1 / 39

Respiratie 4 + Spijsvertering 1

Respiratie 4 + Spijsvertering 1. Functie en bouw van de luchtwegen Functie spijsvertering Voedingsstoffen en enzymen. Bij een stijging van de pH in het bloed neemt de ventilatie eerder toe dan af. (J). Stijging van de pH betekent het getal wordt groter dus bloed wordt minder zuur .

catalina
Télécharger la présentation

Respiratie 4 + Spijsvertering 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Respiratie 4 + Spijsvertering 1 Functie en bouw van de luchtwegen Functie spijsvertering Voedingsstoffen en enzymen FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  2. Bij een stijging van de pH in het bloed neemt de ventilatie eerder toe dan af. (J) • Stijging van de pH betekent het getal wordt groter dus bloed wordt minder zuur. • 0 2 4 6 7 7,35 7,45 8 10 12 14 pH hoog pH laag basisch zuur pCO2 = laag, dus H+ laag dus ventilatie neemt af FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  3. Als een patiënt op zijn rug ligt is de perfusie aan de dorsale zijde (rugzijde) beter dan aan de ventrale zijde (buikzijde). (N) liggende houding Staande houding L/min 1.29 0.07 L/min 1.29 0,80 0.07 Bloeddoorstroming Bloeddoorstroming Ventilatie Ventilatie Basis ventraal Top dorsaal Niveau van de long Niveau van de long Ook hier speelt de zwaartekracht een rol echter minder dan in staande houding FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  4. CO2 + H2O => H2CO3 => H+ + HCO3-Bovenstaande reactievergelijking is een reactie die eerder plaats vindt in de bloedbaan ter hoogte van de weefsels dan ter hoogte van de longen.(N) • In de weefsels komt veel CO2 vrij dat de PaCO2 verhoogt. Een deel bind zich aan het Hb de rest wordt omgezet in bicarbonaat volgens bovenstaande reactievergelijking. • In de longen vindt dit proces in omgekeerde volgorde plaats: • HCO3- + H+ => H2CO3 => CO2 + H2O FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  5. Een laag PaO2 geeft eerder een prikkel om adem te gaan halen dan een hoog PaCO2. (N) • De capaciteit van O2 diffusie en binding aan Hb is ruimschoots voldoende om de weefsels van voldoende O2 te voorzien. (1000 ml/min aanvoer 250 ml/min verbruik). • Hiernaast geven de weefsels CO2 af aan de bloedbaan. Het CO2, gedeeltelijk gebufferd als HCO3- en H+, bepaald in belangrijke mate de pH. • Teneinde de pH binnen bepaalde grenzen te houden (7,35 – 7,45) is de CO2 regulatie veel kritischer dan de O2 regulatie. FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  6. De ventilatie-perfusieverhouding is in zittende houding in de longtop hoger dan in de basis van de long. (J) Niveau van de long Va/Q verh 3 2 1 0,63 L/min 0,82 0.24 L/min 1,29 0,07 Bloeddoorstroming Ventilatie Basis Top FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  7. Kortademigheid of dyspnoe • Onlustgevoelens samenhangend met de ademhaling (subjectief verschijnsel) • Niet altijd een directe relatie tussen dyspnoe enerzijds en bloedgaswaarden en zuurgraad • Patiënt is zich bewust van zijn ademhaling • Patiënt gebruikt hulpademhalingsspieren • neusvleugelen en typisch zittende houding • Patiënt op de aangedane kant leggen FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  8. Astma bronchialetypische zittende houding kortademige patiënt FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  9. Dyspnoe oorzaken • Grote hoogte • lage pO2 • Aandoening luchtwegen • grote • ventilatie • kleine • diffusie • pleurabladen • thorax • ademhalingscentrum FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  10. Dyspnoe 2 • Tachypnoe = te snelle ademhaling • Hyperpnoe = versnelde of verdiepte ademhaling • Hyperventilatie = langdurig snel en diep ademhalen FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  11. Dyspnoe oorzaken • Doorbloedingsstoornis • hartfalen • Anaemie • Ijzergebreksanemie • Pernicieuze anemie (tekort vitamine B12) • Zwangerschapsanemie FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  12. Dyspnoe beleid • Ademhalingsoefeningen en geruststellen • Slijmoplossende medicijnen • Allergie bestrijden • Neusdruppels • Tapoteren (verouderd, alleen nog fysiotherapeut) FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  13. Dyspnoe beleid • Zuurstof toedienen • niet bij hypoxie in combinatie met hypercapnie • Vocht afdrijven met diuretica • decompensatio cordis Hypoxie = laag O2 gehalte Hypercapnie = hoog CO2 gehalte FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  14. Hoesten • Explosief verlopende uitademing • bij gesloten strottenklepje en stemspleet wordt druk opgebouwd • Soorten • onproductieve hoest • droge hoest • productieve hoest • ophoesten van slijm FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  15. Onproductief hoesten • Irritatie slijmvlies door virus • prikkel/kriebelhoest • Taai of vastzittend slijm in de kleine luchtwegen • stoflongen • longemfyseem • astma bronchiale • Carcinoom FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  16. Productief hoesten • Infectie door bacterie of virus • Irritatie luchtwegen • allergene stof • carcinoom • Productieve hoest niet dempen • gevaar voor bacterie groei in het achterblijvend slijm FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  17. Hoesten beleid • Causaal indien mogelijk • Slijmverdunnende middelen • Fluimicil®, Bisolvon® • (Anti)hoesttabletten of siroop FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  18. Sputum • Slijm bestaande uit vocht slijmvliescellen en ingeademde deeltjes • Afkomstig uit de luchtwegen • Afkomstig uit spijsverteringskanaal bij reflux • speeksel, maagsap, gal FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  19. Sputum • Soorten • kleurloos • helder • rood, roestkeurig • geel • groen • Bewaren ter inspectie! FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  20. Cyanose • Blauwe verkleuring van de huid • Centraal • lage zuurstofverzadiging, hypoxemie, bijvoorbeeld door longfunctiestoornis. • Perifeer • slechte doorbloeding van de huid bij kortdurende dyspnoe FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  21. Cyanose FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  22. Spijsvertering 1 Functie spijsvertering Voedingsstoffen en enzymen

  23. Hoofdfuncties tractus digestivus • Digestie • Absorptie • Secretie • Motiliteit Er is geen regulatiemechanisme voor de mate van opname FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  24. Overzicht van de tractus digestivus FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  25. Extern milieu • Het spijsverterings kanaal behoort tot het milieu exterieur. • Gevaar! Blootstelling aan pathogene bacteriën en virussen. FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  26. Beschermingsmechanismen • Mucus • Immunoglobulinen • Digesterende enzymen • Zuur • Lymfocyten FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  27. verbruik opname gewichtsafname normaal gewichtstoename Spijsvertering • Metabolisme = anabolisme + katabolisme • Metabolisme of stofwisseling = bouwstofwisseling en energievrijmaking of energiestofwisseling FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  28. Waar het om gaat? • Voedingsstoffen, transporteren, geschikt maken zodat deze opgenomen (in de bloedbaan brengen) en gebruikt kunnen worden in onze cellen. • Stoffen (afvalstoffen) die niet nodig zijn worden daarbij uitgescheiden. FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  29. Taak spijsvertering • Opname voedsel uit m.e. [eten] • Mechanische afbraak voedsel in delen [kauwen] • Transport voedsel door spijsverteringsstelsel [slikken en peristaltiek (samentrekkingen)] • Ontleding voedsel door enzymen in substraten (celvoedingsstoffen) [vertering] en vloeibaar maken • Overdracht substraten aan circulatie [resorptie=opname] • Uitscheiding van resten voedselafbraak [ontlasting] FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  30. Voeding bestaande uit: • Eiwitten of proteïne • Koolhydraten (zetmeel en suikers) • Vetten of lipiden • Water • Mineralen of zouten • Vitaminen ( veelal zijn dat essentiële enzymen) • Letten op samenstelling en hoeveelheid • Eenzijdige voeding kan ook gebrek geven FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  31. Belang eiwitten • Eiwitten zijn bouwstoffen (samen met de mineralen of zouten) voor cellen dus groei • Koolhydraten en vetten zijn energieleveranciers en kunnen vervangen worden, eiwitten niet! • Energie: • 1 gram eiwit => 17 Kj, 4,1 kcal (1) • 1 gram koolhydraat => 17 Kj, 4,1 kcal (1) • 1 gram vet => 38 Kj, 9,3 kcal (2) FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  32. Energie nodig voor • chemische arbeid (omzetting stoffen in het lichaam) • mechanische arbeid (werk of sporten) • actief transport, nieren en darmen (peristaltiek) • elektrische arbeid (hart en spieren) • handhaving lichaamstemperatuur (restproduct verbranding oftewel stofwisseling) FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  33. Verbranding • aërobe = afbraak met zuurstof (O2) • anaërobe = afbraak zonder zuurstof (O2) Koolhydraten Vetten Eiwitten Volledig Onvolledig Onvolledig CO2 CO2 Ureum • H2O + CO2 geeft H+ + HCO3- • dus verzuring, dus toename H+, dus lagere pH FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  34. Energie • Voor celfuncties, kerndeling, celdeling, opname en afgifte van stoffen. • Brandstoffen die de cel nodig heeft zijn koolhydraten. • Om energie te krijgen is zuurstof nodig, energie die vrijkomt wordt uitgedrukt in joule, vroeger cal. • Dagelijkse dosis afhankelijk van activiteit • 7500 tot 12.500 Kj • alleen voor basaalmetabolisme 7000 Kj FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  35. Vitaminen (vitale aminozuren) • Zijn gecompliceerde organische verbindingen die in betrekkelijk kleine hoeveelheden onmisbaar zijn. Het lichaam kan ze niet maken. • Aminen zijn aminozuren vitaminen zijn dus vitale aminozuren (het zijn niet allemaal aminen) • Vitaminen spelen een essentiële rol in de enzymsystemen van het lichaam FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  36. Enzym definitie • Enzymen zijn splitsing of ontledingsstoffen, bevorderd scheikundige processen in het menselijk lichaam, zonder zelf te veranderen • Enzymen zijn biochemische katalysatoren of biokatalysatoren • Versnellen of bevorderen lichaamsprocessen zonder zelf verbruikt te worden FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  37. Enzymen • Zijn steeds eiwitten, hebben meestal ook een niet-eiwit gedeelte het coënzym kunnen alleen gezamenlijk werken • De meeste vitamine zijn coënzymen • Enzymen zijn specifiek, dus slechts 1 reactie • amylase => zetmeel (amylum) • saccharose => riet of bietsuiker • pepsine => eiwitsplitsing FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  38. Kenmerken enzym • Temperatuur is zoals bij alle scheikundige reacties een belangrijke factor =>hoe hoger de temp hoe makkelijker de reactie • Optimum temperatuur waarop de reactie het best verloopt voor menselijk lichaam 37 • Ook afhankelijk van de zuurgraad (pH) FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  39. Enzymreactie • Substraat (omzettingsstof) => samen met enzym => enzymsubstraatcomplex => substraat valt uiteen in stukken => enzym Substraat = een betere term voor voedingsstof van de cel Voedingsstof = bestanddeel van onze voeding FHV2009 / Cxx54 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

More Related