1 / 63

Johannes 20:19-29

Johannes 20:19-29. Johannes 11:11 Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daarheen om hem uit de slaap te wekken. Johannes 11:8 Rabbi, onlangs trachtten de Joden U te stenigen en gaat Gij weder daarheen?.

daria
Télécharger la présentation

Johannes 20:19-29

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Johannes 20:19-29

  2. Johannes 11:11Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daarheen om hem uit de slaap te wekken.

  3. Johannes 11:8 Rabbi, onlangs trachtten de Joden U te stenigen en gaat Gij weder daarheen?

  4. Johannes 11:16 Tomas dan, genaamd Didymus, zeide tot zijn medediscipelen: Laten wij ook gaan om met Hem te sterven.

  5. Johannes 14:1-2,4 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben) want Ik ga heen om u plaats te bereiden; ... En waar Ik heenga, daarheen weet gij de weg.

  6. Johannes 14:5 Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg?

  7. Johannes 14:6 Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

  8. Lucas 24:2-6aZij vonden de steen van het graf afgewenteld,en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet. En het geschiedde, terwijl zij daarvoor in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt.

  9. Johannes 20:19-20 Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse, waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u! En na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De discipelen dan waren verblijd, toen zij de Here zagen.

  10. Johannes 20:24Tomas, een der twaalven, genaamd Didymus, was niet met hen, toen Jezus daar kwam.

  11. Hebreeën 10:25 Hebreeën 10:25 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

  12. Johannes 20:24Tomas, een der twaalven, genaamd Didymus, was niet met hen, toen Jezus daar kwam.

  13. Johannes 20:25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Here gezien! Maar hij zeide tot hen: Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.

  14. Matteüs 14:31 Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem:Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?

  15. Lucas 1:20 Gij zult zwijgen en niet kunnen spreken, tot de dag toe, dat deze dingen geschieden, omdat gij mijn woorden niet geloofd hebt

  16. Johannes 20:25 Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.

  17. Hebreeën 11:1Geloof ... is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.

  18. Matteüs 23:37 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild.

  19. Psalm 34:8 Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.

  20. Johannes 20:25 Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.

  21. 2 Corinthiërs 1:20 Want hoevele beloften Gods er ook zijn, in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem het: Amen

  22. 2 Corinthiërs 1:20 Wat Hij zegt, doet Hij. Hij maakt al Gods beloften waar, hoeveel het er ook zijn.

  23. Johannes 8:31Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelenStatenvertaling

  24. Johannes 15:10 Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven

  25. 1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

  26. 1 Johannes 1:7 Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

  27. Matteüs 6:14-15 Indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.

  28. Romeinen 10:9 Indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden

  29. Romeinen 8:13Indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.

  30. 2 Timoteüs 2:11-13 Indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven; indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen; indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.

  31. Johannes 20:25 Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.

  32. Exodus 17:2 Waarom stelt u de HEER op de proef?(Nieuwe Bijbelvertaling)

  33. Hebreeën 3:9 Uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, hoewel zij mijn werken zagen, veertig jaren lang

  34. 2 Corinthiërs 13:5 Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf.

  35. Johannes 20:25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Here gezien! Maar hij zeide tot hen: Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.

  36. Lucas 24:25-27 O onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden om in zijn heerlijkheid in te gaan? En Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de Schriften op Hem betrekking had.

  37. Marcus 16:14 Daarna verscheen Hij aan de elven zelf ... en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofden die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was.

  38. Lucas 24:38,44,46-47 Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er overwegingen op in uw hart? ... Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden. ... Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.

  39. Deuteronomium 4:23 Neemt u ervoor in acht, dat gij het verbond van de Here, uw God, dat Hij met u gesloten heeft, niet vergeet

  40. Deuteronomium 6:12 Neem u er dan voor in acht, dat gij de Here niet vergeet

  41. Deuteronomium 8:11 Neem u ervoor in acht, dat gij de Here, uw God, niet vergeet door zijn geboden, zijn verordeningen en zijn inzettingen ... te verwaarlozen

  42. 2 Koningen 17:38 Gij zult geen andere goden vereren, gij moogt het verbond niet vergeten, dat Ik met u gesloten heb: gij zult geen andere goden vereren

  43. Johannes 20:26 Na acht dagen waren zijn discipelen weer in het huis en Tomas met hen. Jezus kwam, terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zeide: Vrede zij u!

  44. Johannes 20:27 Daarna zeide Hij tot Tomas:...

  45. Johannes 20:27 Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig.

  46. Johannes 20:28 Tomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God!

  47. Johannes 20:28 Mijn Here en mijn God!

  48. Johannes 1:1 Het Woord was God

  49. Johannes 1:34Ik heb gezien en getuigd, dat deze de Zoon van God is.

  50. Johannes 1:49 Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israel!

More Related