingsweefsel • Lopen vanuit stengeltop naar worteltop • Cambiumcel: nieuwe cambiumcel + houtvatcel • Nieuwe cambiumcel: bastvatcel + nieuwe cambiumcel • Delende cellen naar binnen vormen houtvaten • Delende cellen naar buiten: bastvaten

  29. Transport houtvaten • Houtvaten: erg nauw • Watermoleculen worden door cohesiekrachten bij elkaar gehouden. • Door adhesiekrachten met de wand van het houtvat wordt het water aan de wand gehouden • Door verdamping bladeren: zuigkracht op waterdraden in houtvaten • Drijvende kracht: relatief lage vochtigheid lucht t.o.v. bodem. • Wat gebeurt er met de osmotische waarde van de verdampende cel? En vervolgens met de overige cellen?

  30. Transport houtvaten • Door nauwe buisjes (0,01-0,2 mm) capillaire werking invloed. Voor kleine kruidachtige planten is dit vaak voldoende voor transport. • Door gehele lengte worden water en mineralen getransporteerd naar naburige cellen

  31. Transport bastvaten • Afvoer van assimilatieproducten • Hoeveelheid is afhankelijk van groeisnelheid: varieert van 100-300 gr/l : 90% sacharose • Transport van chloroplast: cytoplasma: plasmodesmen: aangrenzende cellen • Hoe verhoudt zich de sacharoseconcentratie van bastvaten t.o.v. de bladcellen? • Gevolg voor transport?

  32. Transport bastvaten • Beïnvloed door zwaartekracht • Beïnvloed door concentratieverschillen: • Bastvaten van blad hoge sacharose concentratie • Water wordt aangezogen: druktoename • Op plaatsen waar sacharose verbruikt wordt: osmotische waarde daalt: druk daalt: stroming • Transport is dus afhankelijk van vraag en aanbod

  33. Opslag • Na groeiseizoen stoffen worden getransporteerd naar opslagparenchym in merg en schors en wortels. • Indien aanwezig naar opslagorganen als bollen, knollen en wortelstokken

  34. Wortel • Komt als eerste naar buiten bij ontkieming • Kan zuren afscheiden om in minder makkelijk doordringbare ondergrond te groeien • Functies: • Verankering in de bodem • Opslag van stoffen • Opname van water en mineralen uit de bodem

  35. Opname via de wortels • Ionen door diffusie of actief transport opgenomen • ATP is nodig voor actief transport. Wanneer wortels weinig zuurstof kunnen opnemen of bodemtemp. laag is, ligt dit stil

  36. Schade beperken • Endodermis is laag aaneengesloten cellen • Gevuld met laagje vetachtige stof: Bandjes van Caspari. Dit is slecht doorlaatbaar voor water en daarin opgeloste stoffen.

  37. Water opname • Transport kan dus alleen plaatsvinden via de celmembranen en cytoplasma van endodermiscellen: Regulatie van stoftransport • Actief transport van zouten naar centrale cilinder: gevolgen voor osmotische waarde • Water stroomt naar centrale cilinder en bereikt via de wanden de houtvaten. • Bandjes van Caspari verhinderen terugstroom van het water de schors in: positieve druk ontstaat: worteldruk.

  38. Overtollig water • ‘s Nachts is de verdamping laag. De wortels van sommige planten blijven mineralen opnemen, en de worteldruk drukt sap het houtvat in. Meer water komt de plant in dan dat er verdampt: waterdruppels op blad

More Related