Minor financieel advies en ondersteuning pensioen Week 4 scenario overlijden

1. Minor financieel advies en ondersteuningpensioenWeek 4scenario overlijden W.H. Korthouwer w.h.korthouwer@hva.nl

2. Onderwerpen 2e pijler: • Nabestaandenpensioen • Collectieve ANW-verzekering (deels bij verzekeren besproken) 3e pijler: • Nabestaandenlijfrenteverzekering • Overgang op een 2e verzekerde bij een lijfrente • Bancaire nabestaandenlijfrente • Bestaand vermogen als nabestaandenvoorziening • Verschillen tussen bancaire en verzekerde (nabestaanden)lijfrente • Bespreking a.h.v. twee soorten UPO’s uit de praktijk • Overhevelen van vermogen bij overlijden (in het kort)

3. Nabestaandenpensioen (NP) Soortenen hoogte: • Partnerpensioen (PP), max. 70% van het ouderdomspensioen (OP) • Wezenpensioen (WP), max. 14 - 28% van het ouderdomspensioen Daarnaast kennen we ook een tijdelijk partnerpensioen voor de achterblijvende partner tot 65 jaar. Deze dient als compensatie voor de partner/nabestaande die geen recht op een ANW uitkering heeft. We noemen dit ook wel een ANW-hiaatpensioen of een nabestaanden-overbruggingspensioen.

4. Vervolg NP • Het wezenpensioen keert vaak tot 18 of 21 jaar uit aan de kinderen of tot 27 jaar in geval van studie of arbeidsongeschiktheid. Als beide ouders zijn overleden krijgen de kinderen een dubbel wezenpensioen (max. 28% van het ouderdomspensioen). Financiering van het nabestaandenpensioen: • Op opbouwbasis; een opbouw per dienstjaar. Bij overlijden van de deelnemer krijgt de nabestaande een pensioenuitkering die gelijk is aan het recht wat is opgebouwd tot aan de pensioendatum • Op risicobasis; een verzekering waarvoor de deelnemer premie betaalt. Er is alleen recht op een uitkering bij overlijden van de deelnemer tijdens zijn of haar dienstverband.

5. Vervolg NP Hoogte nabestaandenpensioen afhankelijk van: • Soort pensioenregeling; salaris/diensttijd regeling (bijv. middelloon), premieovereenkomst of kapitaalovereenkomst • Bij de laatste twee van tevoren niet altijd duidelijk hoeveel NP er is. Voor de pensioendatum vaak wel aangezien deze middels een risicoverzekering is verzekerd. Na de pensioendatum is meestal niet duidelijk hoeveel kapitaal er beschikbaar is (tenzij garantie). • O.b.v. actuariële grondslagen (rente, sterfte en kostenopslagen) is er geen verschil tussen opbouw van nabestaandenpensioen of een nabestaandenlijfrenteverzekering.

6. Verschillen tussen verzekerde en bancaire (nabestaanden)lijfrente • Zie verschillenoverzicht uitgave van ASR

7. Overhevelen van vermogen bij overlijden Onderwerpen: • Samenlevingsvormen • Gemeenschappelijk of privévermogen • Samenwonen, gevolgen bij overlijdenvoor vermogen, erfbelasting en partnerpensioen • Geregistreerd partnerschap • Huwelijksvormen • Erven

8. Behandeling Opgaven h6 • A, zijn vrijstelling is lager dan de halfwezenuitkering • A • A, keuze tot 30 jaar of levenslang • B, levensloop echter vervallen per 1 jan.2013, nu alleen overgangsrecht • B, de wettelijke verdeling is tussen mevr.Sponsen en de drie kinderen ieder ¼ deel. De kinderen krijgen dus 25%. Het kind heeft echter nog recht op een legitieme portie (=de helft van het wettelijk erfdeel) dus 12,5%

9. Huiswerk week 5 • Lezen Arbeidsongeschikt raken (uit ‘Hoera een goed pensioen) • Lezen H7 en maken opgave 1 t/m 6